Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
UNIGARANT N.V.,
ANWB Verzekeren,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de eisende partij, UNIGARANT N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die verstek heeft laten verlenen. De eis betreft een bedrag van € 36,88, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, gerelateerd aan een kortlopende reis- en annuleringsverzekering die op 22 februari 2019 tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 28 januari 2020 vastgesteld dat de dagvaarding onvoldoende informatie bevatte en heeft de eisende partij bevolen om de vordering nader te onderbouwen. Dit omvatte het overleggen van bewijsstukken van de overeenkomst en informatie over de algemene voorwaarden.
Na het indienen van aanvullende stukken door de eisende partij, waaronder een ingevuld informatieformulier en de verzekeringspolis, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eisende partij nu voldoende informatie heeft verschaft. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, waarbij de gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van € 85,70, vermeerderd met wettelijke rente over het oorspronkelijke bedrag van € 36,88 vanaf de vervaldatum van de factuur. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 103,06 aan dagvaardingskosten, € 121,00 aan vast recht en € 36,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.