ECLI:NL:RBNNE:2020:2510

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
18/830053-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van meerdere inbraken in bedrijfsbusjes met bijzondere voorwaarden

Op 20 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van vier inbraken in bedrijfsbusjes en één poging daartoe. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 11 februari 2020 samen met een of meer anderen in verschillende gemeenten in Noord-Nederland inbraken heeft gepleegd. De verdachte is op heterdaad betrapt en er is een aanzienlijke hoeveelheid gestolen gereedschap aangetroffen in het voertuig waarin hij zich bevond. Tijdens de zitting op 6 juli 2020 heeft de verdachte ontkend betrokken te zijn geweest bij de inbraken, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen en het bewijs uit het dossier voldoende waren om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 120 dagen, met 85 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met de medeverdachte. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot het verrichten van een taakstraf van 180 uren. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een aantal andere tenlastegelegde feiten, waaronder het verwerven van gestolen goederen, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze goederen van diefstal afkomstig waren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830053-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 juli 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 juli 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K. Karakaya, advocaat te Apeldoorn. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Marum, althans in de gemeente
Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om in/uit een, op een aan de Parallelweg gelegen carpoolplaats staande,
bedrijfsauto, merk VW, een hoeveelheid gereedschap, althans goederen van hun/zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, tezamen met zijn mededader,
althans alleen, - zich naar die auto heeft begeven en/of - heeft getracht een deur van die auto, met een schroevendraaier, althans een voorwerp, te forceren, althans te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 11 februari 2020, te Eelderwolde, gemeente Tynaarlo,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een (bij Hotel Van der Valk) geparkeerd staande bedrijfsauto (Opel Vivaro, kenteken [kenteken] ), een hoeveelheid gereedschap/goederen, in elk geval enig goed, dat (telkens)
geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
gereedschap(pen)/goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Boerakker, gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een aan de Boerakkerweg geparkeerde (bedrijfs)auto, (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ) een hoeveelheid gereedschap/goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde,
te weten aan het bedrijf [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschappen/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
4.
hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Boerakker, gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een aan de Boerakkerweg geparkeerde (bedrijfs)auto, (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ) een hoeveelheid gereedschap/goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan het bedrijf [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschappen/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
5.
hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Wergea, gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een aan de Wergeasterdyk geparkeerde staande bedrijfsauto, (Fiat Doblo Maxi, kenteken [kenteken] ) een gereedschapskoffer met inhoud, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschapskoffer onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
6.
hij op of omstreeks 11 februari 2020 in de provincie(s) Groningen en/of Drenthe en/of Friesland en/of Overijssel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) goed(eren), te weten een hoeveelheid gereedschap, te weten
- een of meer Sencys schroevendraaiers en/of
- een KS Tools Schroevendraaier en/of
- een Mac Allister Cirkelzaag en/of
- een Kern Waterpas en/of
- een Metabo Zaagmachine en/of
- een Makita Dhp484 Boormachine en/of
- een Parkside Zaagmachine en/of
- een AEG Ws 220230 Slijpmachine en/of
- een Sleutel (Loper)
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 6. Zij heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2, 3, 4 en 5, met dien verstande dat de feiten 2, 3, 4 en 5 zijn gepleegd door middel van inklimming.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van getuige [getuige] onvoldoende betrouwbaar is om voor het bewijs te gebruiken. De door de getuige gegeven signalementen van verdachte en de medeverdachte komen niet overeen met de beschrijving van (de kleding van) verdachte en zijn medeverdachte door de politie. Daarnaast heeft de getuige niet verklaard over een baard en een snor bij verdachte, terwijl hij die toch duidelijk heeft. De getuige heeft een en ander niet goed waargenomen. Op basis van de stukken in het dossier kan niet worden uitgesloten dat [getuige] verdachte en zijn medeverdachte heeft gezien op het moment dat zij stonden te plassen.
Voorts is er geen objectief bewijs voor dit feit. De lakschade aan het busje en de bij verdachte en zijn medeverdachte aangetroffen schroevendraaier zijn niet onderzocht op sporen.
Ook van feit 2, 3, 4 en 5 moet verdachte worden vrijgesproken. Ook voor deze feiten ontbreekt het aan objectief bewijs. Er is geen sporenonderzoek en geen DNA- onderzoek verricht. Er zijn evenmin getuigen van deze feiten.
Van feit 6 moet verdachte worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het tenlastegelegde onder feit 6 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat op grond van de stukken in het dossier niet is komen vast te staan dat de onder feit 6 ten laste gelegde goederen van diefstal afkomstig zijn.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Feit 1
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 75 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020059787 d.d. 7 maart 2020, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik had op 11 februari 2020 mijn voertuig, Volkswagen Transporter, met kenteken [kenteken] , geparkeerd op een carpoolplaats aan de Parallelweg in Marum.
Ik verliet de carpoolplek omstreeks 10.15 uur. Ik heb mijn bus in goede staat achtergelaten. Om 13.59 uur werd ik gebeld door de politie. Ik hoorde dat gepoogd was in te breken in mijn bedrijfsbus.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 80 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op 11 februari 2020 zag ik rond 13.45 uur een grijs busje langzaam over de carpoolplek op de Parallelweg in Marum rijden, kenteken [kenteken] . Ik zag dat er 2 mannen buiten de bus stonden. Het betrof een blanke man en een getinte man. Ik zag dat de mannen bij de deur van een bedrijfsbus Volkswagen stonden. De blanke man was aan het morrelen bij de zijdeur van een bedrijfsbus Volkswagen. Ik zag het niet precies, maar het leek een schroevendraaier. De getinte man stond op de uitkijk. Toen ze mij zagen, sprongen ze in de auto en reden ze snel weg. Ik zag dat ze schrokken van mijn aanwezigheid.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 februari 2020, opgenomen op pagina 82 van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
Ik heb getuige [getuige] een foto's van verdachte [verdachte] laten zien (bijlage B).
Getuige [getuige] gaf direct aan dat verdachte [verdachte] te herkennen en dat hij deze persoon gezien heeft bij de poging inbraak te Marum op 11 februari 2020 omstreeks 13.45 uur.
De getuige gaf aan dat hij oogcontact heeft gehad met deze persoon, dat het leek dat deze persoon op de uitkijk stond en dat het de bestuurder was van het busje waarin ze wegreden.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 10 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
Op 11 februari 2020 kregen wij bij een ANPR-controle een hit op een voertuig met kenteken [kenteken] . Deze auto kreeg om 18:00 uur een stopteken. Het voertuig bleek gehuurd te zijn door [verdachte] . De bestuurder bleek [verdachte] te zijn. [medeverdachte] was de bijrijder. Wij zagen in het portier van de bijrijder een tweetal schroevendraaiers liggen. De verdachten [verdachte] en [medeverdachte] werden aangehouden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
Op 11 februari 2020 doorzochten wij een witte Mercedes Citan, voorzien van het kenteken [kenteken] . In de middenconsole lag een zogeheten loper, kennelijk bedoeld om sloten mee te openen, vermoedelijk autosloten.
6. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 6 juli 2020:
U vraagt mij naar de Mercedes Benz bus met kenteken [kenteken] . Deze bus had ik gehuurd. Op 11 februari 2020 ben ik samen met [medeverdachte] in deze bus naar Groningen gereden. Ik was de bestuurder van de bus.
Feit 2
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 februari 2020, opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 11 februari 2020 heb ik mijn bestelauto, van het merk Opel Vivaro, gekentekend [kenteken] , geparkeerd bij Hotel Van der Valk te Eelderwolde. De auto heb ik om 12.15 uur, afgesloten achter gelaten op de parkeerplaats. Omstreeks 22.40 uur kwam ik erachter dat ik mijn gereedschapskist miste uit mijn auto.
In deze gereedschapskist zaten meerdere soorten handgereedschap. Tevens bleek mij dat er meerdere accuboormachines, alsmede de opladers uit de auto waren weggenomen.
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197252
Beslagene: [verdachte]
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 168 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hilti acculader: goednr. PL0600-2020066291-2197257
Beslagene: [verdachte]
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 158 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197113
Beslagene: [verdachte]
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 156 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197188
Beslagene: [verdachte]
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 178 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197140
Beslagene: [verdachte]
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 134 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hilti acculader: goednr. PL0600-2020066291-2197214
Beslagene: [verdachte]
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 162 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi slijpmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197196
Beslagene: [verdachte]
9. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 160 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi zaagmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197147
Beslagene: [verdachte]
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 154 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Skil meetapparatuur: goednr. PL0600-2020066291-2197202
Beslagene: [verdachte]
11. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 122 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
O'daddy ladder: goednr. PL0600-2020066291-2197215
Beslagene: [verdachte]
12. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 126 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Haupa kist: goednr. PL0600-2020066291-2197200
Beslagene: [verdachte]
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2020, opgenomen op pagina 97 van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
De aangetroffen gereedschappen liggen in ons beslaghuis aan de Sontweg 8 te Groningen. Ik heb samen met [slachtoffer 2] de volgende goederen geïdentificeerd en hij herkende deze als zijnde zijn eigendom:
  • Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197252
  • Hilti acculader: goednr. PL0600-2020066291-2197257
  • Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197113
  • Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197188
  • Hilti boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197140
  • Hilti acculader: goednr. PL0600-2020066291-2197214
  • Hitachi slijpmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197196
  • Hitachi zaagmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197147
  • Skil meetapparatuur: goednr. PL0600-2020066291-2197202
  • O'daddy ladder: goednr. PL0600-2020066291-2197215
  • Haupa kist: goednr. PL0600-2020066291-2197200
Feiten 3 en 4
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d.12 februari 2020, opgenomen op pagina 88 en 100 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 1] (namens [benadeelde partij] ):
Omschrijving voorval: voertuig opengebroken en gereedschappen gestolen, totale waarde gestolen spullen betreft € 4.500,-.
Pleegplaats: Boerakkerweg, ter hoogte van viaduct A7
tijdstip achtergelaten: 11 februari 2020, 7.15 uur
tijdstip geconstateerd: 11 februari 2020, 14.15 uur
1. Fiat Ducato, kenteken [kenteken]
omschrijving schade: slot achterdeur opengebroken
2. Fiat Ducato, kenteken [kenteken]
omschrijving schade: achterslot vernield
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 182 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197263
Beslagene: [verdachte]
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197216
Beslagene: [verdachte]
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 128 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197209
Beslagene: [verdachte]
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 185 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197268
Beslagene: [verdachte]
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 187 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197267
Beslagene: [verdachte]
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 144 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi zaagmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197186
Beslagene: [verdachte]
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 176 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi slagboor: goednr. PL0600-2020066291-2197255
Beslagene: [verdachte]
9. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 138 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Hitachi decoupeer: goednr. PL0600-2020066291-2197193
Beslagene: [verdachte]
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 132 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Fein trilmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197197
Beslagene: [verdachte]
11. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 166 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Fein zaagmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197253
Beslagene: [verdachte]
12. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 152 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Makita slijpmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197264
Beslagene: [verdachte]
13. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 170 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Makita boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197217
Beslagene: [verdachte]
14. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 148 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Makita schroefmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197178
Beslagene: [verdachte]
15. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 108 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Koala stofzuiger: goednr. PL0600-2020066291-2197574
Beslagene: [verdachte]
16. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 112 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Koala stofzuiger: goednr. PL0600-2020066291-2197556
Beslagene: [verdachte]
17. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 118 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
asbest stofzuiger: goednr. PL0600-2020066291-2197286
Beslagene: [verdachte]
18. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
dopsleutelset (2 maal): goednr. PL0600-2020066291-2197210
Beslagene: [verdachte]
19. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 142 e.v. van voornoemd dossier:
Het voertuig waarin de verdachten reden werd doorzocht. In de laadruimte van dit voertuig werd het volgende goed aangetroffen:
Eurom kachel: goednr. PL0600-2020066291-2197185
Beslagene: [verdachte]
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2020, opgenomen op pagina 105 van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
[naam 1] heeft via internet aangifte gedaan van diefstal uit twee voertuigen. Dit zijn voertuigen van het bedrijf [benadeelde partij] . [naam 1] is werknemer van dit bedrijf. Hij is keurmeester en keurt gereedschappen voor het bedrijf. Er zijn diverse gereedschappen weggenomen uit de beide voertuigen van [benadeelde partij] . De aangetroffen gereedschappen liggen in ons beslaghuis aan de Sontweg 8 te Groningen.
Ik heb met [naam 1] afgesproken om de gereedschappen te bekijken. [naam 1] had een lijst mee met de gereedschappen welke zijn gestolen, op deze lijst had hij tevens de nummers staan welke in de gereedschappen zijn gegraveerd:
  • Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197263
  • Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197216
  • Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197209
  • Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197268
  • Hitachi boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197267
  • Hitachi zaagmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197186
  • Hitachi slagboor: goednr. PL0600-2020066291-2197255
  • Hitachi decoupeer: goednr. PL0600-2020066291-2197193
  • Fein trilmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197197
  • Fein zaagmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197253
  • Makita slijpmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197264
  • Makita boormachine: goednr. PL0600-2020066291-2197217
  • Makita schroefmachine: goednr. PL0600-2020066291-2197178
  • Koala stofzuiger: goednr. PL0600-2020066291-2197574
  • Koala stofzuiger: goednr. PL0600-2020066291-2197556
  • asbest stofzuiger: goednr. PL0600-2020066291-2197286
  • dopsleutelset (2 maal): goednr. PL0600-2020066291-2197210
  • Eurom kachel: goednr. PL0600-2020066291-2197185
feit 5
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 24 februari 2020, opgenomen op pagina 107A e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Op 11 februari 2020 heb ik mijn bedrijfsbus geparkeerd op de carpoolplaats Hemriksein bij Wergea in de gemeente Leeuwarden. Mijn bedrijfsbus is een Fiat Doblo Maxi, kenteken
[kenteken] . Ik deed de deuren dicht en naar mijn mening heb ik de bus middels de centrale deurvergrendeling afgesloten. 's Middags merkte dat mijn gereedsschapskoffer met gereedschap weg was. Ik kan deze koffer als volgt omschrijven: zwarte gereedschapskoffer van het merk Pelicasse, op de koffer zitten veel stickers. Ook zit er een sticker op de koffer van [naam 2] , deze sticker zit links vanuit het midden gezien.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 feb 2020, opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
Op 11 feb 2020 doorzochten wij Mercedes Citan, voorzien van het kenteken [kenteken] . Wij zagen dat er meerdere gereedschapskoffers in de laadruimte lagen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2020, opgenomen op pagina 107C van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van diefstal vanuit voertuig. Er is een koffer met gereedschap weggenomen uit het voertuig van [slachtoffer 3] . De aangetroffen gereedschapskoffer ligt in ons beslaghuis aan de Sontweg 8 te Groningen. Ik heb met [slachtoffer 3] afgesproken om de gereedschapskoffer te bekijken. [slachtoffer 3] had in zijn aangifte een specifieke omschrijving dat er een " [naam 2] "-sticker op de koffer zou staan. Hierdoor konden we de gereedschapskoffer vlot identificeren als zijnde zijn eigendom.
Het volgende goed is door [slachtoffer 3] in ontvangst genomen: kist met gereedschappen, goednr PL0600-2020066291.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De betrouwbaarheid van de verklaring van getuige [getuige] en het daderschap van verdachten
De verdediging heeft - kort weergegeven - bepleit dat de verdachten van het ten laste gelegde dienen te worden vrijgesproken. De verdediging heeft daartoe onder andere aangevoerd dat de signalementen van de daders die getuige [getuige] in zijn verklaring geeft, niet voldoen aan de uiterlijke kenmerken en de kleding van de verdachten. Met name heeft de verdediging er in dit verband op gewezen dat deze getuige in zijn verklaring spreekt over een trui met capuchon van verdachte [medeverdachte] . Bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte] heeft de politie niet opgeschreven dat het ging om een trui met een capuchon. Voorts heeft de getuige niet gesproken over een baard bij verdachte [verdachte] , terwijl de politie heeft opgeschreven dat [verdachte] een baard had.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij in de middag van 11 februari 2020 in Marum twee mannen zag staan bij een busje met kenteken [kenteken] , een getinte man en een blanke man. De getuige zag dat de blanke man aan het morrelen was bij de duur van het busje, terwijl de getinte man op de uitkijk stond. Toen de mannen getuige [getuige] zagen, zijn zij ervandoor gegaan.
