Op 18 juli 2019 heeft de grootmoeder een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Nederland tot vaststelling van een omgangsregeling met haar kleindochter, die is geboren uit de relatie tussen de vrouw en de man. De zaak is op 16 januari 2020 mondeling behandeld, waarbij de grootmoeder, de vrouw en de man, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. De rechtbank heeft besloten de zaak aan te houden om de ontwikkeling van het contactherstel tussen de man en de kleindochter af te wachten, aangezien dit op dit moment prioriteit heeft boven het contactherstel tussen de grootmoeder en de kleindochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de grootmoeder en de kleindochter, maar dat het in het belang van de kleindochter is om eerst de situatie tussen de ouders te stabiliseren. De zaak is aangehouden voor zes maanden, met een pro forma datum op 30 juli 2020, waarop partijen de rechtbank moeten informeren over de stand van zaken. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden en verklaart de grootmoeder ontvankelijk in haar verzoek.