V. Jouw telefoon is onderzocht, daaruit komt een geluidsfragment: naar voren. Ik ga
voorlezen wat er in dat geluidsfragment gezegd wordt: Ik citeer: "Broer, die tappa heeft van mij mattie zijn moeder die portemonnee gestolen en kwam altijd met 4, 5 jongens mijn mattie slaan dit dat hoela met hamer zelf enzo. Opeens ik wij stappen die trein in, wij zien die jonge hij stapt uit. Wij stappen achter hem, wij pakken hem, poem, poem poem die jongen ligt gewond in ziekenhuis, maar mijn mattie wordt herkend door die jonge, dus mijn mattie van zijn huis wordt opgehaald hij zit nu vast.
A. Heb ik dat gezegd? Ik weet het niet.
5. Een geneeskundige verklaring, op 17 oktober 2019 opgemaakt en ondertekend door huisarts J.S. Wolters, opgenomen op pagina 80 e.v. van voornoemd dossier voor zover inhoudend, als zijn/haar verklaring:
Onderzoek van [slachtoffer 3] op 3 oktober 2019. Er is vermoeden van niet uitwendig waarneembaar letsel. Diagnose doktersdienst: hoofdletsel met hersenschudding.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2019, opgenomen op pagina 111 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Ik zag op de door [bedrijf] aangeleverde camerabeelden, gedateerd 3 oktober 2019:
Te 21:27:36 uur zag ik [verdachte] en [medeverdachte 2] opstaan er in de richting van de
camera komen lopen. Te 21:27:39 uur komt [medeverdachte 2] duidelijk in beeld en herken ik hem duidelijk aan zijn gezicht. Zie bijgevoegde foto, bijlage 1.
Ten aanzien van
parketnummer 18/840003-20 sub 1 en 2(medeplegen afpersing aan de Westerhaven te Groningen op 6 april 2019 en een poging daartoe)
De rechtbank acht op basis van na te melden bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met de medeverdachten op 18 juni 2019 aan de Westerhaven te Groningen, [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] hebben beroofd en gepoogd [slachtoffer 6] te beroven.
Als de rechtbank de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang op een rij zet, dan ontstaat het volgende beeld.
Aangevers [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] hebben verklaard over wat er aan de (poging tot) beroving vooraf ging en wat er zich vervolgens heeft afgespeeld tijdens en na die (poging tot) beroving. Zij maken melding van een groepje van vijf jongens. Drie van die jongens trokken, na wat een vriendelijk gesprek leek, een mes.
[getuige 1] was één van die vijf jongens. Dat heeft hij zelf aan de politie bevestigd tijdens een verhoor. [getuige 1] heeft in dat verhoor geen namen willen noemen van de andere vier jongens omdat hij ze niet wilde verraden. Wel heeft [getuige 1] verteld wat er volgens hem die avond is gebeurd. De rechtbank constateert dat [getuige 1] hetzelfde verhaal vertelt als de aangevers. Nadat ze eerst met zijn vijven hebben gerookt en gepraat wordt geopperd om de aangevers hun spullen af te pakken, ze lopen naar de andere jongens, er wordt een mes getrokken, dat wordt op de borst van één van de aangevers gezet en de andere jongens geven onder dwang onder meer hun jassen af. [getuige 1] weet ook de merken van die jassen te noemen, Nappapijri en Stone Island. Het groepje van vijf waar [getuige 1] bij hoor vlucht dan naar rechts, aldus ook [getuige 1] .
De politie is met [getuige 1] gaan praten omdat [slachtoffer 1] aan de politie dat [getuige 1] over de overval aan de Westerhaven had gesproken. De informatie van [slachtoffer 1] , dat [getuige 1] daarbij was en daar meer over weet, die informatie klopte. [slachtoffer 1] heeft ook aan de politie verteld wat hij verder van [getuige 1] heeft gehoord en wat hij zelf heeft gezien. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op 19 april 2019 heeft gezien dat [medeverdachte 1] een grijze Stone Island jas droeg. Een andere daarbij aanwezige jongen droeg op dat moment een grijs/zwarte Napapijri jas, aldus [slachtoffer 1] . Dat was volgens [slachtoffer 1] een jongen van 17/18 jaar, met een Turks uiterlijk, maar dan met een volgens [slachtoffer 1] opvallend witte huidskleur. [slachtoffer 1] noemt ook een door hem geschatte lengte, beschrijft die jongen met dat Turkse uiterlijk ook verder. De beschrijving die [slachtoffer 1] geeft komt overeen met de beschrijving die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 4] hebben gegeven van de jongen die [slachtoffer 6] bedreigde. [slachtoffer 1] heeft verdachte later aan de hand van een foto ook herkend. Dan ziet [slachtoffer 1] verdachte dus in een jas die qua kleur en merk overeenkomt met de jas die is afgenomen van [slachtoffer 5] , terwijl hij [medeverdachte 1] ziet in een jas van het merk en in de kleur die is afgenomen van [slachtoffer 4] .
[slachtoffer 1] heeft verder verklaard dat hij van [getuige 1] heeft gehoord dat naast [getuige 1] ook [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] betrokken waren bij de straatroof aan de Westerhaven. Ook heeft [getuige 1] verteld dat hij en de ander betrokken jongens bang waren dat [medeverdachte 3] was opgepakt voor die straatroof, toen [medeverdachte 3] was aangehouden.
[getuige 1] heeft aan de politie niet willen vertellen wie die andere jongens waren, maar is hij wel bevraagd over [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en over zijn vrienden in het algemeen. Als hem naar zijn vrienden wordt gevraagd, dan noemt hij vijf namen, waaronder [verdachte] , een Turkse jongen van ook 15 jaar. [medeverdachte 1] kent hij via via. Die zag hij twee, drie keer in de week. [medeverdachte 3] kent hij van school. Die zag hij destijds veel.
Dat [medeverdachte 1] inderdaad onrustig is geworden nadat [medeverdachte 3] was aangehouden heeft de politie bevestigd gekregen door een chatgesprek tussen beide jongens van 20 april 2019. [medeverdachte 3] stelt [medeverdachte 1] gerust dat hij niet zat voor die ding met hem en dat hij over “onze torrie” niet zal snitchen.
De betrokkenheid van [medeverdachte 1] wordt verder onderbouwd doordat bij [medeverdachte 1] een broek is aangetroffen die bij de straatroof is gestolen. In de rugzak van [slachtoffer 4] zat een blauwe joggingbroek van het merk Tommy Hilfiger. Bij [medeverdachte 1] is een broek aangetroffen van het merk en het type broek dat is ontvreemd, in dezelfde kleur en dezelfde maat. Hoe [medeverdachte 1] aan die broek komt is zijn moeder, gezien haar reactie, niet bekend. Mocht er nog enige twijfel zijn over de vraag of dit meer is dan stom toeval, dan verdwijnt die twijfel door het onderscheidende kenmerk (een gaatje in een achterzak) dat door [slachtoffer 4] werd herkend.
Dat de drie jongens op de avond van 6 april 2019 bij elkaar waren kan verder worden onderbouwd door de telecomgegevens. [medeverdachte 1] en [verdachte] waren rond 21.00 uur samen in Haren. [medeverdachte 3] heeft bevestigd dat hij die avond in gezelschap was van [verdachte] . De telefoons van [medeverdachte 3] en [verdachte] stonden rond de tijd van de straatroof kennelijk uit, althans zij hebben in die periode geen enkele mast aangestraald. Kort voor de straatroof straalde de telefoon van [medeverdachte 1] een mast aan bij de Westerhaven, vlak bij de plaats waar de straatroof plaatsvond. Kort nadat de vijf jongens die de straatroof pleegden straalden hun telefoons een mast aan in de buurt van het hoofdstation. Dat hoofdstation bereik je vanaf de plek waar de straatroof plaatsvond het snelst door naar rechts te gaan, in de richting van de brug over het water
Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank ook zonder de herkenning van verdachte ter zitting het bewijs van dit feit wettig en overtuigd aanwezig.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 7 april 2019, opgenomen op pagina 12 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN2R019070 Los Angeles van 2 december 2019, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 6] :
Ik was op 6 april 2019 met [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] omstreeks 22.30 uur in het dakparkje aan de Westerhaven te Groningen. We hadden een JBL Charge 3 luidsprekertje bij ons. Toen wij alleen met dat groepje van 5 jongens overbleven kwam de groep (weer) naar ons toe. Plotseling sloeg de stemming om. 3 van de 5 jongens trokken een mes en bedreigden ons daarmee. Bij mij werd een mes met het lemmet op mijn borst gezet. Ik zag dat [slachtoffer 4] een mes op zijn keel kreeg gedrukt. Ik hoorde dat er gezegd werd; Jassen uit, schoenen uit en tassen af. En geen melding bij de politie maken anders zoeken wij jullie op. Ik zag dat [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] hun jas en tas aan de jongens afgaven. [slachtoffer 5] deed ook zijn schoenen uit. Deze lieten de daders later achter. Ik heb niets afgegeven. De jongen die volgens mij de leiding van de groep had sprak ons nadien nog persoonlijk toe. Hij zei dat wij zeker geen aangifte bij de politie moesten doen. Mijn vrienden werden belaagd door 4 personen. Ik werd belaagd door 1 dader. Kort daarop pakten de jongens de spullen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] bij elkaar en ging men er hard lopend vandoor. Ik kan het volgende over de jongens die ons beroofd hebben vertellen,
De leider (volgens mij) van de groep;
Blanke jongen met vermoedelijk een nep buitenlands accent.
Blond opgeschoren haar (naar voren gekamd.)
ongeveer 16 jaar oud en sportief uiterlijk.
lengte ongeveer 1.80
glad gezicht, geen baard/snor/puisten o.i.d.
Hij droeg donkere kleding. Eerst droeg hij een capuchon. Deze deed hij later af.
Hij droeg vermoedelijk hoody met jas er over heen.
Deze jongen had ook een mes in zijn handen. Ik hoorde van [slachtoffer 4] dat het een vlindermes
betrof. Ik heb dat mes zelf niet gezien.
Dader 2. (man die mij mes op de borst heeft gezet.)
Jongen van Turkse afkomst.
zwarte stippeltjes (onvolgroeid) snor
Deze dader had steeds capuchon op.
Hij droeg gewatteerde jas met gladde mouwen. (zwart of donker van kleur)
Hij was slank en tenger maar groter dan 1.80
Deze jongen was ouder dan de rest. Ik denk 17/18 jaar oud.
Deze jongen zette een mes op mijn borst. Het was een soort zakmes, Volgens mij was
het een mes met een donkerkleurig houten handvat.
Van dader 3, 4 en 5 kan ik niet zoveel vertellen.
Ik weet dat alle daders in het donker gekleed waren.
1. jongen droeg een opvallende wijde donkergrijze joggingbroek.
1. jongen droeg een opvallende Canada Joose jas met opvallend rood logo op de mouw.
Het was een lange donker kleurige winterjas.
Alle drie jongens waren blank en vermoedelijk van Nederlandse afkomst.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 7 april 2019, opgenomen op pagina 17e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
Op 6 april 2019 omstreeks 22.10 uur, zat ik samen met [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] , op een bankje in het parkje aan de Westerhaven te Groningen. Tien minuten later zagen wij dat er een groepje van vijf jongens op ons af kwamen lopen. Ik zag dat een van de jongens een mes uit klapte. Ik zag dat de jongen met het mes [slachtoffer 5] bij zijn keel vast pakte en dat hij het mes voor [slachtoffer 5] zijn keel hield. Ik hoorde dat de jongen tegen [slachtoffer 5] zei ‘‘Trek je schoenen en je jas uit!’’. Ik zag in mijn ooghoeken dat [slachtoffer 5] zijn schoenen en zijn jas uit deed. Terwijl ik dat zag, zag ik dat de andere twee jongens ook een mes uit klapten. Ik hoorde dat een van de jongens tegen mij zei ‘‘ Trek je jas en je schoenen uit!’’. Ik zag dat deze jongen heel dicht bij mij stond en voelde dat hij het mes tegen mijn keel hield. Ik deed hierna mijn jas uit toen ik zag dat de jongen mijn jas gelijk uit mijn handen pakte. Ik zag dat de jongen die mijn jas had ook mijn tas van de grond af pakte en bij zich hield. Terwijl de jongen het mes voor mijn keel hield zag ik dat de andere jongen een mes gericht had op [slachtoffer 6] . Ik zag dat de jongen die bij [slachtoffer 5] stond, de jas van [slachtoffer 5] vast hield en dat hij de tas van [slachtoffer 5] pakte. Ik zag dat de jongens weg wilden lopen, terwijl zij weg wilden lopen zag ik dat een van de jongens [slachtoffer 6] nog bedreigde met het mes ter hoogte van zijn borst en vroeg wat voor jas [slachtoffer 6] aan had. Ik zag de jongens lachend wegrennen met onze spullen in de richting van het station. De jongens hebben van mij mijn zwarte tas van het merk North face’’ weggenomen en mijn donker blauwe/ grijze jas van het merk ‘‘Stone Island’’. Ik zag ook dat de jas en de tas van [slachtoffer 5] gestolen was. Dit was een zwarte jas van het merk NAPAPIJRI. Ik kan twee van de jongens omschrijven, de rest van de jongens waren ook van Nederlandse afkomst maar kan ik niet verder omschrijven omdat zij zwarte capuchons op hadden. In mijn North face tas zaten de volgende goederen, een Sport bidon, rekenmachine van liet merk Casio, trui van liet merk de ELEMENT, Jogging broek van het merk Tommy Hilfiger, Groen shirt van het merk NAPAPIJRI, Parfum flesje van Scotch en Soda en een menzis zorgpas. Ik kan de jongen die [slachtoffer 6] bedreigde met het mes als volgt omschrijven:
— plusmines 185 — 190 cm lang
— Turks uiterlijk
— Dun
— Stoppeltjes Snor
— Stoppeltjes baart
— Zwarte jas met capuchon
— Bruine ogen
Daarnaast kan ik nog een van de jongens omschrijven, hij bedreigde mij of [slachtoffer 5] met het mes. — plusminus 180 cm lang
— Zijkant haar kort geschoren
— Donker blond/bruin hoofdhaar zat naar voren.
— Zwarte capuchon op
— Zwarte jas
— Spijkerbroek aan
Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen weggenomen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 7 april 2019, opgenomen op pagina 22 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
Op 6 april 2019 zat ik samen met [slachtoffer 6] en [slachtoffer 4] in het parkje van de Westerhaven te Groningen. Ik denk dat wij daar net na 21.30 zijn gaan zitten. Op enig moment, ik denk dat wij toen inmiddels een half uurtje op de trap hadden gezeten, kwam er een groepje van 5 jongens de trap op. Na die 15 minuten kwamen de jongens onze kant opgelopen. Van ons drieën zat [slachtoffer 4] in het midden. Ik zag dat 1 jongen naast mij ging zitten. Daarnaast ging nog een jongen zitten. De andere 3 jongens bleven staan. Ineens maakte een jongen, ik noem hem de Turkse jongen, een soort klikgeluid. Een soort seintje ofzo. Ik zag dat de jongen die naast mij zat op stond. Ik zag dat hij naar een jongen met blond haar liep en dat zij beiden iets fluisterden. Plotseling, in een hele snelle beweging, hield de jongen die naast mij zat iets bij mijn keel. Ik keek ernaar en zag dat hij een mes in zijn handen had Het was een uitklapbaar mes. Ik hoorde dat de jongen met het mes begon te schreeuwen ‘doe je schoenen uit, doe je schoenen uit!’ Daarna hoorde ik ‘doe je jas uit en je pet af’. Ik hoorde dat toen ook de andere jongens dingen begonnen te roepen naar [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] . Volgens mij hoorde ik dat ze tegen hen ook riepen dat ze hun jas uit moesten doen. Ik deed gewoon wat ze vroegen van ons want ik wilde echt geen mes tussen mijn ribben. Al mijn spullen werden afgenomen, waaronder ook mijn huissleutel. Ik heb mijn jas uit gedaan. Ik hoorde vervolgens dat er geroepen werd dat ik mijn vest uit moest doen. Ik deed daarop mijn vest uit. Toen ik mijn vest uittrok liepen de jongens ook al weer weg. Ik zag nog wel dat de jongen die naast mij zat, en dus het mes in zijn handen had, het mes voor [slachtoffer 4] zijn gezicht hield. Ik keek om mij heen en zag dat mijn schoenen nog op de trap stonden. Ik had mijn vest, die ik eerder daarvoor nog uit moest doen, in mijn handen dus die deed ik weer aan. Uiteindelijk bleken de volgende spullen van mij weggenomen te zijn:
— een donkerblauwe baseball pet van het merk Ellesse.
— mijn zwarte jas van het merk Napa Pijn.
— mijn donkerblauwe Eastpak tas. In de tas zat een zwarte JEL box charge 3, een snoertje van de Iphone oplader, mijn huissleutels, een drinkfles van het merk Dopper, aluminium kleurig met de opdruk van NAM. Verder zaten er nog goederen in de tas die ik voor school gebruik zoals een rekenmachine en pennen en mogelijk een passer.
Alle jongens zijn weggerend, over de Sluiskade in de richting van een brug die daar staat. Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 9 mei 2019, opgenomen op pagina 28 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Op 19 april 2019 kwamen er 3 andere jongens aangelopen. Ik herkende één van deze jongens als [medeverdachte 1] . Deze avond droeg hij een grijze Stone Island jas. Er wordt over [medeverdachte 1] gepraat binnen [stichting] dat hij de straatroof aan de Westerhaven gepleegd heeft met een aantal andere jongens en dat hij daar deze Stone Island jas buit gemaakt zou hebben. De andere jongens die erbij waren ken ik niet maar kan ik als volgt beschrijven: de één was een jongen van ongeveer 17 a 18 jaar, ongeveer 1.85 m groot met een Turks uiterlijk, waarbij ik hem een opvallend witte huidskleur vond hebben. Hij had een kort geschoren, zwart baardje rond zijn mond en verder een geschoren gezicht. Hij droeg op dat moment een grijs/zwarte zomerjas van het merk Napapijri. De andere jongen was een licht getinte jongen van 1.70 m groot en 15 a 16 jaar oud. Ik zag dat [medeverdachte 1] en de jongen met het Turkse uiterlijk een mes bij zich hadden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van 30 mei 2019, opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: In je aangifte verklaar je dat er over [medeverdachte 1] wordt gepraat binnen [stichting] dat hij de straatroof aan de Westerhaven heeft gepleegd samen met een aantal andere jongens en dat hij daar de grijze Stone Island jas heeft buit gemaakt welke hij op 19 april 2019 draagt. Van wie heb jij dat gehoord?
A: 0 die [medeverdachte 1] , ja ja ja daar praten ze gewoon over. [getuige 1] praat erover dat hij erbij was en toen [medeverdachte 3] gepakt was, waren ze bang dat hij daarvoor gepakt was. Ik heb [medeverdachte 1] met die “Stone”jas zien rondlopen. Een grijze “Stone Island” jas. [medeverdachte 1] zei dat hij daarvan was. Ik heb daarna op 112 Groningen gekeken en toen stond het er ook nog echt.
V: Je had het ook over [medeverdachte 3] , wat was daar mee?
A: Die was toen opgepakt, ik weet niet waarvoor. Ze dachten dat hij voor de straatroof was aangehouden, maar toen praatten ze er over. Ik had het ook al van [getuige 1] gehoord.
V: Weet jij nog meer die betrokken waren bij die straatroof op de Westerhaven?
A: Nee ik weet alleen van die 3 namen, daarvan heb ik het gehoord.
V: Je vertelde over de Stone Island jas, kun je daar meer over vertellen?
A: Redelijk lange jas, tot op de heup. Met capuchon. Beetje hoody achtige jas, grote
capuchon. Het was een Stone jas, dus een Stone logo op de linker arm. Grijs van kleur.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2019, opgenomen op pagina 41 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Gelet op de verklaring van aangever [slachtoffer 1] waarin hij, kort weergegeven verklaard dat hij enkele malen is aangevallen/beroofd/mishandeld door een Turkse jongen is er nader onderzoek verricht naar deze verdachte. [slachtoffer 1] verklaarde dat de verdachte met het Turkse uiterlijk tijdens het plegen van dit feit in het gezelschap was van een jongen genaamd [medeverdachte 1] en een meisje genaamd [naam 3] . Uit een registratie opgemaakt in BVH bleek dat een half uur voor de straatroof op 19 april 2019 een jongen genaamd [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en een meisje genaamd [naam 3] waren gecontroleerd door de politie. [medeverdachte 1] en [naam 3] waren toen in het gezelschap van onder meer een Turkse jongen genaamd [verdachte] . [verdachte] bleek tevens te passen binnen het signalement welke door aangever [slachtoffer 1] werd opgegeven. Op 3 juni 2019 toonden wij verbalisanten aangever [slachtoffer 1] een foto (tweeluik) van [verdachte] : Antwoord aangever [slachtoffer 1] : Ja, dit is m. Dit is die Turkse jongen die mij heeft overvallen. Ik herken hem aan zijn snorretje en zijn hoofd. Die is spits. De getoonde foto wordt door ons als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdenking van 25 juni 2019, opgenomen op pagina 54 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Op 6 april 2019 heeft er een straatroof plaats gevonden op de Westerhaven te Groningen. De drie slachtoffers zaten achter de Mediamarkt in het parkje te chillen en muziek te luisteren. [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) zou ook betrokken zijn bij de straatroof en zou de jas dragen die buit gemaakt is tijdens deze straatroof. Een van de daders zou verteld hebben tijdens de straatroof Westerhaven dat hij bij Kardinge op school zit en 16 jaar oud zou zijn. [medeverdachte 1] heeft tijdens een eerder verhoor verklaard dat hij op de Kluiverboom op school zit. Deze school ligt nabij het Kardinge complex. [medeverdachte 1] is tevens 16 jaar. Een van de slachtoffers verklaard dat een van de daders donkerblond/bruin haar had en zijkanten opgeschoren, bovenkant haar naar voren gedragen. Dit is passend in het signalement van [medeverdachte 1] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2019, opgenomen op pagina 62 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 4] :
Op 9 juli 2019 hadden wij een afspraak met [naam 4] , de moeder van [medeverdachte 1] in haar woning. Zij toonde ons een blauwe trainingsbroek van het merk Tommy Hilfiger. Toen wij deze broek zagen deed dit ons denken aan de blauwe trainingsbroek van Tommy Hilfiger welke is weggenomen bij de diefstal met geweld aan de Westerhaven op 6 april 2019. Toen wij aan mevrouw [medeverdachte 1] vroegen of deze broek van [medeverdachte 1] was, hoorden wij haar zeggen: ‘Hij zou deze broek wel eens in de aanbieding gekocht kunnen hebben’. Wij hebben daarop besloten om deze trainingsbroek voor verder onderzoek in beslag te nemen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2019, opgenomen op pagina 64. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ik heb op 10 juli 2019 in het kader van het onderzoek straatroof Westerhaven telefonische contact opgenomen met aangever [slachtoffer 4] . Ik vroeg aan [slachtoffer 4] of hij specifiek kon omschrijven hoe zijn weggenomen Tommy Hilfiger broek er uit zag.
Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat het een donkerblauwe joggingbroek van het merk Tommy
Hilfiger was. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat er op de broeksband van de blauwe jogging broek in grote letters Hilfiger stond. Ik vroeg aan de [slachtoffer 4] wat voor maat de broek was waarna ik [slachtoffer 4] hoorde zeggen dat de broek een maat 164 was. Ik vroeg aan [slachtoffer 4] of er nog meerdere specifieke kenmerken waren aan broek. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat er bij de broekzak aan de linker of rechterkant een klein merkteken van Hilfiger stond. Ik zei tegen [slachtoffer 4] dat ik de specificaties van de jogging broek genoteerd had en dat ik verder zou gaan met het onderzoek. Ik had op het moment dat ik [slachtoffer 4] aan de telefoon had een soort gelijke blauwe jogging broek van het merk Tomy Hilfiger voor mij liggen welke in beslag is genomen. Ik herkende de omschrijving van [slachtoffer 4] over de Tommy Hilfiger broek als de Tommy Hilfiger broek die ik voor mij had liggen.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 juli 2019, opgenomen op pagina 75 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
V: Dan zullen wij jou nu een aantal vragen stellen over de diefstal met geweld op zaterdag 6 april 2019 tussen 22:00 uur en 23:00 uur aan de Westerhaven in Groningen. Wij hebben de historische print gegevens van jou telefoon onderzocht en daaruit blijkt dat jou telefoon op 6 april 2019 om 22:02 uur de mast Westerhaven 13 in Groningen aanstraalt. Hiermee kunnen wij precies zien waar jou telefoon is geweest. Wat kun jij hierover verklaren?
A: Het zou wel kunnen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 29 juli 2019, opgenomen op pagina 85 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
0: Wij verbalisanten tonen de in beslag genomen Tommy Hilfiger broek aan aangever [slachtoffer 4]
A: Aangever herkent de broek als de broek die van hem is weggenomen bij de straatroof
aan de Westerhaven op 6 april 2019. Hij zegt dat het 100% deze broek is. Ik weet dat ik de broek niet zoveel aan had omdat mijn telefoon steeds uit mijn broek viel omdat de broek hele kleine broekzakjes had. Ik herken het kleine logo aan de voorzijde en de achterzijde van de broek en nu weet ik weer dat het grote logo aan de voorzijde van de broek Hilfiger is. Ik wist niet meer zeker of er Tommy of Hilfiger stond.
0: Wij laten zien dat er in de kontzak aan de achterzijde van de broek een klein gat aan de onderzijde van de naad zit en vragen of hij dit herkent.
A: [slachtoffer 4] zegt dat hij het gat aan de broekzak aan de achter herkent. Hij heeft hier namelijk een pen ingestopt die hier wel eens doorheen is gevallen. Ook herken ik de boord aan het uiteinde van mijn broekspijpen.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 20 augustus 2019, opgenomen op pagina 93 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Gedurende het onderzoek werden historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 3] , te weten [mobielnummer] aangevraagd voor een periode van 6 april 2019 13.20 tot en met 7 april 2019 03.56 uur.
- op genoemde datum van 6 april 2019 te 22:33 uur, kennelijk 2 keer een mast wordt
aangestraald die geplaatst is op de Stationsplein 7 te Groningen. Dit is kort na het
gepleegde straatroof op 6 april 2019. In de proces verbaal van aangifte van
straatroof op 6 april word onder andere verklaard dat de daders richting station
wegliepen.