Verdachte [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij de hele dag als bestuurder is opgetreden van de bus met kenteken [kenteken] . Verdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij de hele dag met [verdachte] mee is geweest.
De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande vast dat verdachten de personen zijn die getuige [getuige] heeft waargenomen. [getuige] ziet twee personen bij een bus die er vandoor gaan in een bus waarvan hij het kenteken waarneemt en doorgeeft aan de politie. In een bus met dat kenteken worden zij later op de dag ook aangetroffen door de verbalisanten. Dat [getuige] slechts een summier signalement van de verdachten heeft gegeven is naar het oordeel van de rechtbank geen contra-indicatie dat het om hen gaat. De signalementen passen in voldoende mate bij het door de politie omschreven uiterlijk van verdachten en bij de kleding die de verdachten aanhadden toen zij door de politie werden aangetroffen.
Dat bepaalde details van de kleding van verdachten niet is genoemd of genoteerd, doet niet af aan de betrouwbaarheid van de gedetailleerde verklaring die de getuige heeft afgelegd over de verdachten, het kenteken van hun busje en hun aanwezigheid en handelingen bij het busje van aangever [slachtoffer 1] .
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van getuige [getuige] betrouwbaar is en voor het bewijs kan worden gebruikt.
Poging
De verdediging heeft bepleit dat er geen sprake is van een strafbaar begin van uitvoering.
De rechtbank overweegt dat uit de verklaring van getuige [getuige] blijkt dat verdachte op de uitkijk heeft gestaan en dat verdachte [medeverdachte] aan de bus van aangever [slachtoffer 1] stond te morrelen met een voorwerp. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze gedragingen aan te merken als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf, nu zij naar haar uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf.
Nu het voornemen van verdachte en de medeverdachte zich door dit begin van uitvoering heeft geopenbaard is aldus sprake van een strafbare poging tot misdrijf.
Bewezenverklaring feit 2, 3, 4 en 5
Hoewel het dossier ten aanzien van feit 2, 3, 4 en 5 geen rechtstreeks bewijs voor een wegnemingshandeling bevat, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten deze feiten hebben gepleegd.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat al het gereedschap weggenomen is op 11 februari 2020 tussen ongeveer 7:00 uur en uiterlijk 17:00. Verdachten zijn immers rond 18:00 uur bij Harderwijk aangehouden met een grote hoeveelheid gereedschap in hun bus. Voorts kan worden vastgesteld - gelet op het hiervoor overwogene - dat verdachten om 13:45 uur bezig waren met een poging tot diefstal in Marum.
De rechtbank stelt op grond van deze tijdstippen vast dat verdachten relatief kort na de ten laste gelegde diefstallen in de bus met kenteken [kenteken] zijn aangehouden. In die bus zijn alle uit de bedrijfsbusjes weggenomen goederen aangetroffen zoals ten laste gelegd onder feit 2, 3, 4 en 5. Eerder die middag hebben verdachten een poging tot diefstal met braak uit een bedrijfsbusje gepleegd.
Deze omstandigheden zijn naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf voldoende voor een bewezenverklaring van diefstal, tenzij verdachten voor het aantreffen in hun bus van de genoemde weggenomen goederen, een aannemelijke en verifieerbare verklaring hebben.
Volgens verdachten hebben zij al het in hun bus met kenteken [kenteken] aangetroffen gereedschap op 11 februari 2020 rond 15:00 uur gekocht van ene [naam 3] in Groningen. Verdachte [verdachte] had contact gehad met [naam 3] via Marktplaats.
Later heeft verdachte [verdachte] nog kunnen achterhalen dat de loods van deze [naam 3] zich aan de Osloweg in Groningen bevond.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van verdachten er in de kern op neerkomt dat zij al het gereedschap uit de verschillende bedrijfsbusjes, welk gereedschap allemaal gestolen is op 11 februari 2020, al om 15:00 uur 's middags zouden hebben gekocht in één koop van ene [naam 3] .
