Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
V: Wie is Opa?
A: [verdachte] .
V: Waar is dat raars gebeurd?
A: Op mijn slaapkamer [de rechtbank begrijpt: in Hoogeveen].
V: Vertel daar eens alles over?
A: Hij ging aan mij zitten en vroeg: "Vind je het lekker?" Ik zei tegen hem: "Nee Opa". Hij ging door en zei nog een keer “Vind je het lekker?”
V: Je opa kwam in je slaapkamer. Vertel daar eens alles over?
A: Hij zat aan mijn kont, hij ging er overheen wrijven. Hij deed dat onder mijn onderbroek over mijn billen, op mijn blote vel. Toen wou hij ook aan mijn privé gedeelte zitten.
V: Wat is je privé gedeelte?
A: Dat is mijn piemel.
V: Je zegt proberen?
A: Ja, hij kwam steeds dichterbij. Door met zijn hand naar voren te gaan.
V: Heeft hij je piemel aangeraakt?
A: Ja 1x. Hij ging over mijn piemel wrijven. Ik vond dat niet fijn. Hij weet dat want hij vroeg: "Vind je het lekker". Ik heb toen: "Nee” gezegd.
V: Nog even terug dat opa aan je billen zat?
A: Opa ging wrijven over mijn billen en tussen mijn billen. Ik voelde dat. Dat heeft hij 3 of 4 keer gedaan. Hij heeft mijn piemel 1 keer aangeraakt. Opa heeft mijn piemel aangeraakt over mijn onderbroek.
A: Onderweg naar huis.
V: Wie begon er weer over?
A: [slachtoffer] .
A: De volgende morgen. [slachtoffer] was stil omdat hij op zijn telefoon zat. Opa zat ook gewoon in de kamer.
V: Is je toen iets opgevallen?
A: Ja hij was wel stiller en vroeg telkens of hij bij mij mocht zijn. Dat is vreemd voor [slachtoffer] want normaal gesproken is hij heel erg gericht op visite als die er is, maar nu wilde hij steeds bij mij zijn. Sinds het gebeurd is, is [slachtoffer] bang. Hij schrok ook al toen ik in de kamer kwam. Hij slaapt nu meestal bij mij op de kamer. Hij wilde per se bij mij liggen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.
een gedeelte, groot 178 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.