Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
die [slachtoffer 4] en/of diens partner (vele) e-mails te sturen met daarin teksten en/of foto's/afbeeldingen die door die [slachtoffer 4] en/of diens partner als vervelend en/of beledigend werden ervaren,
met het oogmerk die die [slachtoffer 4] en/of diens partner, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
- "Beste [slachtoffer 4] en Lieve dappere [naam 1] " Of moet ik zeggen "stelletje vieze gore incest plegende varkens" en/of
- Wat heeft die teef van een wijf van je een ontzettende lelijke rotkop en dan die vieze stinkende hangtieten van d'r en/of
- zoiets stel ik me ook voor bij je kankervrouw [naam 1] en/of
- Dan nog even over die hoere kop van d'r en/of
- Als ik had gewild dan had ik zo over dat inferieure hoerenwijf heen gekund, maar daar voel ik me te goed voor. Haar haar telt ook niets meer voor: Stinkwijf!!!! en/of
- Dan die kale rotkop van je en/of
- PS ik vind jullie nou typisch het voorbeeld van wat ik nu een "Untermensch" noem!!!!!,
althans telkens woorden van gelijk beledigende aard en/of strekking;
Beoordeling van het bewijs
Ik liep naar de brievenbus in het portiek en ineens stond [verdachte] bij mij.
Ik zag dat hij de deur uit ging. Ik hoorde hem zeggen 'jij bent ook al zo'n wijf die niets meer tegen mij zegt'. Vervolgens zei hij 'het kan best zijn dat jij de Pasen niet gaat halen, want ik zet de boel hier in lichterlaaie'.
Hij wilde de boel dus in de brand steken, op die manier zei hij het ook tegen mij.
Toen ik eenmaal buiten was, voelde ik het in mijn benen, toen kwam de angst wel bij mij binnen.
Ik was met de kerstboom bezig en als ik even naar de balie ging dan verplaatste [verdachte] mee naar de balie. Ik schat dat [verdachte] hier tot 16:00 uur heeft gezeten.
bleef tot 16:00 uur zitten. Ik heb uiteindelijk tegen hem gezegd:" Het wordt tijd om te betalen." Ik hoorde [verdachte] nog zeggen: "In het weekend ben je niet aan het werk hé". Ik zei: "Nee".
Ik heb dit snel weer netjes ingepakt en heb dit de volgende dag (woensdag) aan [verdachte] terug gegeven.
Hierna bleef hij weer steeds langer hangen dit werd 20 minuten/ drie kwartier etc.
Meerdere mensen spraken mij erop aan dat hij interesse in mij had. Hij vroeg ook aan mijn stagiaire waar ik was. Ik vond zijn aanwezigheid vervelend worden. Ik was klaar met zijn gedrag en vrijdag 21 december heb ik [verdachte] wederom aangesproken.
is elke dag blijven sporten De eerste week/ander halve week ging dit goed. Hierna ging hij weer een andere manier vinden om te blijven hangen.
Ik vond zijn aanwezigheid niet prettig en begon hem te mijden en bleef hierdoor veel in mijn kantoor zitten. [verdachte] verzon smoesjes om te blijven hangen.
Hij bleef soms langer sporten wel 1,5 uur. Ik had echt het gevoel dat hij dit deed om mij te zien. Ik voelde mij hier erg onprettig bij en ik ging mij niet meer vrij bewegen.
Tot zaterdagavond 9 februari. Omstreeks 22:00 uur kreeg ik van [verdachte] een "Like" op Instagram. Mijn Instagram was op dat moment nog openbaar. Hierna heb ik mijn account privé gemaakt en [verdachte] geblokkeerd.
Tevens was dit voorzien van onderschrift wat verwees naar een vuurwapen.
“Ik hoop niet dat er nu een arrestatieteam aan de deur komt!!!! Met mijn Browning 9mm.”
Ik heb ook een berichtje van hem gekregen waar iets in staat over schizofrenie.
Op een andere dinsdag heb ik [verdachte] ook eens binnen zien komen. [slachtoffer 2] zat toen achter de computer bij de balie. Ik stond bij [slachtoffer 2] . Ik wist dat [slachtoffer 2] van plan was [verdachte] wederom aan te spreken wanneer hij alleen maar kwam om koffie te drinken. Ik weet dat het dan niet bij een (1) kop koffie blijft en dat [verdachte] ook uren lang bij de bar blijft hangen.
Op een dag werd [verdachte] de toegang tot de sportschool ontzegt door de eigenaar van de sportschool.
Ik dronk wel eens een bakje koffie bij [slachtoffer 2] aan de bar, ik zag dat de heer [verdachte] lang en doordringend naar [slachtoffer 2] keek.
Ik merkte dat [slachtoffer 2] zichzelf ging verstoppen op het werk, [slachtoffer 2] probeerde de heer [verdachte] te ontwijken door veel in haar kantoortje te werken.
In december 2018 heeft de bewonerscommissie van de flat [verdachte] aangesproken over de teksten. [verdachte] trok zich hier niks van aan en is doorgegaan met het plakken van deze teksten op de muren.
De bewoners van het complex halen telkens de flyers uit de hal weg, maar hij plakt steeds nieuwe flyers op. Binnen tien minuten hangen er dan weer nieuwe flyers op.
Hij hangt alles op beneden in de centrale hal.
Hierop is hij door de verhuurder van de flat aangeschreven dat hij hiermee moest stoppen. Dat heeft in totaal 2 dagen geduurd waarna hij weer gewoon doorging met op het ophangen van deze Nazi pamfletten.
Het ophangen van deze pamfletten is zeer beledigend en krenkend voor mij. Mijn moeder is half joods en mijn grootouders heb ik nooit gekend als gevolg van de 2e Wereldoorlog. Het is diep beledigend voor mij en het doet mij erg veel pijn.
Op [datum] is onze dochter [naam 4] overleden aan kanker. Zij is 49 jaar geworden.
Op zondag 31 maart 2019, 12.48 uur ontving ik een mail van [verdachte] . Ik wist al dat het niet goed was.
Op dinsdag 2 april ontving ik twee mails van [verdachte] en op maandag 8 april ontving ik drie mails van [verdachte] .
In de laatste mail werden er foto's van Breivik gestuurd.
In de mails werden mijn vrouw en ik ernstig beledigd. Ik vond het onbegrijpelijk wat hij allemaal schreef. Verder werden er allerlei teksten als bijlages verstuurd. Na maandag 8 april heb ik niets meer van hem gehoord.
Dit alles heeft mijn vrouw en mij heel nerveus gemaakt. We hebben er veel spanning van. Gezien het verleden achten wij hem in staat ons op te komen zoeken en bijvoorbeeld onze woning te vernielen.
Bewezenverklaring
met het oogmerk die [slachtoffer 4] en diens partner, te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
In beslag genomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 230 dagen.
een gedeelte, groot 180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
[slachtoffer 3]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
362,94(zegge: driehonderd tweeënzestig euro en vierennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2019.
362,94(zegge: driehonderd tweeënzestig euro en vierennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2019, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling voor de duur van
7 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.