De rechtbank acht deze verklaring van verdachten ongeloofwaardig en stelt deze terzijde. Verdachten hebben de rechtbank geen enkel verifieerbaar gegeven over [naam 3] en de beweerde koop kunnen verschaffen. Dit terwijl [verdachte] stelt dat hij vaker zaken heeft gedaan met [naam 3] . Zij hebben naar het oordeel van de rechtbank geen enkel begin van aannemelijkheid van deze verklaring naar voren gebracht.
Voorts overweegt de rechtbank dat verdachten op 11 februari 2020 om 13:45 uur een poging tot diefstal hebben gepleegd in Marum in een bedrijfsbusje, terwijl het gereedschap dat zij van [naam 3] zouden hebben gekocht ook afkomstig is uit diefstallen uit bedrijfsbusjes in het noorden, allemaal gepleegd op dezelfde dag, en een deel van het gereedschap is gestolen na 12.15 uur (aangifte [slachtoffer 2] , feit 2) diezelfde dag.
Nu verdachten geen enkele geloofwaardige en verifieerbare verklaring hebben afgelegd over de wijze waarop zij de gestolen goederen binnen relatief korte tijd na de diefstal in hun bezit hebben gekregen acht de rechtbank, bij gebrek hieraan, wettig en overtuigend bewezen dat zij deze goederen door diefstal hebben verkregen.
De rechtbank acht daarmee het onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen.
Medeplegen
Vervolgens is de vraag aan de orde of er ter zake van feit 1, 2, 3, 4 en 5 sprake is van medeplegen. De rechtbank stelt voorop dat medeplegen kan worden bewezen indien is komen vast te staan dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten.
De rechtbank is van oordeel dat de rol van verdachten bij alle ten laste gelegde feiten als die van een medepleger moet worden aangemerkt. Voor dit oordeel acht de rechtbank van belang dat verdachten op 11 februari 2020 samen vanuit Amersfoort zijn vertrokken en 's middags in Marum een poging tot diefstal met braak hebben gepleegd. Bij deze poging tot diefstal probeerde verdachte [medeverdachte] de deur van de bus te forceren en stond verdachte [verdachte] op de uitkijk. Verder is van belang dat verdachten de hele dag samen op pad zijn geweest en dat zij door de politie zijn aangehouden terwijl zij gezamenlijk de hele buit onder zich hadden.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat tussen verdachten een bewuste en nauwe samenwerking heeft bestaan ten aanzien van (een poging tot) het wegnemen van het gereedschap zoals ten laste gelegd onder 1, 2, 3, 4 en 5.
Vrijspraak inklimming feit 2 en 5
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat onder feiten 2 en 5 niet kan worden bewezen dat er sprake is geweest van inklimming. De rechtbank zal verdachten in zoverre van dat onderdeel dan ook van vrijspreken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1, 2, 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 11 februari 2020 te Marum, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om uit een, op een aan de Parallelweg gelegen carpoolplaats staande, bedrijfsauto, merk VW, een hoeveelheid gereedschap, althans goederen van hun gading, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en hij zich tezamen met zijn mededader naar die auto heeft begeven en heeft getracht een deur van die auto, met een voorwerp te forceren, althans te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 11 februari 2020, te Eelderwolde, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander, uit een (bij Hotel Van der Valk) geparkeerd staande bedrijfsauto (Opel Vivaro, kenteken [kenteken] ), een hoeveelheid gereedschap dat toebehoorde aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op 11 februari 2020 te Boerakker, gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een ander uit een aan de Boerakkerweg geparkeerde (bedrijfs)auto, (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ) een hoeveelheid gereedschap die toebehoorde aan het bedrijf [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
4.
hij op 11 februari 2020 te Boerakker, gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een ander uit een aan de Boerakkerweg geparkeerde (bedrijfs)auto, (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ) een hoeveelheid gereedschap die toebehoorde aan het bedrijf [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
5.
