Op 27 mei 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1978 en wonende in Groningen. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden voorgesteld, zoals het toedienen van voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder een medische verklaring en politiegegevens.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 mei 2020 is de betrokkene telefonisch gehoord, bijgestaan door haar advocaat en een psychiater. De rechtbank constateerde echter dat de betrokkene aangaf het Nederlands niet te begrijpen, wat volgens de psychiater een gevolg van haar stoornis kan zijn. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat niet was aangetoond dat de betrokkene in een voor haar begrijpelijke taal was gehoord en dat er geen tolk aanwezig was tijdens het onderzoek.
Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter R.B.M. Keurentjes en is op dezelfde dag schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.