ECLI:NL:RBNNE:2019:637

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 februari 2019
Publicatiedatum
20 februari 2019
Zaaknummer
18/830253-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cybercriminaliteit door gebruik van keyloggers en oplichting van studenten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan cybercriminaliteit. De verdachte heeft gedurende een langere periode keyloggers gebruikt om inloggegevens van studenten van de Hanzehogeschool Groningen te verzamelen. Met deze gegevens heeft hij toegang gekregen tot hun klantenaccounts bij verschillende webshops, waaronder die van benadeelde partijen. Hierdoor heeft hij frauduleuze bestellingen geplaatst en goederen laten bezorgen op adressen waar hij deze kon ophalen zonder dat de bewoners op de hoogte waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 194 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en daarnaast een taakstraf van 240 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte de schade aan de benadeelde partijen moet vergoeden, waaronder een bedrag van €150,- aan een van de slachtoffers. De rechtbank heeft de vordering van een andere benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk en de mogelijkheid om zijn opleiding af te ronden. De rechtbank heeft ook de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte meegewogen, zoals zijn aanmelding bij de reclassering en de behandeling die hij zal ondergaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830253-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 februari 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 januari 2019.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P. Huistra, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van augustus 2016 tot en met 13 juli 2017 te
Groningen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten - een lamp en/of inkt voor de printer (aangifte [slachtoffer 1] p.1) en/of - een walkman (aangifte [slachtoffer 2] p.3) en/of - twee games/spellen en/of een router (aangifte [slachtoffer 3] p. 30) en/of - meerdere, althans een, harde schijf en/of een playstation voucher en/of cd's
(aangifte [slachtoffer 4] p. 38) en/of - electronica en/of cd's (aangifte [slachtoffer 5] p. 50 en 61) en/of - een gezichtsbruiner (aangifte [slachtoffer 6] p. 63) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 7] p. 78) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 8] p. 89) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 9] p. 94) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 10] p. 96) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 11] p. 98) en/of - een harde schijf en/of een SSD kaart (aangifte [slachtoffer 12] p. 109) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 13] p. 133) en/of - een harde schijf en/of een Sandisk SDXC en/of cd's (aangifte [slachtoffer 14]
p. 137) en/of - een harde schijf en/of een cd (aangifte [slachtoffer 15] p. 169) en/of - boeken en/of playstation giftcards en/of een harde schijf (aangifte [slachtoffer 16]
p. 172) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 17] p. 174) en/of - een harde schijf en/of een SSd kaart en/of een Sandisk SDXC en/of een cd
(aangifte [slachtoffer 18] p. 197) en/of - een stabilizer voor een camera (aangifte [slachtoffer 19] p. 205) en/of - cd's en/of een tablet en/of onderbroeken (aangifte [slachtoffer 20] p. 211) en/of - boeken en/of een harde schijf en/of cd's (aangifte [slachtoffer 21] p. 215)
en/of - een cd (aangifte [slachtoffer 22] p.211) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 23] p. 233) en/of - een harde schijf en/of een cd (aangifte [slachtoffer 24] p. 268) en/of - een harde schijf en/of een boek (aangifte [slachtoffer 25] p. 278) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 26] p. 281) en/of - een digitaal apparaat, althans electronica en/of een cadeaukaart ( aangifte
[slachtoffer 27] p. 286) en/of, althans enig goed/goederen door (telkens) - de inloggegevens te bemachtigen van derden (met behulp van keyloggers) en/of - (met die bemachtigde inloggegevens) op het account van die derden op [benadeelde partij 1] in te loggen en/of - een bestelling op naam en rekening van die derden te plaatsen en/of - het afleveradres te wijzigen en/of - de bevestigingsemail van [benadeelde partij 1] aan deze derden te verwijderen zodat deze derden niet op de hoogte zou zijn van de bestelling;
2.
hij in of omstreeks de periode van november 2016 tot en met 13 juli 2017 te
Groningen, althans in Nederland, (telkens) meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk
met een technisch hulpmiddel
gegevens heeft afgetapt en/of heeft opgenomen die niet voor hem, verdachte, bestemd waren en die werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van telecommunicatie en/of door middel van een geautomatiseerd werk, immers heeft hij, verdachte, keyloggers geplaatst op de computers van de [benadeelde partij 3] waardoor hij de
door de gebruiker van de computer ingevoerde gegevens (waaronder de
inloggevens en gebruikergegevens) heeft afgetapt en opgenomen;
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank nu verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd omtrent de ten laste gelegde feiten.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1 - tablet en onderbroeken
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1. ten laste gelegde bewegen tot de afgifte van een tablet en van onderbroeken niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, nu er naast de aangifte van [slachtoffer 20] geen bewijs in het dossier te vinden is waaraan verdachte gekoppeld kan worden. De rechtbank spreekt verdachte vrij van dit gedeelte van het onder 1. ten laste gelegde.
