In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 januari 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier van justitie verzocht om de eerder op 15 januari 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen en uit te breiden met aanvullende vormen van verplichte zorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat er al een voortgezette crisismaatregel van kracht was, die door de burgemeester was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat een samenloop van maatregelen, zowel onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz) als onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), niet mogelijk is. Hierdoor verklaarde de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar verzoek. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter R.B.M. Keurentjes en op 22 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.