ECLI:NL:RBNNE:2020:2441
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid van verdachte met schizofrenie na poging zware mishandeling
Op 13 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1983, die op 19 december 2019 te Winschoten een poging tot zware mishandeling heeft gepleegd. De verdachte heeft de aangever, een psychiater, meermalen geschopt en geslagen, en heeft hem in een houdgreep genomen waarbij hij de keel van de aangever dichtkneep. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.R.H. Baas, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Pitstra.
Tijdens de zitting op 29 juni 2020 heeft de verdachte verklaard dat hij de aangever slechts drie klappen met de vlakke hand heeft gegeven om hem tot rust te manen. De rechtbank heeft echter de verklaring van de aangever, die de verdachte als agressor beschrijft, als geloofwaardig beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, door de ademtoevoer van de aangever te onderbreken, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de aangever zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen.
Desondanks heeft de rechtbank, op basis van een psychiatrisch onderzoek, geconcludeerd dat de verdachte ten tijde van het delict volledig ontoerekeningsvatbaar was. De verdachte lijdt aan schizofrenie en was op het moment van het delict in een psychose, veroorzaakt door het stoppen met zijn medicatie. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan, ondanks de bewezenverklaring van de poging zware mishandeling.