Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van 10 februari 2020
PROCESGANG
- [verzoeker] verzoeker;
- [naam] , thuiscoach;
- [naam] , beschermingsbewindvoerder;
- [naam] , namens Sociaal.nl Schuldhulpverlening.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening, specifiek een moratorium, als bedoeld in artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). De verzoeker had dit verzoek ingediend in het kader van een aanvraag voor de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat het onvoldoende aannemelijk is dat de verzoeker kan worden toegelaten tot deze regeling. Dit oordeel is gebaseerd op de bevindingen dat de verzoeker, ondanks een beperkte schuldenlast van circa € 4.500,-, regelmatig substantiële contante bedragen stortte en aanzienlijke bedragen met een creditcard uitgaf, wat vragen opriep over zijn financiële situatie en de oprechtheid van zijn verzoek.
De rechtbank heeft op 13 december 2019 het verzoek tot het instellen van een moratorium ontvangen, en op 16 december 2019 een tussenvonnis gewezen. De behandeling van de zaak vond plaats op 5 februari 2020, waarbij de verhuurder niet aanwezig was. De rechtbank heeft geen kennis kunnen nemen van het standpunt van de verhuurder, wat de beoordeling van de zaak beïnvloedde. De verzoeker heeft aangegeven dat hij poogt een minnelijke regeling met zijn schuldeisers te treffen, maar de rechtbank oordeelde dat de gevraagde voorziening niet gerechtvaardigd was, gezien de twijfels over de financiële situatie van de verzoeker.
De rechtbank heeft de verzoeker opgedragen om binnen twee weken aan te geven of hij het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling handhaaft. Indien hij niet reageert, wordt het verzoek als ingetrokken beschouwd. De beslissing om de gevraagde voorziening af te wijzen is genomen om de rechten van de schuldeisers te beschermen.