Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat gelet op de inhoud van het strafdossier wettig en overtuigend te bewijzen is dat verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het witwassen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor zover de verdenking zich richt op het witwassen van geld via het bankrekeningnummer van de ING-bank.
Voor zover de verdenking zich richt op het witwassen van geld via de bankrekeningnummers van de ABN Amro- en de SNS-bank heeft de raadsman betoogd dat verdachte een geloofwaardige verklaring heeft afgelegd over hoe het kan dat derden beschikking hadden over zijn bankpas en pincode van de ABN Amro- en de SNS-bank. Dat zijn verklaring niet kan worden geverifieerd noch wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen is niet zo vreemd, nu wat betreft het witwassen via de bankrekening van de ABN Amro-bank de daarbij betrokken derde er belang bij had anders te verklaren, zodat hij niet zelf verdachte zou worden in een strafzaak. Wat betreft de afgifte van de pas en pincode behorende bij de bankrekening van de SNS-bank is verdachte ingezet als katvanger; hij was een willoos werktuig.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Aangiften betrekking hebbend op het bankrekeningnummer van de ING-bank
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2016, opgenomen op pagina 19 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met registratienummer: PL0100-2017078183 d.d. 30 maart 2017, inhoudend de aangifte van
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2016, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 2] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2016, opgenomen op pagina 35 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 3] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2016, opgenomen op pagina 44 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 4] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2016, opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 5] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2016, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 6] .
Aangiften betrekking hebbend op het bankrekeningnummer van de ABN Amro-bank
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen op pagina 74 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 7] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen op pagina 87 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 8] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 februari 2017, opgenomen op pagina 98 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 9] .
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 maart 2017, opgenomen op pagina 113a e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 10] .
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen op pagina 113h e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 11] .
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen op pagina 113m e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 12] .
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen op pagina 113w e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 13] .
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen in een ongenummerd aanvullend proces-verbaal met registratienummer: PL0100-2017078183, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 14] .
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen in voornoemd ongenummerd aanvullend proces-verbaal, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 15] .
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 maart 2017, opgenomen in voornoemd ongenummerd aanvullend proces-verbaal, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 16] .
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen in voornoemd ongenummerd aanvullend proces-verbaal, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 17] .
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen in voornoemd ongenummerd aanvullend proces-verbaal, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 18] .
Aangiften betrekking hebbend op het bankrekeningnummer van de SNS-bank
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juni 2017, opgenomen in een tweede aanvullend proces-verbaal met registratienummer: PL0100-2017078183 op pagina 49 e.v., inhoudend de aangifte van [slachtoffer 19] .
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juni 2017, opgenomen in voornoemd tweede aanvullend proces-verbaal op pagina 59 e.v., inhoudend de aangifte van [slachtoffer 20] .
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
7 maart 2017, opgenomen op pagina 179 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met registratienummer: PL0100-2017078183, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Heb je in het verleden nog andere rekeningnummers gehad?
A: Ja. ING en ABN. Die ABN die had ik niet zo lang geleden maar iemand anders had die. Die had mijn jas meegenomen daar zat mijn legitimatie in. Die jongen had het de hele tijd bij zich en die wilde hij niet terug geven. Ik kreeg zijn moeder aan de lijn en die gaf aan dat hij vast zat in het Poortje. Ik kreeg wel mijn paspoort terug en mijn geld en sleutels. Ik kreeg mijn jas en bankpas niet terug. Ik kreeg een brief van de bank dat ik mijn geld op kon halen
en dat mijn rekening was geblokkeerd. Ik ben naar de bank gegaan en ik hoorde dat er fraude mee was gepleegd. Ik ben toen naar de SNS gegaan en heb daar een rekening geopend.
V: Wie is die jongen?
A: [naam 1] , achternaam weet ik niet.
V: Wie hebben er gebruik gemaakt van je bankpasjes van de ING en ABN?
A: ING waren steeds dezelfde slechte groepen. Die van de ABN was die jongen, die mijn jas heeft meegenomen.
V: Wie weten jouw pincode van de SNS?
A: Niemand, alleen ik.
