Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Het verzoek van de vrouw
3.Standpunt bijzonder curator
4.Standpunt van de man
5.De beoordeling
6.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 maart 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van het vaderschap. De vrouw verzoekt de rechtbank om vast te stellen dat de man de vader is van de minderjarige. De man betwist dit echter en weigert medewerking aan een DNA-onderzoek. De rechtbank overweegt dat de man zijn ontkenning onvoldoende heeft gemotiveerd en dat zijn weigering om mee te werken aan het DNA-onderzoek gevolgen heeft voor de beoordeling van het vaderschap. De rechtbank stelt vast dat de man de biologische vader is van de minderjarige, omdat hij zijn stelling dat hij niet de verwekker is onvoldoende heeft onderbouwd. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw tot uitvoerbaar bij voorraadverklaring af, gezien de aard van de beslissing en de gevolgen daarvan. De beschikking is gegeven door mr. G.J. Baken, lid van de kamer en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.