Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Motivering
4.Beslissing voor de duur van de scheidingsprocedure
fn: 744)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 1 juli 2020 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure waarbij voorlopige voorzieningen zijn getroffen. De vrouw heeft verzocht om de minderjarige kinderen aan haar toe te vertrouwen en om een omgangsregeling met de man vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen, geboren uit het huwelijk van partijen, in Syrië zijn geboren en dat zij momenteel samen met beide ouders in een gezamenlijke huurwoning wonen. De rechtbank heeft overwogen dat het in het belang van de minderjarigen is om hen niet te confronteren met onnodige veranderingen en dat de vrouw gedurende het huwelijk de meeste zorg voor de kinderen heeft gedragen. Daarom heeft de rechtbank besloten dat de minderjarigen aan de vrouw worden toevertrouwd, met een omgangsregeling waarbij de kinderen om de week bij de man verblijven.
Daarnaast heeft de rechtbank de man gerechtigd verklaard tot het gebruik van de echtelijke woning, waarbij de regeling van bird-nesting is besproken. Dit houdt in dat de kinderen in de woning blijven wonen, terwijl de ouders om en om in de woning verblijven. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit de meest geschikte oplossing is, gezien de omstandigheden van beide partijen en het belang van de kinderen. De man is verplicht om een bijdrage van € 150,00 per kind per maand te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding. Het verzoek van de vrouw om partneralimentatie is afgewezen, omdat zij haar behoefte niet heeft onderbouwd.
De rechtbank heeft de beschikking uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de belangen van de minderjarigen voorop stonden. De beslissing is genomen met het oog op de echtscheidingsprocedure en de noodzaak om de woonsituatie van de ouders en kinderen te stabiliseren.