ECLI:NL:RBNNE:2020:1153

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
12 maart 2020
Zaaknummer
171328
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting crisismaatregel op grond van artikel 7:7 Wvggz wegens manisch psychotisch toestandsbeeld

Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om deze voortzetting vanwege een manisch psychotisch toestandsbeeld van de betrokkene, die op dat moment in een acute crisis verkeerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, veroorzaakt door het gedrag van de betrokkene, die onder invloed van drugs verkeerde en overlast veroorzaakte in de openbare ruimte.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkene en haar advocaat, mr. B.G. Kooi, gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen gevaar voor de kinderen van de betrokkene aanwezig was, aangezien deze niet bij haar verbleven. De rechtbank heeft de noodzaak van de voorgestelde zorgmaatregelen onderbouwd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De rechtbank oordeelde dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was.

De rechtbank heeft vervolgens een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, die geldig is tot en met 2 maart 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter G.J. Baken en schriftelijk uitgewerkt op 11 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Zaak-/rekestnr.: C/17/171328 / BZ RK 20-67
Beschikking van
10 februari 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.G. Kooi te Dokkum.

1.Procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 7 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing van de burgemeester van de gemeente Leeuwarden tot het nemen van de crisismaatregel, geldig tot en met 9 februari 2020, 16:08 uur;
 de medische verklaring van 6 februari 2020;
 uittreksel justitiële documentatie d.d. 7 februari 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
 verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden in de GGZ Friesland, locatie Jelgerhuis te Leeuwarden.
Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. B.G. Kooi;
- [naam] , aios, namens de zorgverantwoordelijke [naam] .
1.5.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling:

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in
levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige verwaarlozing, acute maatschappelijke teloorgang en betrokkene roept met hinderlijk gedrag agressie van een ander op.
Doordat betrokkene drugs gebruikt en er sprake is van een manisch psychotisch toestandsbeeld, is de waarneming en het denken van betrokkene verstoord geraakt. Betrokkene veroorzaakte overlast op straat en liep te schreeuwen. Zij veroorzaakt daardoor onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank gaat hiermee voorbij aan het namens betrokkene gevoerde verweer over het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Met de raadsvrouw van betrokkene is de rechtbank het eens dat er geen gevaar bestaat voor het welzijn van de kinderen van de vrouw, nu de kinderen niet bij de vrouw verblijven.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De psychiater geeft aan dat betrokkene nog steeds een psychotische toestandsbeeld vertoont en dat zij meer tijd nodig heeft om te herstellen.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening,
- beperken van de bewegingsvrijheid,
- insluiten,
- uitoefenen van toezicht op betrokkene,
- onderzoek aan kleding of lichaam,
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen,
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
- opnemen in een accommodatie,
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.3.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.4.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[naam] ,geboren op [geboortedatum] ,
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 maart 2020.
Deze beschikking is op 10 februari 2020 mondeling gegeven door mr. G.J. Baken, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door de griffier, en op 11 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
(fn: 656)
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.