Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder de parketnummers 18/820246-19, 18/191560-19 feit 1 en feit 2 en 18/161026-19 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd tegen een bewezenverklaring van het onder parketnummer 18/820246-19 ten laste gelegde. Zij heeft echter wel ten aanzien van dit feit betoogd dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat verdachte een beroep op noodweer zou toekomen. Ten aanzien van het onder feit 1 met parketnummer 18/191560-19 ten laste gelegde, heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsvrouw met betrekking tot de winkeldiefstal aangevoerd dat verdachte de wegwerpbarbecue neerlegt en dan wegloopt. Voorts is niet te zien dat verdachte twee blikjes Jack Daniels in zijn tas heeft gestopt en heeft weggenomen. Met betrekking tot de op de winkeldiefstal gevolgde bedreiging met geweld zoals ten laste gelegd, heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte ontkent de ten laste gelegde woorden te hebben gebezigd en in het geval hij deze woorden wel heeft gebezigd dit niet bijdraagt aan een bedreiging met geweld. Daarnaast volgt volgens de raadsvrouw uit de camerabeelden niet dat verdachte een dusdanige beweging met zijn hand heeft gemaakt dat deze handeling een bedreiging oplevert. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het onder feit 2 met parketnummer 18/191560-19 en het onder parketnummer 18/161026-19 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder de parketnummers 18/820246-19, 18/191560-19 feit 1 en feit 2 en 18/161026-19 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van parketnummer 18/820246-19
1. De door verdachte ter zitting van 19 juni 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb wel een mes gepakt. Ik heb bewegingen met het mes gemaakt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 augustus 2019, opgenomen op pagina 21 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019221125 d.d. 21 augustus 2019, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik zag dat [verdachte] naar de keuken liep en een mes pakte. Hij zwaaide naar mij met het mes. Hij raakte mij bijna in mijn borst. Hij zei in het Engels dat ik moest komen en dat hij mij dood wilde maken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 20 augustus 2019, opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 3] :
Op 20 augustus 2019 was ik in het pand van Vast en Verder aan het [adres 3] te [plaats 2] . Ik was in de keuken met de man die later het mes ging halen. De man liep terug naar de keuken en pakte het mes. Hij maakte meerdere keren steekbewegingen richting [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] moest aan de kant springen om niet geraakt te worden. De man met het mes riep: "Ik steek je neer, ik maak je dood."
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2019, opgenomen op pagina 31a e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik heb de camerabeelden bekeken en de onderstaande waarnemingen gedaan.
Camera 18 (keuken)
Te zien is dat de verdachte ( [verdachte] ) te 15:07:52 uur de keuken in komt, naar de tafel loopt en met zijn rechterhand een groot slagersmes pakt, deze achter in zijn broeksband stopt, met een hand vasthoudt, zijn shirt er overheen doet en naar buiten loopt.
Camera 11 (hal nabij de trapopgangen) te 15:08:00 uur
Te zien is dat de verdachte aan komt lopen en vervolgens zijn rechterhand achter zijn rug vandaan haalt en een stekende beweging naar de aangever ( [slachtoffer 1] ) maakt, die achteruit deinst en dat de verdachte vervolgens nog een zwaaiende stekende beweging naar de aangever maakt.
Ten aanzien van parketnummer 18/191560-19 feit 1
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 augustus 2019, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019210318 d.d. 9 augustus 2019, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] namens [bedrijfsnaam 1] Groningen:
Ik ben bevoegd tot het doen van aangifte namens [bedrijfsnaam 1] . Op 6 augustus 2019 stond ik op de werkvloer in de winkel van de [bedrijfsnaam 1] aan de [adres 4] te [plaats 3] . Ik zag dat de man een wegwerpbarbecue in de Albert Heijn-tas stopte. Ik zag ook dat hij 2 blikjes sterkedrankmix uit een stelling pakte en in de tas stopte. Vervolgens pakte hij de Albert Heijn-tas uit het mandje en wilde de winkel verlaten. Hij deed geen poging om de barbecue en de blikjes sterke drank ter betaling aan te bieden. Mijn collega [slachtoffer 3] stond bij mij. De man zei "fuck you" en "ik pak jou". Deze man heeft dus twee blikjes Jack Daniels met cola weggenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 9 augustus 2019, opgenomen op pagina 13 van voornoemd dossier, inhoudend als de telefonische verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik zag dat de man de barbecue in een plastic tas stopte. Ik zag dat de man nog meer spullen in zijn tas stopte en vervolgens de winkel verliet zonder deze spullen te betalen. Ik hoorde de man erg agressief reageren op mijn collega [slachtoffer 2] . Ik hoorde hem zeggen: "Fuck you". Ik hoorde de man bedreigingen uiten richting mij en [slachtoffer 2] . Ik hoorde de man zeggen dat hij ons nog wel zou pakken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 augustus 2019, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik bekeek de camerabeelden, opgenomen door [bedrijfsnaam 1] Supermarkten, en zag daarop het volgende.
