Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
- om bij de Opdrachtgever en/of directievoerende instantie van het referentieproject navraag te doen.
- ingeval van een tevredenheidsverklaring onderaannemer-hoofdaannemer, tevens navraag te doen bij de opdrachtgever van het gehele werk naar de tevredenheid over de door de onderaannemer uitgevoerde werkzaamheden.
3.Het geschil
"officiële verklaring"op een later tijdstip mocht verstrekken en heeft zij niet duidelijk gemaakt tot welk tijdstip FAB dat mocht doen. Voor zover het ontbreken van een tevredenheidsverklaring als een gebrek moet worden aangemerkt, heeft de gemeente voorts nagelaten FAB de in artikel 2.21.6 ARW opgenomen herstelmogelijkheid te bieden. [Rioleringsbedrijf], aan wie de gemeente de opdracht voorlopig heeft gegund, was hoofdaannemer van het referentieproject Defensie en had ook een tevredenheidsverklaring kunnen verstrekken aan FAB, maar heeft dit geweigerd, omdat zij er baat bij heeft dat FAB van deelneming aan de aanbestedingsprocedure wordt uitgesloten. Onder deze omstandigheden is een beroep van de gemeente op de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Daar komt nog bij dat de gemeente zelf de aanbestedingsrechtelijke beginselen op meerdere manieren heeft geschonden. Zo heeft zij niet alleen de hiervoor vermelde fouten gemaakt maar ook een geschiktheidseis gewijzigd in de Nota van Inlichtingen zonder een rectificatie van de aankondiging van de opdracht te plaatsen.
4.De beoordeling
"Het conform artikel 2.16.2 a1 van het ARW 2016 bedoelde certificaat op verzoek aanreiken in de vorm van een tevredenheidsverklaring. Van iedere projectreferentie dient een tevredenheidsverklaring inzake goede uitvoering van de Opdrachtgever of de directievoerende instantie van het werk bij te worden gevoegd."Anders dan onder het kopje 'Referentieverklaringen' is hier niet bij vermeld dat deze verklaring moet worden ingericht volgens een bij de inschrijvingsleidraad gevoegd model. Ook in de tabel onder het kopje 'Uitgewerkte eisen' wordt, anders dan bij de referentieverklaring, niet vermeld dat de Tevredenheidsverklaring conform een bepaald model moet zijn ingericht. De gemeente heeft dan ook terecht aangevoerd dat voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver duidelijk was dat het enige vereiste dat in de inschrijvingsleidraad aan de tevredenheidsverklaring wordt gesteld is dat het een tevredenheidsverklaring van de opdrachtgever of de directievoerende instantie van het werk moet zijn en dat deze dient te verklaren dat sprake is van een goede uitvoering van het werk. FAB heeft gesteld dat de gemeente in de conclusie van antwoord een hiervan afwijkend standpunt heeft ingenomen over de eisen waaraan een tevredenheidsverklaring moet voldoen. Zij wijst daarbij op de volgende passage in de conclusie van antwoord: