ECLI:NL:RBNNE:2020:1523

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
C/18/198057 / FA RK 20-783
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de isolatie van betrokkene in verband met Covid-19

Op 1 april 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de isolatie van een betrokkene, die lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep A, zoals bedoeld in de Wet Publieke Gezondheid. De officier van justitie had op 30 maart 2020 verzocht om voortzetting van de isolatie, die eerder op 27 maart 2020 was opgelegd door de voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid. De zaak werd doorverwezen van de rechtbank Gelderland naar de rechtbank Noord-Nederland vanwege de overplaatsing van de betrokkene naar het Beatrixoord te Haren.

De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats in verband met de coronamaatregelen. Tijdens deze behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, een longarts, een GGD-specialist infectieziektes en de officier van justitie. Uit de overgelegde stukken bleek dat er ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestond door de infectieziekte van de betrokkene, die niet bereid was tot vrijwillige opname ter isolatie.

Echter, uit de telefonische toelichting bleek dat de betrokkene het Covid-19 virus niet (meer) bij zich droeg, waardoor er geen gevaar meer voor de volksgezondheid was. Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de isolatie afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 1 april 2020 door rechter R.B.M. Keurentjes, waarbij het rechtsmiddel van cassatie openstaat tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Groningen
Zaak-/rekestnr.: [nummer]
Machtiging tot voortzetting van de isolatie
Beschikking van 1 april 2020,
van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van de isolatie als bedoeld in artikel 31 lid 1 van de Wet Publieke Gezondheid ten aanzien van:
[naam betrokkene]
geboren op [geboortedatum en plaats] ,
wonende te [woonadres]
thans verblijvende in [verblijfadres]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: [naam advocaat] .

1.Het procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie van de rechtbank Gelderland op 30 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 27 maart 2020 door de voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid genomen beschikking tot isolatie van betrokkene.
1.2.
In verband met de overplaatsing van betrokkene van een zorginstelling van Iriszorg, geleden in het rechtsgebied van de rechtbank Gelderland, naar het Beatrixoord te Haren (onderdeel van het Universitair Centrum Psychiatrie), afdeling Tuberculose heeft de rechtbank Gelderland onderhavige zaak doorverwezen naar deze rechtbank. Op 30 maart 2020 is daartoe ter griffie een doorverwijzingsbeschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, ontvangen.
1.3.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking voornoemd
- de in artikel 30 Wet Publieke Gezondheid bedoelde medische en epidemiologische gegevens
1.4.
In verband met de uitbraak van het coronavirus heeft de mondelinge behandeling van het verzoekschrift conform het landelijk geldende protocol telefonisch plaatsgevonden.
1.5.
De rechtbank heeft op 1 april 2020 door middel van een conference call de volgende
personen, gelijktijdig, telefonisch gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door [naam advocaat] ;
- [naam longarts] , longarts,
- [naam] , GGD specialist infectieziektes;
- [naam] , officier van justitie.

2.De beoordeling:

2.1.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat:
- betrokkene lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep A, als bedoeld in artikel 1 van de Wet Publieke Gezondheid,
- ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat door verspreiding van die infectieziekte,
- dit gevaar niet op andere wijze effectief kan worden afgewend, en
- betrokkene niet tot vrijwillige opneming ter isolatie bereid is.
2.2.
Uit de telefonische toelichting is gebleken dat betrokkene het Covid-19 virus niet (meer) bij zich draagt en derhalve geen gevaar (meer) is voor de volksgezondheid.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 1 april 2020 door mr. R.B.M. Keurentjes, rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2020.
RH
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.