V: Van de ABN?
A: Hij dus. Ik had een portemonnee met daarin papieren en mijn pincode.
V: Wanneer heb jij je ABN bankrekening geopend?
A: Ik denk een maand of twee maand nadat de ING stop is gezet.
V: Wanneer is deze gestopt?
A: Mijn jas is ongeveer 1,5 maand weg, ik weet het echt niet. Nadat ik dat papier thuis kreeg. Ik las dat er fraude mee gepleegd was. Ik belde die moeder en uiteindelijk kreeg ik een deel van mijn spullen terug, maar niet mijn jas en mijn pinpas.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 oktober 2016, opgenomen op pagina 187 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] over de pinpas behorende bij de bankrekening van de ING-bank:
V: Wij hebben het idee dat jouw pinpas wordt gebruikt voor criminele activiteiten.
A: Ja, dat klopt. Ik heb mijn bankpas en pincode afgegeven. Ik heb op hun verzoek mijn daglimiet op 1300 euro gezet. Via mijn telefoon heb ik inzage in de bij- en afschrijvingen. Ik heb gezien dat er in de afgelopen twee weken ongeveer 2400,- euro bij en af is geschreven. Ook had ik zelf nog 300,- euro op de rekening staan en kon ik 500,- euro rood staan. Inmiddels is die 300,- euro weg en mijn complete limiet. Ik sta dus 500 euro rood. In totaal hebben ze 800 euro van mij afgenomen. Dit is bovenop de 2400,- euro die ook op de rekening is gestort. Ik heb gehoord dat dit geld afkomstig is van internet.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
7 maart 2017, opgenomen op pagina 195 e.v. inhoudende als verklaring van [verdachte] over de pinpas behorende bij de bankrekening van de ING-bank:
V: Je hebt vrijwillig je bankpas afgegeven? A: Ja.
V: Wat zou jij hiervoor terug krijgen? A: Geld natuurlijk.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 maart 2017, opgenomen op pagina 199 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Hoe ben je de pincode van je ABN pas dan kwijtgeraakt?
A: Deze had ik in mijn portemonnee gedaan. Ik wist mijn nummer niet, daarom had ik dat nummer op een papiertje geschreven. Dat papiertje had ik in mijn portemonnee gedaan. Ik heb geen aangifte gedaan, omdat [naam 1] een vriend van mij is. Ik heb later van jullie gehoord dat er verkeerde dingen zijn gedaan met mijn bankpas en bankrekening van de ABN. Ik geef toe dat ik eerder een ING- rekening had, waar ik wel verkeerde dingen mee heb gedaan.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 augustus 2017, opgenomen op pagina 75 e.v. van het tweede aanvullend proces-verbaal met registratienummer: PL0100-2017078183, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Je verklaart dat [naam 1] in februari je jas had meegenomen. Dat dit net was gebeurd
voordat je bij de politie kwam. De aangiftes waar we het de vorige keer over hadden zijn van september, januari en een van begin februari. Dat was dus nog van voordat jij je bankpas kwijt was. Hieruit kan opgemaakt worden dat [naam 1] de oplichtingen niet gepleegd heeft. Hoe kan het dan dat jouw bankrekeningnummer is gebruikt?
A: Het was van [naam 1] , hij had mijn bontjas met al mijn spullen.
V: Je hebt vorige keer verklaard dat je een nieuw rekeningnummer hebt geopend bij de SNS bank.
A: Dat heb ik niet meer. Daar heb ik ook aangifte van gedaan. Daarom heb ik nu Rabobank. Dat is de laatste kans.
V: Hoe kan het dat jij afgelopen jaar 3 bankrekeningnummers hebt gehad bij 3
verschillende banken en dat met alle drie de bankrekeningnummers oplichtingen zijn
gepleegd?
A: Dit alles komt gewoon doordat ik problemen thuis had gehad en toen een half jaar op straat heb geleefd. Mijn hele leven is hierdoor verneukt.
