ECLI:NL:RBNNE:2020:2156
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- B.I. Klaassens
- H.H.A. Fransen
- R. Depping
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hennepkwekerijzaak wegens onvoldoende bewijs
Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte werd ervan beschuldigd tussen 1 maart 2015 en 7 september 2017 in De Kiel betrokken te zijn geweest bij een hennepkwekerij, waar hij naar verluidt verantwoordelijk was voor de verzorging van de planten. De officier van justitie eiste veroordeling op basis van verklaringen van medeverdachten, die stelden dat de verdachte actief betrokken was bij de kwekerij. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte en wees op inconsistenties in de verklaringen van de medeverdachten, alsook op het ontbreken van fysiek bewijs zoals DNA of vingerafdrukken.
De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te identificeren als de persoon die betrokken was bij de hennepkwekerij. De rechtbank oordeelde dat de naam van de verdachte op de aangetroffen groeischema's niet voldoende was om tot een bewezenverklaring te komen. Gezien de gebrekkige bewijsvoering heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Deze uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken, vooral wanneer het gaat om ernstige beschuldigingen zoals die van drugshandel.