— op genoemde datum van 6 april 2019 tussen 19:49 uur, (1) één uitgaande verbindingen
tot stand gekomen met telefoonnummer [telefoonnummer] . Naar later bleek genoemde
telefoonnummer te zijn van verdachte [medeverdachte 1] . Hierbij werd mast aan de Hereweg 120 te
Groningen aangestraald,
- op genoemde datum van 6 april 2019 op 22:33 uur, één (1) uitgaande verbindingen tot
stand gekomen met telefoonnummer [mobielnummer] . Naar later bleek genoemde telefoonnummer te zijn van getuige [getuige 6] . Hierbij werd mast aan de Stationsplein 7 te Groningen aangestraald,
— op genoemde datum van 6 april 2019 op 22:57, twee (2) inkomende sms contacten met
telefoonnummer [mobielnummer] zijn ontvangen. Naar later bleek genoemde telefoonnummer te
zijn van verdachte [verdachte] . Hierbij werd mast aan de Groenesteinflat Helperbrink 61 te
Groningen aangestraald,
— op genoemde datum van 6 april 2019 tussen 22:57 en 23:02 uur, vijf (5) inkomende en
drie (3) uitgaande verbindingen tot stand gekomen met telefoonnummer [mobielnummer] . Naar
later bleek genoemde telefoonnummer te zijn van betrokkene [medeverdachte 4] . Hierbij werd
mast aan de Groenesteinflat Helperbrink 61 te Groningen aangestraald.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 21 augustus 2019, opgenomen op pagina 105e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 6 april 2019 is er tussen 22.20 uur en 22:30 uur een straatroof is gepleegd aan de
Westerhaven. In het bijgevoegde overzicht is te zien dat de telefoon van [verdachte] op 6 april 2019 net voor de straatroof aanstraalt in Haren aan de Nesciolaan 32 om 21:05 uur. Uit de mast gegevens blijkt dat de telefoon van [verdachte] tijdens de straatroof uitstaat/geen verbindingen maakt. De straatroof is gepleegd tussen 22.20 uur en 22:30 uur aan de Westerhaven. Net na de straatroof om 22.52 uur straalt [verdachte] de mast aan Stationsplein 7 te Groningen aan. Om 22:57 uur stuurt [verdachte] een SMS naar [mobielnummer] welke op naam staat van [medeverdachte 3] . Het valt op dat de telefoon exact tussen 21:05 uur en 22:52 uur geen gegevens heeft. Tussen deze tijden om 22.20 uur heeft de straatroof aan de Westerhaven plaatsgevonden.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2019, opgenomen op pagina 118e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op zaterdag 6 april 2019 omstreeks 22.15 uur heeft er een straatroof aan de Westerhaven plaatsgevonden.. De verdachten zijn gevlucht in de richting van het station te Groningen. Op basis van het signalement die door de aangevers van de straatroof Westerhaven werden benoemd, hebben wij een verder onderzoek ingesteld. Uit het onderzoek blijkt [verdachte] volledig aan het signalement voldoet en tevens voor komt in de groep waarin de verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [getuige 1] zitten. Hierop hebben wij de historische gegevens van [verdachte] opgevraagd. Van de providers KPN, Tele 2 en Vodafone werden onderstaande gegevens ontvangen.
Nr Gebruiker Telefoonnr. Periode Provider
1. [medeverdachte 1] [mobielnummer] 1 april 2019 tlm 22 juli 2019 Vodafone
2. [medeverdachte 3] [mobielnummer] 6 april 2019 Um 16 juli 2019 Vodafone
3. [getuige 1] [mobielnummer] 6 april 2019 tlm [geboortedatum] 2019 Tele 2
4. [verdachte] [mobielnummer] 1 maart 2019 t/m 22 juni 2019 KPN
Straatroof Westerhaven gepleegd tussen 22.20 uur en 22.30 uur.
• De telefoonnummers van verdachte [medeverdachte 1] en [verdachte] stralen voor de straatroof beiden aan in Haren. [verdachte] straalt om 21:05 uur aan op de mast aan de Nesciolaan 32 te Haren. [medeverdachte 1] straalt om 20:49 uur aan op de mast aan het Raadhuisplein 13 te Haren.
• De telefoon van [medeverdachte 1] straalt hierna om 22:02 uur aan op de Westerhaven 13 te
Groningen.
• De telefoon van [medeverdachte 3] straalt om 21:38 uur aan de Trompsingel 7 te Groningen en daarna pas weer om 22:33 uur aan het Stationsplein 7 te Groningen. Tussen 21:38 uur en 22:33 uur heeft de telefoon van [medeverdachte 3] geen data.
• De telefoon van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] stralen net na de straatroof die gepleegd is
tussen 22:20 uur en 22:30 uur beiden aan om 22.33 uur aan de mast op Stationsplein 7 te Groningen.
• De telefoon van [verdachte] straalt nadat hij de mast aan de Nesciolaan in Haren had aangestraald niets meer aan tot net na de straatroof om 22:52 uur aan de Stationsplein 7 te Groningen. De telefoon van [verdachte] heeft dus tussen 21:05 uur en 22:52 uur geen data.
Ongeveer één uur voor de straatroof aan de Westerhaven zijn de telefoonnummers die in
gebruik zijn van verdachte [medeverdachte 1] en [verdachte] kennelijk dicht bij elkaar. De
telefoons stralen beiden aan in Haren. [verdachte] straalt om 21 :05 uur aan op de
Nesciolaan 32 te Haren. [medeverdachte 1] straalt om 20:49 uur aan op de mast aan het Raadhuisplein
13 te Haren.
Uit de historische mast gegevens blijkt dat [medeverdachte 1] voor de straatroof om 22:02 uur aan
de Westerhaven was.
Vlak na de straatroof aan de Westethaven zijn de telefoons die in gebruik zijn van verdachten
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] kennelijk dicht bij elkaar. Beide telefoons stralen om 22.33 uur aan de
mast op Stationsplein 7 te Groningen aan.