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 17 mei 2017, opgenomen op pagina 79 e.v. van voornoemd tweede aanvullend proces-verbaal, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
Ongeveer 1,5 maand geleden heb ik via een vriend van mij, [naam 2] , een persoon ontmoet op het centraal station in Groningen die zich [naam 3] noemt. Op het moment dat [naam 2] weg was vroeg [naam 3] aan mij of ik geld wilde verdienen. Ik moest mijn bankpasje dan aan hem geven en dan zou ik geld ontvangen. Op dat moment wilde ik dit niet. Ongeveer een week later belde [naam 3] mij op. Ik hoorde hem opnieuw vragen of ik geld wilde verdienen door mijn bankpasje aan hem te geven. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om mijn bankpasje voorzien van rekeningnummer [rekeningnummer] aan [naam 3] te geven. [naam 3] vertelde mij dat ik een aantal dagen later geld van hem zou krijgen.
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2017, opgenomen op pagina 142 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Zoals aangegeven hebben verschillende gedupeerden geld overgemaakt op
bankrekeningnummer [rekeningnummer] . Dit rekeningnummer wordt volgens
Equens beheerd door de ING-bank. Met een vordering 126nc van het Wetboek van Strafvordering gericht aan de ING-bank, is de tenaamstelling van het bij de oplichting gebruikte rekeningnummer, [rekeningnummer] , opgevraagd.
Naar aanleiding van de voornoemde vordering deelde de INGbank mede dat
genoemde rekening in gebruik is bij:
[verdachte] , [straatnaam] , [woonplaats] .
Door de INGbank zijn de rekeningafschriften verstrekt van bankrekening [rekeningnummer] . Deze afschriften hebben betrekking op de periode 31-08-2016 tot en met 03-10-2016. Uit het verstrekte rekeningoverzicht is gebleken dat tussen de periode
31-08-2016 tot en met 03-10-2016, 8 bijschrijvingen hebben plaatsgevonden die gerelateerd kunnen worden met aan- en verkoopfraude. Het aantal bijschrijvingen komt niet overeen met
de hoeveelheid aangiftes. Uit de omschrijving, vermeld bij de bijschrijving, kan worden
afgeleid dat er nog 1 persoon vermoedelijk is opgelicht voor een totaalbedrag van € 120,00. Deze personen hebben geen aangifte gedaan. Uit de rekeningafschriften valt op te maken:
• dat de betalingen van de aangevers op de afschriften terug te vinden zijn;
• dat uit het merendeel van de omschrijvingen van de overboekingen valt op te maken dat de betalingen te maken zouden hebben met de aankoop van toegangskaarten, camera's en computer accessoires;
• dat het totaal bedrag dat op deze rekening in relatie tot de aangiftes is overgeboekt
€ 2.488,50 bedraagt;
• dat de bankrekening, in de periode van bevraging, kennelijk niet werd gebruikt als bankrekening bestemd voor regulier gebruik zoals bijschrijving van salaris en betaling van bijvoorbeeld gas, water, elektra en huur, waaruit valt op te maken dat deze bankrekening kennelijk slechts gebruikt wordt als opvangrekening.
28. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juli 2017, los in dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2]:
Zoals aangegeven hebben verschillende gedupeerden geld overgemaakt op
bankrekeningnummer [rekeningnummer] . Met een vordering 126nc van het
Wetboek van Strafvordering gericht aan de SNS Bank, is de tenaamstelling van het bij
de oplichting gebruikte rekeningnummer, [rekeningnummer] , opgevraagd.
Naar aanleiding van de voornoemde vordering deelde de SNS Bank mede dat
genoemde rekening in gebruik is bij:
[verdachte] , [straatnaam] , [woonplaats] , geb.dat. [geboortedatum] -1998, geslacht M
Zoals aangegeven hebben verschillende gedupeerden geld overgemaakt op
bankrekeningnummer [rekeningnummer] . Met een vordering 126nc van het
Wetboek van Strafvordering gericht aan de ABN AMRO Bank, is de tenaamstelling van
het bij de oplichting gebruikte rekeningnummer, [rekeningnummer] , opgevraagd.
