ECLI:NL:RBNNE:2020:2582

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
17/015431-92 Verl. TBS
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een veroordeelde met complexe psychiatrische problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 juni 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, geboren in 1971, die momenteel verblijft in een instelling. De officier van justitie had op 17 mei 2020 verzocht om de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. Tijdens de zitting waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. J. Anker, de officier van justitie mr. P. van der Vliet, en deskundige H.J. van de Kerkhof aanwezig. De rechtbank heeft de relevante stukken en adviezen van deskundigen, waaronder psychiater H.T.J. Boerboom en GZ-psycholoog P.A.E.M.T. Cremers, in overweging genomen.

De veroordeelde is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis en een verstandelijke beperking, wat zijn sociale interacties en gedragsregulatie beïnvloedt. Ondanks de behandeling is er geen significante verandering in het recidiverisico waargenomen. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, gezien de hoge kans op gewelddadig gedrag bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd, en heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen.

De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, waarbij de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht in acht zijn genomen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, met mr. R.B. Maring als voorzitter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer: 17/015431-92
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 30 juni 2020 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats],
thans verblijvende [instelling],
hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 17 mei 2020 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 juni 2020, waarbij aanwezig waren veroordeelde via een directe telefonische geluidsverbinding, diens raadsman mr. J. Anker, de officier van justitie mr. P. van der Vliet, en de heer H.J. van de Kerkhof als deskundige via een directe beeld- en geluidsverbinding.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder het door het (plaatsvervangend) hoofd van de [instelling] ondertekende verlengingsadvies d.d. 24 april 2020, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde.
De rechtbank heeft voorts gelet op de adviezen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv), opgemaakt door H.T.J. Boerboom, psychiater, en P.A.E.M.T. Cremers, GZ-psycholoog, beiden niet verbonden aan de instelling waar veroordeelde wordt verpleegd.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 3 november 1992 heeft het gerechtshof te Leeuwarden veroordeelde ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens diefstal met braak, met inklimming en met bedreiging. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 18 november 1992 en laatstelijk op 18 juli 2018 verlengd met twee jaren.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In het verlengingsadvies is – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende aangegeven.
Veroordeelde is een thans 48-jarige man. Tijdens de lopende tbs-maatregel is hij veroordeeld voor een poging tot verkrachting van een vrouwelijke reclasseringswerker.
Veroordeelde is gediagnosticeerd met een aantal aangeboren handicaps, waarbij gesproken kan worden van een complexe en elkaar versterkende psychiatrische problematiek. Er is sprake van een autismespectrumstoornis die zorgt voor problemen in de sociale interacties, doordat veroordeelde zich niet in kan leven in een ander en veelal zaken belicht vanuit zijn perspectief. Daarnaast is sprake van een verstandelijke beperking (zwakbegaafdheid), waarbij wordt gezien dat veroordeelde snel het overzicht verliest als zaken niet direct duidelijk zijn. Verder is er seksuele problematiek, die door middel van libidoremmende medicatie onder controle wordt gehouden. Veroordeelde krijgt ook medicatie tegen onrust in zijn hoofd.
Door de geringe sociaal-emotionele en cognitieve vaardigheden is veroordeelde nauwelijks in staat complexe en/of nieuwe situaties het hoofd te bieden. Het ziektebesef en –inzicht zijn zeer beperkt, hetgeen hem sterk afhankelijk maakt van zijn omgeving. Veroordeelde heeft grote behoefte aan een duidelijke voorgestructureerde omgeving met intensieve begeleiding. Wanneer situaties onoverzichtelijk worden en hij onvoldoende steun krijgt, isoleert hij zichzelf en creëert hij zijn eigen (fantasie)wereld, waarin wraakgevoelens, gevoelens van niet begrepen zijn en ook agressieve seksuele gedachten de overhand kunnen krijgen. Veroordeelde kan hierbij snel seksueel overprikkeld raken. Dit wordt versterkt op het moment dat hij zich meer gaat isoleren en seksuele dwanggedachten toenemen.
