ECLI:NL:RBNNE:2020:2603
Rechtbank Noord-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake medeplichtigheid aan diefstal met geweld in Dokkum
Op 24 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadige diefstal in Dokkum op 19 oktober 2019. De rechtbank constateert dat er geen reclasseringsrapport beschikbaar is dat advies geeft over bijzondere voorwaarden voor een mogelijke voorwaardelijke PIJ-maatregel. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst voor maximaal drie maanden om de reclassering de gelegenheid te geven nader onderzoek te verrichten. De verdachte, geboren in 1998 en thans gedetineerd, was aanwezig bij de zitting op 10 juli 2020, waar hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.A. Pots. Het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. P.A. van der Vliet. De tenlastelegging omvatte diefstal met geweld, waarbij de verdachte op de uitkijk stond terwijl medeverdachten het slachtoffer aanvielen en zijn weed afnamen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan de diefstal. De rechtbank heeft de zaak geschorst in afwachting van het reclasseringsonderzoek, dat noodzakelijk is voor de beoordeling van de PIJ-maatregel.