2.2.Op 20 april 2020 heeft een hoofdagent van politie een bestuurlijke rapportage opgemaakt ten behoeve van verweerder. Daaruit blijkt dat de door verzoeker gehuurde woning door de politie is doorzocht. Daarbij heeft de politie de volgende goederen en middelen aangetroffen (voor zover hier van belang):
• […] […] twee doorzichtige bakjes met daarin een witte substantie […]. Uit onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid een totaal gewicht had van 143,5 gram. De witte substantie had de uiterlijke kenmerken van speed. […] Uit eigen verklaring van verdachte bleek dit Amfetamine te zijn […]. Amfetamine staat genoemd op lijst 1 van de Opiumwet.
• […] […] een kookpan met daarin een transparante dikke vloeistof […], vermoedelijk gedemineraliseerd water. Tevens stonden er op het keukenkastje schalen, diverse maatbekers, zeefjes en pipetten. Al deze goederen worden gebruikt voor het bereiden van het product GHB. Welke genoemd staat op lijst 1 van de Opiumwet.
• […] […] een flacon van 38ml aangetroffen welke gevuld was met een witte stroperige vloeistof. Uit eigen verklaring blijkt dat dit het eindproduct GHB betrof.
• […] Verder zijn er in de woning acht (8) lege flessen met daarop de tekst Gedemineraliseerd water aangetroffen. Ook lagen hier zes (6) lege gebruikte flessen met daarop de tekst Caustic Soda. Beide producten zijn nodig voor de bereiding en produceren van het eindproduct GHB.
• […] een koelbox […] met daarin een drietal flessen welke gevuld waren met een hoeveelheid met een vloeistof. Uit eigen verklaring van verdachte blijkt dit zelf geproduceerde Mimosa te zijn. Mimosa bevat mogelijk de stof DMT.
3. Bij het primaire besluit heeft verweerder de woning gesloten voor de duur van zes maanden. Daaraan is het volgende ten grondslag gelegd:
"Na de hiervoor vermelde aanhouding heeft de politie op vrijdag 29 mei 2020 een doorzoeking gedaan In uw woning aan de [adres] te Kollum. Bij deze doorzoeking is het volgende aangetroffen:
a. Twee doorzichtige bakjes met daarin een witte substantie (in de vriezer). Deze substantie had een totaalgewicht van 143,5 gram en de uiterlijke kenmerken van speed/ amfetamine;
b. Een 38 ml-flesje gevuld met witte stroperige vloeistof (in de keuken);
c. Een kookpan gevuld met transparante dikke vloeistof, vermoedelijk gedemineraliseerd water (In de keuken);
d. Schalen, diverse maatbekers, zeefjes en pipetten (op het keukenkastje);
e. Een koelbox met daarin een drietal flessen gevuld met vloeistof (in de keuken);
f. Acht lege flessen met gedemineraliseerd water (exacte locatie onbekend);
g. Zes lege gebruikte flessen met daarop de tekst Caustic Soda, ofwel afvoer- en gootsteenontstopper (exacte locatie onbekend).
Uit de rapportage blijkt verder dat de vermoedelijke harddrugs (zoals hiervoor vermeld onder a en b) voor onderzoek zijn ingebracht bij de forensische opsporing, maar dat uit uw eigen verklaringen blijkt dat het daadwerkelijk om amfetamine en GHB gaat. De flessen in de koelbox (zoals vermeld onder e) zouden volgens uw verklaring zelfgeproduceerde Mimosa, met daarin mogelijk de stof DMT, bevatten.
Uit de rapportage blijkt verder dat de aangetroffen goederen en grondstoffen nodig zijn voor de productie van GHB. En dat de chemicaliën en afvalstoffen die vrijkomen bij de productie van GHB, schadelijk zijn voor mens en milieu, Ook zou de aangetroffen productie van GHB een groot risico op brandgevaar opleveren, waarbij opgemerkt wordt dat het hier gaat om een bovenwoning in een dichtbevolkte buurt.
Uit de rapportage blijkt ook dat er verschillende getuigenverklaringen zijn, waaruit naar voren komt dat u sinds 2016 handelt in GHB en speed/ amfetamine. In de verklaringen komt naar voren dat u de GHB zelf produceert en dat de drugs vanuit uw woning verkocht worden.
De conclusie van de politie is dan ook dat, gelet op de aangetroffen situatie en de verklaringen (waaronder uw eigen), er sterk het vermoeden is dat u in uw woning GHB aan het bereiden, bewerken en verwerken bent om die vervolgens vanuit uw woning te verkopen."
4. Namens verzoeker is de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen inhoudende de schorsing van het primaire besluit.
5. De voorzieningenrechter acht een spoedeisend belang aanwezig, gelet op de aard van de door verweerder uitgeoefende bevoegdheid.
6. Op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet, voor zover hier van belang, is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Amfetamine, Dimethyltryptamine (DMT) en 4‑hydroxyboterzuur (GHB) zijn opgenomen op lijst I.