hij op 11 februari 2020 te Wergea, gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander uit een aan de Wergeasterdyk geparkeerde staande bedrijfsauto, (Fiat Doblo Maxi, kenteken [kenteken] ) een gereedschapskoffer met inhoud, die toebehoorde aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

1. Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak

2. Diefstal door twee of meer verenigde personen

3. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak

4. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak

5. Diefstal door twee of meer verenigde personen

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1, 2, 3, 4 en 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen met aftrek waarvan 85 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf moeten de bijzondere voorwaarden worden verbonden die de reclassering heeft geadviseerd. Daarnaast heeft de officier van justitie een taakstraf van 180 uren gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, mocht de rechtbank tot een veroordeling komen, gepleit voor een straf gelijk aan het voorarrest. Daarnaast kan eventueel een taakstraf of een voorwaardelijke gevangenisstraf van verdachte worden opgelegd. Het geschorste bevel voorlopige hechtenis moet worden opgeheven.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte en zijn medeverdachte hebben zich een dag lang schuldig gemaakt aan vier inbraken en één poging daartoe. Zij zijn daartoe vanuit Amersfoort naar het noorden gekomen om in te breken in bedrijfsbusjes. Zij hebben daarbij veel gereedschap van aanzienlijke waarde buitgemaakt. Verdachte heeft zich bij het plegen van deze feiten kennelijk alleen maar laten leiden door zijn eigen financiële gewin. Door zich schuldig te maken aan deze strafbare feiten heeft hij laten zien geen enkel respect te hebben voor andermans eigendommen. Daarnaast heeft verdachte de aangevers overlast en schade bezorgd.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het rapport van de reclassering van 8 april 2020. De reclassering plaatst vraagtekens bij het sociale netwerk waarin verdachte zich bevindt. Een interventie gericht op het maken van keuzes en het bij die keuzes blijven acht de reclassering dan ook geïndiceerd. De reclassering adviseert om deze interventie als een bijzondere voorwaarden te verbinden aan een (deels) voorwaardelijke straf. Daarnaast moet betrokkene zich melden bij de reclassering en moet hij zich houden aan een contactverbod met de medeverdachte.
Alles afwegende zal de rechtbank de straf opleggen die de officier van justitie heeft gevorderd.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen goederen 1 tot en met 10 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst moeten worden onttrokken aan het verkeer.
De in beslag genomen goederen 11 tot en met 21 moeten worden teruggegeven aan de rechthebbende [slachtoffer 2] en de goederen 22 tot en met 39 moeten worden teruggegeven aan de rechthebbende [naam 1] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen goederen 1 tot en met 10 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst moeten worden teruggegeven aan verdachte.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van de in beslag genomen goederen 1 tot en met 10 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst niet is komen vast te staan dat deze goederen afkomstig zijn van de bewezenverklaarde feiten. Nu de goederen zijn aangetroffen in dezelfde bus bij tal van andere goederen waarvan is komen vast te staan dat die van misdrijf afkomstig waren, verdachte op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat deze goederen hem in eigendom toebehoren en geen ander persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt, zal de rechtbank gelasten dat deze worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
De in beslag genomen goederen 11 tot en met 21 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst moeten worden teruggegeven aan de rechthebbende [slachtoffer 2] .
De in beslag genomen goederen 22 tot en met 39 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst moeten worden teruggegeven aan de rechthebbende [naam 1] .

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 6 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 85 dagen,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich meldt binnen één werkdag tussen 13:00 uur 's middags en 16:30 uur 's middags na het ingaan van de proeftijd bij de reclassering Nederland op het adres [straatnaam] te Utrecht. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
2. dat de veroordeelde zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. Dat de veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect- contact heeft of verzoekt met de medeverdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] , zo lang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

een taakstraf voor de duur van 180 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Gelast de bewaring van de in beslag genomen goederen 1 tot en met 10 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst ten behoeve van de rechthebbende.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen goederen 11 tot en met 21 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst aan de rechthebbende [slachtoffer 2] .
Gelast de teruggave van de in beslag genomen goederen 22 tot en met 39 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst aan de rechthebbende [naam 1] .
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. G. Eelsing en
mr. S. Timmermans, rechters, bijgestaan door mr. K.E. van Rhijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 juli 2020.
Mr. Eelsing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.