Wat opvallend is, is dat de telefoon van [verdachte] na de straatroof om 22:52 uur aanstraalt aan de Stationsplein 7 te Groningen.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 24 september 2019, opgenomen op pagina 134 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [getuige 1] :
V: We willen het graag met je hebben over een straatroof aan de Westerhaven te Groningen op 06 april 2019 rond 22.20 uur.
A: Ik zat bij die bankjes daar, met daar nog een paar jongens. Er kwamen toen nog een paar
jongens aan. Die gingen die daar ook zitten. En toen zei iemand, we kunnen hun spullen wel
afpakken. Ik dacht eerst dat het een grapje was. We liepen er langs. 1 van die jongens waar ik bij was, trok een mes en toen zeiden ze dat ze de kleren uit moesten doen. En dat was..
V: Hoe is dat gegaan? Bij de Westerhaven?
A: Er kwamen 3 jongens aan.
V: Er was 1 uit de groep die met het idee kwam. We bleven eerst even zitten, daarna liepen we weg we liepen in de richting van de jongen. We gingen daar eerst mee praten. Daarna pakte 1 uit de groep een mes en zei dat ze hun kleren uit moesten doen.
V: Met hoeveel waren jullie op dat moment?
A: 5 jongens
V: Er wordt dat mes getrokken en dan?
A: Ik zag dat het mes werd getrokken, ik schrok. Ik deed een stap achteruit. Twee anderen stappen naar voren en helpen degene die het mes trok.
V: Hoe doen ze dan?
A: Die pakken de kleren aan. 3 jassen volgens mij
V: Wat gebeurde erna?
A: Ze rende weg en ik ging achter hun aan? Richting het hoofdstation
V: Wat voor jassen zijn er weggenomen?
A: Napapijri en een Stone Island
V: Je vertelde in het begin over een vriend, genaamd [verdachte] . Wie is [verdachte] ?
A: Een Turkse jongen. Ook 15 jaar. Uit [woonplaats] .
V: Even terug naar de straatroof. De aangevers zeggen dat er 3 messen zijn gebruikt. Wat kun je daar over zeggen?
A: Ik meende dat er 1 mes is gebruikt. Hij richtte het mes op hem.
V: De andere aangever zegt dat hij echt de mes op de borst heeft gehad, wat kun je daar over
zeggen?
A: Ik denk dat ik dat heb gezien, maar verder weet ik het niet
V: wat heb jij gezien van die andere twee jongens die hielpen?
A: Die stonden daar en pakte de kleren aan?
V: waar is die rugzak gebleven?
A: die heeft 1 van die jongens meegenomen.
V: van wie was die rugtas?
A: van 1 van die jongens gestolen. Volgens mij een grijze een East pack.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 10 september 2019, opgenomen op pagina 157 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [medeverdachte 3] :
V: Dan willen wij jou nu een aantal vragen stellen over de diefstal met geweld op zaterdag 6 april 2019 tussen 22:15 uur en 22:40 uur aan de Westerhaven in Groningen.
0: Verbalisant toont een chatgesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] van 20 april 2019. Dit chatgesprek is toegevoegd in bijlage 1. Zoals je al wist hebben wij telegram chatgespreken uit de inbeslaggenomen telefoon van [medeverdachte 1] . Het telefoonnummer dat jij gisteren hebt opgegeven als jou telefoonnummer, ( [mobielnummer] ) is het telefoonnummer wat in dit chatgesprek is gebruikt onder de naam [medeverdachte 3] . Ben jij [medeverdachte 3] ?
A:Ja dat is mogelijk. Dan heeft [medeverdachte 1] mij erin gezet als [medeverdachte 3]
V: Wat bedoel je in dit gesprek met “ Torie”? Volgens ons is dat straattaal voor overval.
Wat bedoel je met ‘ snitchen”?
A: Dat ik niet praat.
V: Wat bedoel je met “zat niet voor die ding met jou”
A: Dat gaat waarschijnlijk om die torie.
V: Zoals ik het lees zeg jij: “Als ik klem wordt gezet in het verhoor met de politie over onze overval, dan zal ik je niet verraden. Geen stress”. Wat kun je hierover verklaren?
A: Onze overval? Torie is geen overval.
V: Wij hebben de historische print gegevens van jou telefoon onderzocht. Hiermee kunnen wij precies zien waar jou telefoon is geweest. Uit deze gegevens blijkt dat jou telefoon op 6 april 2019 om 21:38 uur de mast aan de Trompsingel 7 in Groningen aanstraalt. Wat kun jij hierover verklaren?
A: Waarschijnlijk was ik dan zuiderdiep of blauwe bankjes, dat is op de Winschoterkade. Maar dat weet ik ook niet zeker.
V: Uit de historische gegevens blijkt dat jou telefoon om 20:55 uur het Raadhuisplein 13 in Haren aanstraalt. Wat kun je daarover verklaren?
A: Dat zou heel goed kunnen. Dat weet ik toch niet. Ik was best vaak in Haren.
V: Uit de historische gegevens blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] om 20:49 uur ook
aanstraalt op het Raadhuisplein 13 in Haren. Wat kun je hierover vertellen?
A: Ja ik zei toch dat ik met [medeverdachte 1] omging. Ik was die tijd bijna altijd met [medeverdachte 1] .
V: Kan het ook zijn dat je met meerdere personen bent geweest die avond?
A: Ja dat zou goed kunnen.
V: Uit de verklaring van de aangevers blijkt dat de aangevers, rond 22:10 uur op een bankje achter de mediamarkt in het parkje in Groningen door een groepje van 5 jongens werden aangesproken. Herinner je je nu iets?
