Op 22 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op de betrokkene, geboren in 1984 en wonende in Groningen. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 8 juli 2020, vergezeld van verschillende bijlagen, waaronder een zorg-/behandelplan en een medische verklaring. Vanwege de coronamaatregelen vond het horen van de betrokkenen telefonisch plaats op de datum van de uitspraak.
De officier van justitie vroeg om een zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met als doel het toedienen van noodzakelijke zorg en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De rechtbank constateerde echter dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen. De psychiater had de betrokkene niet gesproken en belangrijke informatie ontbrak, zoals de diagnose en een oordeel over het ernstig nadeel. Dit leidde tot de conclusie dat er onvoldoende basis was om te toetsen of aan de voorwaarden voor een zorgmachtiging was voldaan.
De rechtbank bood de officier van justitie de mogelijkheid om het verzoek te onderbouwen met een deugdelijke medische verklaring, maar de officier heeft hiervan afgezien. Gezien deze tekortkomingen heeft de rechtbank besloten het verzoek om zorgmachtiging af te wijzen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter R.B.M. Keurentjes en is op dezelfde dag schriftelijk vastgelegd.