ECLI:NL:RBNNE:2020:104

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 januari 2020
Publicatiedatum
13 januari 2020
Zaaknummer
C/18/196489 / FA RK 20-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel en uitbreiding van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 8 januari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1982, die verblijft in de Lentis kliniek. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 3 januari 2020 was opgelegd. Tijdens de zitting was de betrokkene niet in staat om gehoord te worden vanwege zijn geagiteerde toestand. De rechter heeft geprobeerd om vanuit de deuropening contact te maken, maar dit was niet mogelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, veroorzaakt door een psychische stoornis, en dat de situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De betrokkene vertoonde onvoorspelbaar en fysiek agressief gedrag, wat leidde tot de noodzaak van opname in een Extra Beveiligde Kliniek.

De rechtbank heeft de zorgverantwoordelijke gehoord, die verzocht om uitbreiding van de vormen van verplichte zorg, waaronder onderzoek aan kleding en lichaam, en het beperken van de vrijheid van de betrokkene. De rechtbank oordeelde dat deze uitbreiding doelmatig en proportioneel is, gezien het risico van middelengebruik en de veiligheid van de betrokkene. De rechter heeft uiteindelijk een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, geldig tot en met 29 januari 2020. Deze beslissing is mondeling gegeven op 8 januari 2020 door de rechter en schriftelijk uitgewerkt op 13 januari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Groningen
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Zaak-/rekestnr.: C/18/196489 / FA RK 20-18
Beschikking van 8 januari 2020,
van de rechtbank Noord-Nederland naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[Betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1982,
wonende aan de [adres] ,
thans verblijvende te Lentis, locatie KKP te Groningen,
hierna te noemen: betrokkene,
advocate: mr. C.Th. Schouwenburg, die kantoor houdt in Beilen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 3 januari 2020 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester inhoudende het nemen van de crisismaatregel;
- episode journaal Khonraad, en
- de medische verklaring.
1.2.
De rechter heeft telefonisch ter zitting van de geneesheer-directeur begrepen dat de verwijzingsbeslissing op grond van artikel 8:16 Wvggz er is, maar dat deze om technische redenen nog niet aan het dossier is toegevoegd. De verwijzingsbeslissing zit al wel in het EPD van betrokkene.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 januari 2020 op de locatie KKP van Lentis te Groningen.
1.4.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocate;
- [naam 1] , psychiater;
- [naam 2] , verpleegkundige.
1.5.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.
1.6.
De wet schrijft voor dat de rechter op het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel niet beslist dan nadat betrokkene ten aanzien waarvan de machtiging is verzocht, is gehoord, tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen.
Ten tijde van de zitting verbleef betrokkene in de separeerruimte. De rechter heeft vanuit de deuropening getracht om betrokkene te horen. Betrokkene was nog erg geagiteerd en een gesprek was op dat moment niet met hem te voeren. De rechter heeft daarop besloten om de zitting zonder het bijzijn van betrokkene voort te zetten.
Na de zitting is de rechter teruggekeerd naar betrokkene en heeft hem vanuit de deuropening zijn beslissing mondeling kenbaar gemaakt.
1.7.
De rechter heeft na het geven van de beslissing een kennisgeving mondelinge uitspraak verplichte zorg Wvggz uitgereikt aan de zorgaanbieder.

2.De beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische ontregeling in het kader van schizofrenie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
Voor opname verbleef betrokkene op vrijwillige basis op de Intensieve Care Unit van GGZ Drenthe. Betrokkene heeft op eigen initiatief zijn medicatie gestaakt en heeft geblowd. Dit heeft ertoe geleid dat betrokkene toenemend verward is geraakt. Hij vertoont onvoorspelbaar gedrag en is fysiek agressief. Betrokkene leeft in de overtuiging dat hij wel boos moet worden, want de wereld gaat naar de klote door de Trump’s en Poetin’s van nu. Volgens betrokkene zitten er potten en pannen verstopt in de lampen in het plafond. Hij heeft een klok kapot geslagen en sloeg ook tegen de muren aan. Ook heeft hij de wasbak laten verstoppen. Betrokkene wilde de kraan niet dichtdraaien, waardoor er water over de afdeling liep.
Gelet op voorgaande was het noodzakelijk dat hij, ondanks verzet, werd overgeplaatst naar de Extra Beveiligde Kliniek van GGZ Drenthe.
Omdat Lentis de zorgaanbieder van betrokkene is, is hij gisteren overgeplaatst naar de Lentis kliniek in Groningen.
Hoewel betrokkene (weer) wordt ingesteld op medicatie, is zijn toestandsbeeld nog onveranderd. Hij is nog steeds achterdochtig en raakt snel geagiteerd waardoor verpleging vanuit de separeerruimte noodzakelijk is.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie,
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden.
2.4.
Ter zitting heeft de zorgverantwoordelijke aangevoerd dat zij meer dan bovengenoemde vormen van verplichte zorg wil kunnen toepassen, te weten:
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, en
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De zorgverantwoordelijk acht deze vormen van verplichte zorg eveneens
noodzakelijk, om te kunnen voorkomen dat betrokkene terugvalt in
middelengebruik, dan wel middelen verstopt op telefonisch middelen regelt.
2.5.
Het is de rechter gebleken dat onder andere middelengebruik luxerend is (geweest) voor het toestandsbeeld van betrokkene en voornoemde uitbreiding van de vormen van verplichte zorg dan ook doelmatig en proportioneel is. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief (artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[Betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1982;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 januari 2020.
Deze machtiging is mondeling gegeven op 8 januari 2020 door mr. R.B.M. Keurentjes, in tegenwoordigheid van de griffier, en op 13 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.