A: Nee. Wacht 6 april he? Groepje van drie jongens. Groepje van vijf jongens. Nee ik weet niet wat ik de hele avond heb gedaan. Ik weet alleen dat ik in Haren ben geweest en in de stad.
V: Ben jij die avond op het station in Groningen geweest?
A: Pffftfff... Weet ik niet ik denk het niet.
V: Uit de historische print gegevens van jou telefoon blijkt dat jou telefoon op 6 april 2019 om 22:33 uur het Stationsplein T te Groningen aanstraalt. Wat kun je hierover verklaren?
A: Het zou best kunnen dat ik op die plek ben geweest.
V: Uit onze gegevens blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] ook om 22:33 uur de mast op het Stationsplein 7 in Groningen aanstraalt. Dus jullie waren deze avond samen. Wat kun je hierover vertellen?
A: Ja dat is heel goed mogelijk. Wij waren samen. Dat zou kunnen.
V : Uit ons onderzoek blijkt dat de telefoon van [verdachte] ook op het Stationsplein in Groningen aanstraalt om 22:52 uur. Wat kun je daarover vertellen?
A: Nou dan weet ik bijna zeker dat ik ook met [verdachte] was.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 12 september 2019, opgenomen op pagina 177 e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [medeverdachte 3] :
V: Dinsdag na het verhoor zei je tegen ons dat er eerder al mensen waren aangehouden voor de straatroof Westerhaven op 6 april. Klopt dat?
A: Ja.
V: Je vertelde ons aan dat je dat via 112 Groningen hebt gelezen. Klopt dat?
A: Ja. En zulke zaken zijn in onze groep ook een bespreekpunt.
V: Wij hebben je telefoon uitgelezen. Daarop is gebleken dat je geen andere 112 nieuwsberichten
hebt bekeken via je telefoon. Hoe kan het dat je specifiek interesse hebt in de straatroof van 6 april en dat je kunt vertellen dat daar al mensen waren voor aangehouden?
V: Eerst willen wij jou nog een vraag stellen over de straatroof op 6 april 2019 omstreeks 22:15 uur op de Westerhaven in Groningen. Uit de historische gegevens van jou mobiele telefoon blijkt dat jij op de avond van het incident, viermaal verbinding en zesmaal sms-berichten hebt gestuurd naar [verdachte] . Wat kun je hierover vertellen?
A: Uhm ja dan was ik waarschijnlijk bij hem. Hij is mijn beste vriend dus dat is toch normaal.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 juli 2019, opgenomen op pagina 198e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Ik deed onderzoek naar de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 1] Rogier [medeverdachte 1] . Onderstaande berichten betrof een gesprek tussen een gebruiker met gebruikersnaam
[medeverdachte 3] “en de gebruiker van de in beslag genomen telefoon.
— [medeverdachte 3] , [mobielnummer]
Ik zag dat de volgende berichten nog zichtbaar waren:
— 20 april 2019 te 01:40 uur, bericht verstuurd naar “ [medeverdachte 3] ”: JO
— 20 april 2019 te 01:41 uur, bericht ontvangen van “ [medeverdachte 3] ”: Zat niet voor die ding met jou
— 20 april 2019 te 01:42 uur, bericht verstuurd naar “ [medeverdachte 3] ”: Nee voor wat dan
— 20 april 2019 te 01:53 uur, bericht ontvangen van “ [medeverdachte 3] ” : Oke komt er op neer dat ik beef
had met een recherche En dan hele lange torie erbij
— 20 april 2019 01:53 uur, bericht verstuurd naar “ [medeverdachte 3] ”: Ooo
— 20 april 2019 01:53 uur, bericht verstuurd naar “ [medeverdachte 3] ”: Ai
— 20 april 2019 01:54 uur, bericht ontvangen van “ [medeverdachte 3] ’: En als ik word geklemd met
onze torie ik snitch niet geen stress
— 20 april 2019 01:55 uur, bericht verstuurd naar ‘ [medeverdachte 3] ”: Wnr ben je grunchi bro
— 20 april 2019 01:57 uur, bericht ontvangen van “ [medeverdachte 3] ”: Idk
Opmerking verbalisant: Ambtshalve is mij bekend dat de woorden beef, torrie en snitch gebruikt worden als straattaal. Mij, verbalisant [verbalisant 5] is ambtshalve bekend dat het woord beef synoniem staat voor onder andere ruzie. Het woord torrie staat synoniem voor onder andere misdaad plegen, overval en/of klus klaren. Het woord snitch is synoniem voor onder
andere verrader. De afkortingen “wnr” en “idk” is mij ambtshalve bekend dat liet staat
voor wanneer en 1 dont know. Ik, verbalisant [verbalisant 5] zag bij liet gebruikersnaam ‘‘ [medeverdachte 3] ’’ het volgende telefoonnummer staan, namelijk [mobielnummer] . Vervolgens zag ik in proces verbaal onder nummer [mobielnummer] —9 dat verdachte [medeverdachte 3] verklaarde dat mobiele
telefoonnummer [mobielnummer] zijn mobiele telefoonnummer betrof.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 oktober 2019, opgenomen op pagina 199e.v. van voornoemd het dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Ik zag op 9 september 2019 in de in beslag genomen telefoon van verdachte [medeverdachte 3] de volgende ter zake diende onderwerpen, namelijk:
— Ik zag een afbeelding staan in de telefoon over een nieuwsbericht. Ik zag dat het
nieuwsbericht afkomstig van 112 Groningen. Ik zag een nieuwsbericht over een
straatberoving gepleegd aan de Westerhaven te Groningen.