Feit 1 - overig en feit 2
De rechtbank acht het onder 1. overige en onder 2. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte het onder 1. overige en onder 2. ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 januari 2019;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juni 2017, opgenomen in map 2 op pagina 1 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRAA17035-ROSKUR d.d. 23 oktober 2017, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 oktober 2016, opgenomen in map 2 op pagina 3 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2017, opgenomen in map 2 op pagina 30 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] ;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2017, opgenomen in map 2 op pagina 38 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] ;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 december 2016, opgenomen in map 2 op pagina 50 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] ;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 februari 2017, opgenomen in map 2 op pagina 63 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 6] ;
8. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 december 2016, opgenomen in map 2 op pagina 78 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 7] ;
9. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 januari 2017, opgenomen in map 2 op pagina 89 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 8] ;
10. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 maart 2017, opgenomen in map 2 op pagina 94 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 9] ;
11. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 mei 2017, opgenomen in map 2 op pagina 96 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 10] ;
12. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 mei 2017, opgenomen in map 2 op pagina 98 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 11] ;
13. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 mei 2017, opgenomen in map 2 op pagina 109 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 12] ;
14. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 mei 2017, opgenomen in map 2 op pagina 133 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 13] ;
15. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juni 2017, opgenomen in map 2 op pagina 137 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 14] ;
16. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 juni 2017, opgenomen in map 2 op pagina 169 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland R d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 15] ;
17. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 172 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 16] ;
18. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 174 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 17] ;
19. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 197 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 18] ;
20. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 205 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 19] ;
21. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 211 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 20] ;
22. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 215 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 21] ;
23. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 221 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 22] ;
24. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 augustus 2017, opgenomen in map 2 op pagina 233 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 23] ;
25. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 augustus 2017, opgenomen in map 2 op pagina 268 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 24] ;
26. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2017, opgenomen in map 2 op pagina 278 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 25] ;
27. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 september 2017, opgenomen in map 2 op pagina 281 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 26] ;
28. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 september 2017, opgenomen in map 2 op pagina 286 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 27] ;
29. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 september 2017, opgenomen in map 2 op pagina 288 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [medewerker 1] namens [benadeelde partij 1] ;
30. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 september 2017, opgenomen in map 2 op pagina 294 e.v. van voormeld dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2017, inhoudend als verklaring van [medewerker 2] namens [benadeelde partij 3] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. overige en onder 2. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van augustus 2016 tot en met 13 juli 2017 te
Groningen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten - een lamp en/of inkt voor de printer (aangifte [slachtoffer 1] p.1) en/of - een walkman (aangifte [slachtoffer 2] p.3) en/of - twee games/spellen en/of een router (aangifte [slachtoffer 3] p. 30) en/of - meerdere, althans een, harde schijf en/of een playstation voucher en/of cd's
(aangifte [slachtoffer 4] p. 38) en/of - electronica en/of cd's (aangifte [slachtoffer 5] p. 50 en 61) en/of - een gezichtsbruiner (aangifte [slachtoffer 6] p. 63) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 7] p. 78) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 8] p. 89) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 9] p. 94) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 10] p. 96) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 11] p. 98) en/of - een harde schijf en/of een SSD kaart (aangifte [slachtoffer 12] p. 109) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 13] p. 133) en/of - een harde schijf en/of een Sandisk SDXC en/of cd's (aangifte [slachtoffer 14]
p. 137) en/of - een harde schijf en/of een cd (aangifte [slachtoffer 15] p. 169) en/of - boeken en/of playstation giftcards en/of een harde schijf (aangifte [slachtoffer 16]
p. 172) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 17] p. 174) en/of - een harde schijf en/of een SSd kaart en/of een Sandisk SDXC en/of een cd
(aangifte [slachtoffer 18] p. 197) en/of - een stabilizer voor een camera (aangifte [slachtoffer 19] p. 205) en/of - cd's en/of een tablet en/of onderbroeken (aangifte [slachtoffer 20] p. 211) en/of - boeken en/of een harde schijf en/of cd's (aangifte [slachtoffer 21] p. 215)
en/of - een cd (aangifte [slachtoffer 22] p.211) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 23] p. 233) en/of - een harde schijf en/of een cd (aangifte [slachtoffer 24] p. 268) en/of - een harde schijf en/of een boek (aangifte [slachtoffer 25] p. 278) en/of - een harde schijf (aangifte [slachtoffer 26] p. 281) en/of - een digitaal apparaat, althans electronica en/of een cadeaukaart ( aangifte
[slachtoffer 27] p. 286) en/of, althans enig goed/goederen door (telkens) - de inloggegevens te bemachtigen van derden (met behulp van keyloggers) en/of - (met die bemachtigde inloggegevens) op het account van die derden op [benadeelde partij 1] in te loggen en/of - een bestelling op naam en rekening van die derden te plaatsen en/of - het afleveradres te wijzigen en/of - de bevestigingsemail van [benadeelde partij 1] aan deze derden te verwijderen zodat deze derden niet op de hoogte zou zijn van de bestelling;
2.