12:13:26 uur: Verdachte betreedt de winkel. In zijn handen draagt de verdachte een boodschappentas van Albert Heijn.
12:14:10 uur: Verdachte pakt een wegwerpbarbecue en legt deze in zijn winkelmandje.
12:15:31 uur: Verdachte pakt een zwarte halve liter blik en legt deze in zijn mandje. Vervolgens pakt de verdachte een sixpack Desperado's en stopt deze in zijn winkelmandje.
12:17:42 uur: Verdachte pakt twee blikjes uit het vak en stopt deze in de boodschappentas.
12:18:43 uur: Verdachte legt de volgende producten op de balie van de kassa: 1 sixpack Desperado's, 1 halve liter blik bier.
12:20:31 uur: Te zien is dat de verdachte de winkel verlaat. Te zien is dat de Albert Heijn-tas die de verdachte vasthoudt, door de zwaartekracht, gevuld is.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van herkenning d.d. 6 augustus 2019, opgenomen op pagina 12 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
De persoon op de camerabeelden herken ik als [verdachte] .
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Op basis van de aangehaalde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de [bedrijfsnaam 1] een wegwerpbarbecue in een tas van de Albert Heijn stopt alsmede twee blikjes sterkedrankmix. Op het moment dat verdachte deze producten in zijn tas stopt, heeft verdachte de producten aan de feitelijke heerschappij van de [bedrijfsnaam 1] onttrokken en daarover als heer en meester beschikt. Reeds op dat moment is naar het oordeel van de rechtbank de winkeldiefstal voltooid en slaagt het verweer van de raadsvrouw omtrent dit onderdeel van de tenlastelegging niet. Overigens blijkt uit het dossier dat verdachte vervolgens de [bedrijfsnaam 1] trachtte te verlaten zonder de producten ter betaling aan te bieden.
Voorts stelt de rechtbank vast dat blijkens de verklaringen van aangever [slachtoffer 2] en getuige [slachtoffer 3] verdachte de woorden "fuck you" en "ik pak jou" heeft gebezigd. De verklaringen van aangever en getuige ondersteunen elkaar op dit punt en de rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van aangever en getuige. Daar komt bij dat volgens getuige [slachtoffer 3] verdachte erg agressief reageerde op aangever [slachtoffer 2] . Voornoemde bewoordingen - in onderlinge samenhang bezien - zijn naar het oordeel van de rechtbank onder zulke omstandigheden gedaan dat een bedreiging met geweld opleveren.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde winkeldiefstal gevolgd door bedreiging met geweld bewezen kan worden. De rechtbank zal de verdachte vrijspreken voor zover de ten laste gelegde bedreiging met geweld ziet op het door verdachte met zijn hand achter de rug bewegen alsof hij iets uit zijn broeksband wilde pakken. Een dergelijke handbeweging kan op verschillende wijzen worden geïnterpreteerd. Zowel aangever als getuige geven onvoldoende concreet aan waarom zij dachten dat verdachte een mes achter zijn broeksband zou hebben en hij deze wilde pakken.
Nu verdachte het onder de parketnummers 18/191560-19 feit 2 en 18/161026-19 ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank ten aanzien van deze feiten met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van parketnummer 18/191560-19 feit 2
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 juni 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 augustus 2019, opgenomen op pagina 14 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019210318 d.d. 9 augustus 2019, inhoudend de verklaring van [getuige 1] namens [bedrijfsnaam 2] [adres 2] [plaats 1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 augustus 2019, opgenomen op pagina 19 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant met betrekking tot het uitkijken van de camerabeelden.
Ten aanzien van parketnummer 18/161026-19
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 juni 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 juli 2019, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019174668 d.d. 11 juli 2019, inhoudend de verklaring van [getuige 2] namens [bedrijfsnaam 3] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2019, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant met betrekking tot het uitkijken van de camerabeelden.