Op 24 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene, die lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder bipolaire-stemmingsstoornissen en andere gedragsstoornissen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder een medische verklaring en relevante politiegegevens. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn zowel de betrokkene als een psychiater gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, wat de noodzaak van de crisismaatregel onderstreept. Ondanks het verweer van de betrokkene dat zijn gedrag niet voortvloeit uit een psychische stoornis, maar uit somatische klachten, heeft de rechtbank de bevindingen van de psychiater gevolgd. De psychiater heeft aangegeven dat het gedrag van de betrokkene niet alleen door somatische klachten kan worden verklaard en dat de medicatie effect heeft op zijn toestand.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder opname in een accommodatie, noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 16 maart 2020. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 24 februari 2020 door rechter S.M. Barkhuijsen-Venselaar, met het rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.