hij in of omstreeks de periode van november 2016 tot en met 13 juli 2017 te
Groningen, althans in Nederland, (telkens) meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk
met een technisch hulpmiddel
gegevens heeft afgetapt en/of heeft opgenomen die niet voor hem, verdachte, bestemd waren en die werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van telecommunicatie en/of door middel van een geautomatiseerd werk, immers heeft hij, verdachte, keyloggers geplaatst op de computers van de [benadeelde partij 3] waardoor hij de
door de gebruiker van de computer ingevoerde gegevens (waaronder de
inloggevens en gebruikergegevens) heeft afgetapt en opgenomen;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

1. Oplichting, meermalen gepleegd;

2. Het opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens aftappen of opnemen die niet voor hem bestemd zijn en die worden verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk, meermalen gepleegd.

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. en 2. ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van bijzondere voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering in het reclasseringsrapport van 28 december 2018. De officier van justitie heeft daarbij gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de richtlijnen van het openbaar ministerie. De officier van justitie heeft voorts verbeurdverklaring gevorderd van alle resterende, in beslag genomen goederen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. Verdachte heeft verder ter zitting afstand gedaan van de sla-tang en de fonduevork. De raadsman heeft zich ten aanzien van de resterende, in beslag genomen goederen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met uitzondering van de Asus-computer nu verdachte daarvan geen afstand heeft gedaan.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende langere tijd schuldig gemaakt aan cybercriminaliteit. Verdachte heeft, door gebruik te maken van keyloggers, op grote schaal inloggegevens van studenten van de [benadeelde partij 3] verzameld. Door middel van de verzamelde inloggegevens kon verdachte binnendringen in de klantenaccounts van die studenten bij webshops, zoals die van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , en heeft hij deze accounts gebruikt om frauduleuze bestellingen te plaatsen. De bestelde goederen liet verdachte bezorgen op zorgvuldig uitgekozen adressen, waar hij gemakkelijk de geleverde goederen - uit het zicht van de bewoners - uit de brievenbussen kon vissen. Verdachte heeft door deze handelswijze internetbedrijven en een groot aantal particulieren financieel benadeeld. Daar komt bij dat veel van deze particulieren ook op andere wijze nadeel hebben ondervonden, door ten onrechte als wanbetaler te zijn aangemerkt. Verdachte heeft zich daar niets van aangetrokken en heeft uitsluitend oog gehad voor zijn eigen financieel gewin. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
De rechtbank heeft kennis genomen van het van reclasseringsadvies van de Reclassering van het Leger des Heils van 28 december 2018, opgemaakt door [medewerker 3]. Uit het reclasseringsadvies is gebleken dat verdachte tijdens zijn jeugd weinig ruimte heeft gekregen om zijn eigen problemen te bespreken met zijn ouders. Zijn moeder worstelde met een alcoholverslaving en overleed in 2015. Zijn vader had een eigen bedrijf dat uiteindelijk failliet ging. Toen zijn studiefinanciering stopte in 2016 en verdachte daardoor in financiële problemen dreigde te raken, is hij overgegaan tot de bewezenverklaarde handelingen. Er worden door de reclassering geen grote problemen bij verdachte op leefgebieden geconstateerd. Verdachte heeft al zeven jaar een vaste relatie. Hij werkt fulltime en ontvangt voldoende inkomsten om zijn vaste lasten te kunnen betalen. Ook heeft verdachte in november 2018 te horen gekregen van de [benadeelde partij 3] dat hij zijn opleiding mag afmaken. Uit het reclasseringsrapport blijkt voorts dat verdachte in het kader van een voorloop aanleiding toezicht vanaf november 2017 contact heeft met de reclassering van het Leger des Heils. Hij is inmiddels aangemeld bij de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord-Nederland (AFPN) en zal in 2019 beginnen met de behandeling.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte nog niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. Daarnaast neemt de rechtbank mede in overweging dat verdachte blijk geeft van groot schuldbesef en actief stappen onderneemt om herhaling in de toekomst te voorkomen.
