ECLI:NL:RBNNE:2020:1787

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
8305679
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en ontruiming door Vitens N.V. tegen gedaagde

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Vitens N.V., gevestigd te Zwolle, de gedaagde partij gedagvaard tot betaling van een bedrag van € 169,56, vermeerderd met incassokosten en proceskosten. De eisende partij heeft daarnaast verzocht om gedaagde te mogen afsluiten van de leverantie en de meter te verzegelen indien de gedaagde niet aan de veroordeling voldoet. De kantonrechter heeft op 17 maart 2020 een tussenvonnis gewezen, waarin werd vastgesteld dat de dagvaarding onvoldoende informatie bevatte en dat de eisende partij de vordering nader diende te onderbouwen. Tijdens de zitting op 14 april 2020 heeft de eisende partij aanvullende stukken overgelegd ter onderbouwing van de vordering.

De kantonrechter heeft in het eindvonnis van 12 mei 2020 geoordeeld dat de eisende partij voldoende informatie heeft verschaft om vast te stellen dat de gedaagde partij het verschuldigde bedrag van € 169,56 moet betalen. De gevorderde hoofdsom en incassokosten zijn toegewezen. Daarnaast is de gevorderde gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming toegewezen, omdat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat deze ontruiming noodzakelijk is voor het uitvoeren van werkzaamheden. De kantonrechter heeft echter de gevorderde kosten voor de onderbreking van de levering en afsluitkosten afgewezen, omdat het Tarievenoverzicht niet was overgelegd.

De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van in totaal € 209,56, en indien niet aan deze veroordeling wordt voldaan, is de eisende partij gerechtigd om de leverantie af te sluiten en de meter te verzegelen. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 86,83 aan dagvaardingskosten, € 124,00 aan vast recht en € 36,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 8305679 \ CV EXPL 20-535
Verstekvonnis van de kantonrechter van 12 mei 2020
in de zaak van
de naamloze vennootschap Vitens N.V.,
gevestigd te Zwolle,
eisende partij,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde]
wonende te [gedaagde] [plaats] , [adres] ,
gedaagde partij,
tegen wie verstek is verleend.

1.Procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft bij dagvaarding, op de daarin geformuleerde gronden, gevorderd om de gedaagde partij te veroordelen tot betaling van € 169,56, te vermeerderen met incassokosten ad € 40,- en proceskosten. Voor het geval gedaagde partij niet (volledig) aan de veroordeling voldoet, verzoekt eisende partij om gedaagde partij te mogen afsluiten van de leverantie en de meter te verzegelen, waarna € 45,- aan voorrijkosten en € 163,- of
€ 181,- aan afsluitkosten
1.2.
Op 17 maart 2020 heeft de kantonrechter tussenvonnis gewezen. Dit tussenvonnis dient als ingelast en herhaald te worden beschouwd.
1.3.
Ter zitting van 14 april 2020 heeft de eisende partij een akte houdende specificatie van de vordering overgelegd.

2.Motivering

2.1.
De kantonrechter heeft in haar tussenvonnis overwogen dat de door de eisende partij uitgebrachte dagvaarding onvoldoende informatie verschaft en daarmee niet voldoet aan de eisen van artikel 21 Rv. De kantonrechter heeft de eisende partij bevolen de vordering nader te onderbouwen, al dan niet gebruikmakend van het landelijke informatieformulier. Daarbij heeft de kantonrechter bepaald dat de eisende partij in ieder geval de onderliggende facturen diende te overleggen.
2.2.
De eisende partij heeft producties overgelegd en haar vordering bij akte nader toegelicht. Eisende partij heeft een overzicht van de gevorderde posten overgelegd en uiteengezet dat de vordering bestaat uit termijn- c.q. voorschotfacturen en twee periodeafrekeningen. De periodeafrekeningen worden overgelegd als productie. Uit de periodeafrekening van 28 juni 2018 blijkt dat aan gedaagde partij in de maanden december 2017 tot en met februari 2018 € 10,49 per maand aan termijnen in rekening zijn gebracht en dat er nog 7,08 betaald diende te worden. Het nieuwe termijnbedrag zou € 9,18 worden. Uit de periodeafrekening van 27 juni 2019 blijkt dat er van juni tot en met september 2018
€ 9,18 per maand in rekening is gebracht, en in december 2018 en maart 2019 € 27,54 (kwartaaltermijnen). Het nieuwe termijnbedrag per kwartaal werd € 23,23. Het voorgaande is in overeenstemming met het door eisende partij overgelegde overzicht van de gevorderde posten. Naar het oordeel van de kantonrechter is thans voldoende informatie verschaft om vast te kunnen stellen dat gedaagde partij een bedrag van € 169,56 verschuldigd is. De gevorderde hoofdsom en incassokosten zullen daarom worden toegewezen.
2.3.
De onder B. gevorderde gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming zal worden toegewezen als in het dictum bepaald en gedaagde zal worden veroordeeld dit te gedogen. Eisende partij heeft genoegzaam onderbouwd dat die ontruiming noodzakelijk is om de door haar genoemde werkzaamheden uit te kunnen voeren. De kantonrechter merkt volledigheidshalve op dat dit niet betekend dat (medewerkers van)eisende partij zonder toestemming van gedaagde haar woning mogen betreden om die werkzaamheden uit te voeren. Indien gedaagde haar medewerking niet vrijwillig verleent, is tussenkomst van een deurwaarder nodig.
2.4.
De gevorderde kosten die betrekking hebben op de onderbreking van de levering, de voorrijkosten van € 45,- en afsluitingskosten van € 181,- (conform punt 12 van de dagvaarding) of € 163,- (conform punt III van het petitum) worden afgewezen. Eisende partij heeft het Tarievenoverzicht waar zij zich op beroept, niet overgelegd. Op deze manier kan de kantonrechter niet vaststellen of eisende partij de gevorderde tarieven bij gedaagde partij in rekening mag brengen.
2.5.
Omdat de vordering van eisende partij grotendeels is toegewezen, zal gedaagde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

3.Beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eisende partij te betalen € 209,56;
3.2.
bepaalt dat eisende partij, indien gedaagde niet aan de veroordeling onder 3.1 voldoet, na een vooraankondiging van drie dagen gerechtigd is tot het afsluiten van de leverantie en het verzegelen van de meter en gerechtigd is die werkzaamheden op of aan de woning te verrichten, middels gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming en veroordeelt gedaagde deze handelingen van eisende partij te gedogen;
3.3.
veroordeelt gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van eisende partij begroot op € 86,83 aan dagvaardingskosten, € 124,00 aan vast recht en € 36,00 aan salaris gemachtigde;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2020.
typ/conc: 36330/TG
coll: