ECLI:NL:RBNNE:2020:2577
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde met één jaar na een vordering van de officier van justitie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 juli 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een veroordeelde, die in 2009 ter beschikking was gesteld wegens ernstige misdrijven, waaronder brandstichting en ontucht. De officier van justitie had op 9 juni 2020 verzocht om verlenging van de tbs-termijn met één jaar. Tijdens de zitting op 30 juni 2020 waren de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder adviezen van deskundigen en reclassering, in overweging genomen.
De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen vereisen dat de tbs-maatregel wordt verlengd. De veroordeelde had in het verleden informatie achtergehouden over een relatie, wat de behandeling vertraagde. Ondanks positieve ontwikkelingen in zijn behandeling en proefverlof, was er een risico op terugval in gewelddadig gedrag zonder de tbs-maatregel. De rechtbank benadrukte dat de verlenging van de tbs-maatregel noodzakelijk was om de stabiliteit van de veroordeelde te waarborgen en om te voorkomen dat hij opnieuw in de problemen zou komen.
De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de voorwaarde dat de positieve ontwikkelingen bestendigd worden en er geen terugval of incidenten plaatsvinden. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er in de toekomst een maatregelenrapport moet worden opgesteld om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel te onderzoeken.