ECLI:NL:RBNNE:2020:1206
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak poging tot doodslag en bewezenverklaring poging tot zware mishandeling na geweldsincident in auto
Op 17 maart 2020 deed de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak in de zaak tegen verdachte [verdachte], die werd beschuldigd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het opzet op de dood van aangever [slachtoffer]. De rechtbank concludeerde dat niet was aangetoond met welke kracht en intensiteit de verdachte de keel van de aangever had dichtgedrukt, en dat er geen sprake was van bewustzijnsverlies bij de aangever. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van de aangever had aanvaard.
Ten aanzien van de poging tot zware mishandeling oordeelde de rechtbank echter anders. De rechtbank stelde vast dat de verdachte wel degelijk voorwaardelijk opzet had om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De gedragingen van de verdachte, waarbij hij de aangever bij de keel/hals vastpakte en deze dichtdrukte, vonden plaats in een kleine ruimte (een auto) en waren zodanig dat de verdachte zich bewust moest zijn van de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank achtte de poging tot zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een taakstraf van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende gijzeling voor 50 dagen, en sprak hem vrij van de overige tenlastegelegde feiten. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en de impact op zowel de aangever als de verdachte.