De laatste jaren is er meer rust en stabiliteit gekomen in zijn toestandsbeeld. Er is een werkbare behandelrelatie ontstaan, waarbinnen veroordeelde met name spanningen en frustraties deelt met zijn mentoren. Hij gedijt bij de duidelijke, voorspelbare structuur en begeleiding die hij krijgt en de interventies die worden uitgezet.
Behandeling heeft geen verandering gebracht in het recidiverisico, mede vanwege het ontbrekend ziektebesef en -inzicht. Voor een adequaat risicomanagement is veroordeelde afhankelijk van zijn omgeving; dat wordt derhalve extern vorm gegeven. De inschatting is dat het risico op toekomstig gewelddadig gedrag hoog is wanneer het tbs-kader zou komen te vervallen. Behandeling heeft in het verleden geen verandering gebracht in het recidiverisico. Dit maakt dat de behandeling geënt is op stabiel functioneren en voorkoming van incidenten, waarbij een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven voor veroordeelde wordt nagestreefd. Hiervoor is een intensief extern risicomanagement noodzakelijk dat zeker de komende twee jaar enkel nog mogelijk is in de huidige kliniek. Geadviseerd is de verlenging van de tbs-maatregel met twee jaren.
De deskundige H.J. van de Kerkhof, behandelcoördinator/GZ-psycholoog van de kliniek, heeft ter zitting - zakelijk weergegeven - het advies als volgt bevestigd en toegelicht:
Recentelijk is de LFPZ (long stay) status van veroordeelde verlengd. Iedereen is het eens dat de huidige kliniek de beste verblijfplaats voor veroordeelde is. Veroordeelde wil graag nog één keer verhuizen naar een nieuw te bouwen kliniek, waar hij vervolgens levenslange ondersteuning kan krijgen. De verwachting is dat de nieuwe kliniek vanaf de zomer 2021 aanmeldingen in behandeling neemt voor de opening in 2022.
De adviezen van de deskundigen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid, Sv
Het door de deskundige H.T.J. Boerboom, psychiater, op 10 februari 2020 opgemaakte rapport houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Bij veroordeelde is sprake van een lichte verstandelijke beperking tot zwakbegaafdheid en een autismespectrumstoornis (ASS, mate van ernst: niveau 3, met bijkomende verstandelijke beperking, zonder bijkomende taalstoornis). Behandeling heeft nauwelijks tot geen effect gehad. Het is duidelijk geworden dat veroordeelde zeer snel overvraagd en overprikkeld wordt, waardoor hij grotendeels afhankelijk zal blijven van extern risicomanagement, maar hij is ook afhankelijk van begeleiding en een voorspelbaar afdelingsklimaat voor zijn kwaliteit van leven. Het recidiverisico is zonder deze begeleiding en medicatie is hoog.
Het risicomanagement is voornamelijk extern. Veroordeelde heeft een gestructureerde afdeling en dagbesteding nodig, vaste momenten om met de begeleiding te spreken, voorspelbaarheid, regelmaat, duidelijkheid en medicatie. Deze medicatie is gericht op vermindering van libido en agressieregulatie. Uit de jarenlange behandelervaring blijkt dat er op veroordeelde geen druk moet worden uitgeoefend. Dan raakt hij snel overprikkeld en ontregelt hij. Als bovenstaande in acht wordt genomen is hij redelijk goed te begeleiden. Hij zal in een instelling moeten verblijven voor levenslang verblijf en zorg, met kennis van SGLVG, psychiatrie en forensische zorg.
Het door de deskundige P.A.E.M.T. Cremers, GZ-psycholoog, op 11 februari 2020 opgemaakte rapport houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Bij veroordeelde is sprake van een autismespectrumstoornis en zwakbegaafdheid, mogelijk een lichte verstandelijke beperking.
Vanwege zijn structuurafhankelijkheid en hospitalisatie in combinatie met zijn seksueel agressieve fantasieën, waarbij agressie en seksualiteit met elkaar vermengen bij stress, bestaat er een gerede kans op strafbare feiten in de vorm van seksueel agressief gedrag bij beëindigen van de tbs-maatregel.
De meest recente risicoprognose van de kliniek is naar mening van de psycholoog adequaat, hoewel het risico op seksueel agressieve delicten door de psycholoog als iets minder somber wordt ingeschat dan de kliniek ('matig-hoog' versus 'hoog'). Een mogelijk kleine discrepantie in de beoordeling van het basisrisico voor seksueel agressieve delicten (STATIC-99R) lijkt hier de oorzaak van.
Het risicomanagement kan verantwoord vorm gegeven worden bij gelijkblijvende omstandigheden, namelijk verpleging in de [instelling] met begeleide vrijheden. Dit biedt enerzijds kwaliteit van leven voor veroordeelde, anderzijds voldoende maatschappelijke veiligheid. Er is geen enkele aanleiding te verwachten dat de tbs-maatregel over een jaar zou kunnen worden beëindigd. Een verlenging van één jaar zou alleen onduidelijkheid en onrust scheppen.
Beide deskundigen hebben geadviseerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd in haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
Veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.B. Maring, voorzitter, mr. K. Post en mr. C.H. Beuker, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juni 2020.
Mr. R.B. Maring en mr. C.H. Beuker zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.