Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Ziggo B.V.,
1.Procesverloop
2.Motivering
€ 72,00(1 punt x € 72,-)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft Ziggo B.V. de gedaagde partij bij dagvaarding van 23 december 2019 aangesproken tot betaling van € 267,98, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft op 11 februari 2020 een tussenvonnis gewezen waarin Ziggo werd bevolen om de vordering nader te onderbouwen. Tijdens de zitting op 10 maart 2020 heeft Ziggo aanvullende documentatie overgelegd, waaronder een specificatie van de vordering.
De kantonrechter heeft in het eindvonnis van 7 april 2020 geoordeeld dat de gevorderde afsluitkosten van € 20,- toewijsbaar zijn, omdat deze in overeenstemming zijn met de algemene voorwaarden van Ziggo. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ziggo voldoende heeft aangetoond dat deze kosten niet oneerlijk zijn in de zin van de Richtlijn 93/13. De hoofdsom van € 226,90 is toegewezen, met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding.
Echter, de gevorderde buitengerechtelijke kosten van € 40,- zijn afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Ziggo in strijd met de wet handelt door aanmaningskosten in rekening te brengen zonder te voldoen aan de wettelijke vereisten. De onduidelijkheid in de specificatie van de vordering heeft geleid tot de afwijzing van deze kosten. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 281,18. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.