Naar aanleiding van de voornoemde vordering deelde de ABN AMRO Bank mede dat
genoemde rekening in gebruik is bij:
De heer [verdachte] , [straatnaam] , [woonplaats] , geboortedatum [geboortedatum] -1998
Uit onderzoek in het bedrijfsprocessysteem van de politie bleek dat door verdachte
geen meldingen van vermissing en/of diefstal bankpas is gedaan.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Uit voornoemde 20 aangiften in het strafdossier komt naar voren dat de aangevers in de periode van 21 september 2016 tot en met 29 april 2017 aankopen via Marktplaats hebben gedaan, en voor die aankopen de overeengekomen prijs op één van de bankrekeningnummers [rekeningnummer] , [rekeningnummer] of [rekeningnummer] hebben gestort en de aangekochte producten vervolgens nooit geleverd hebben gekregen.
De drie genoemde rekeningnummers staan op naam van verdachte.
Met betrekking tot het bankrekeningnummer en de betaalpas van de ING-bank stelt de rechtbank vast dat de betalingen van de aangevers hierboven genoemd als bewijsmiddel 1 tot en met 6 zijn vermeld op de afschriften van bankrekeningnummer [rekeningnummer] in de periode van -voor zover thans van belang- 21 september 2016 tot en met 3 oktober 2016.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat slechte groepen gebruik hebben gemaakt van zijn bankrekeningnummer en de betaalpas van de ING-bank. Op de vraag of zijn betaalpas gebruikt wordt voor criminele activiteiten antwoordt verdachte: "Ja, dat klopt. Ik heb mijn bankpas en pincode afgegeven." Verdachte verklaart verder dat hij zijn bankpas vrijwillig heeft afgegeven dat hij hiervoor geld zou ontvangen.
Met betrekking tot het bankrekeningnummer en de betaalpas van de ABN Amro-bank verklaart verdachte dat ene [naam 1] de jas van verdachte met daarin -onder andere- zijn bankpas en de daarbij behorende pincode (geschreven op een papiertje) van de ABN Amro-bank had meegenomen.
Deze verklaring van verdachte vindt geen steun in het strafdossier. [naam 1] verklaart bij de politie dat hij inderdaad de betreffende jas had meegenomen, maar dat daarin enkel het paspoort van verdachte zat en dat hij de jas via zijn moeder heeft teruggegeven aan verdachte. De moeder van [naam 1] verklaart bij de politie eveneens dat in de jas enkel een paspoort zat en dat zij de betreffende jas aan verdachte heeft teruggegeven. Bovendien heeft verdachte verklaard dat [naam 1] de jas in februari 2017 heeft meegenomen, terwijl de aangiften die betrekking hebben op het bankrekeningnummer van de ABN Amro-bank zien op de periode hiervoor. Verdachte heeft daarvoor geen verklaring gegeven.
Ten aanzien van het bankrekeningnummer en de betaalpas van de SNS-bank verklaart verdachte dat een persoon genaamd [naam 3] hem heeft benaderd met de vraag of hij geld wilde verdienen door zijn betaalpas aan hem te geven. Dat heeft verdachte gedaan. Voor zover verdachte heeft betoogd dat sprake is van geweest van afpersing op het moment van het afgeven van deze betaalpas aan deze [naam 3] , overweegt de rechtbank dat hiervan niet is gebleken in de door verdachte gedane aangifte noch overigens in het strafdossier.
De rechtbank stelt op basis van de aangiften (met de daarbij gevoegde betalingsbewijzen) en de afschriften van rekeningnummer [rekeningnummer] vast dat de bankrekeningnummers [rekeningnummer] , [rekeningnummer] en [rekeningnummer] werden gebruikt voor oplichting via Marktplaats.
Gelet op de verklaringen van verdachte, waaruit kan worden afgeleid dat hij - mede gezien de omstandigheden (bedreiging dan wel het kunnen verdienen van geld door het afgeven van pas en pincode) - wist dat de personen die hem vroegen de passen en pincodes af te geven daarmee criminele bedoelingen hadden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn bankrekeningnummers en betaalpassen voor criminele doeleinden werden gebruikt. Door het beschikbaar stellen van zijn bankrekeningnummers en betaalpassen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.