De rechtbank acht daarom een gevangenisstraf voor de duur van 194 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. De rechtbank wijkt daarmee af van de eis van de officier van justitie om de volgende redenen. Verdachte erkent dat hij hulp nodig heeft. Hij heeft inmiddels werk gevonden en mag zijn opleiding aan de [benadeelde partij 3] afronden. Het lijkt al met al goed te gaan met verdachte. Deze positieve ontwikkelingen zullen mogelijk worden doorkruist bij het uitzitten van een gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte daarnaast een taakstraf rechtvaardigen en dat een dergelijke straf een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen Nokia oplader, sla-tang, fonduevork, USB-stick in de vorm van een sleutel, Wiko en Nokia vatbaar voor verbeurdverklaring.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen Asus UX305L computer moet worden teruggeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 10] , tot een bedrag van € 150,- ter zake van materiële schade en € 150,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 1] , tot een bedrag van € 7.501,81 ter vergoeding van materiële schade vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 1] aangevoerd dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 10] aangevoerd dat de materiële schade dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 150,-. De benadeelde partij moet ten aanzien van het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 1] op het standpunt gesteld dat de vordering niet ontvankelijk moet worden verklaard.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 10] op het standpunt gesteld dat de materiële schade dient te worden toegewezen en refereert zich, omtrent de hoogte van het materiële deel, aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het immateriële deel van de vordering heeft de raadsman aangevoerd dat deze niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel moet worden afgewezen.
Oordeel van de rechtbank
Vordering [benadeelde partij 1]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, omdat de vordering niet nader is toegelicht en de vordering onvoldoende is onderbouwd met stukken. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij de vordering ter zake van dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Vordering [slachtoffer 10]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend.
Wat betreft de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. In geval geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals hier, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als zo'n aantasting in de persoon, indien de psychologische gevolgen voldoende ernstig zijn. Boosheid, angst en de omstandigheid dat een slachtoffer zich ernstig in zijn privacy voelt aangetast, valt niet onder het bereik van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is niet door de benadeelde partij aangevoerd of aannemelijk gemaakt. Het onderdeel van de vordering dat ziet op vergoeding van immateriële schade zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij de vordering ter zake van dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De vordering van [slachtoffer 10] , waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom deels worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juli 2017.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 57, 139c, 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. meer specifiek een tablet en onderbroeken is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. overige deel en onder 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 194 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden:
dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich uiterlijk binnen 14 dagen volgend op het onherroepelijk vonnis meldt bij de reclassering van het Leger des Heils, op het adres: Damsterdiep 271 te Groningen. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
dat de veroordeelde zich laat behandelen door de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord-Nederland (AFPN) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat de veroordeelde gedurende de proeftijd zal meewerken aan diagnostiek en indien -gezien de gestelde diagnose- nodig, zich ook daarvoor onder behandeling zal stellen van de AFPN of een soortgelijke zorgverlener, zolang die instelling of de reclassering dit nodig acht.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen Nokia oplader, sla-tang, fonduevork, USB-stick in de vorm van een sleutel, Wiko en Nokia.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven Asus UX305L computer.

Benadeelde partijen

Bepaalt dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]in haar vordering niet ontvankelijk is en dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 10]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
150,-(zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juli 2017.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] voor het overige niet ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10] te betalen een bedrag van € 150,- (zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juli 2017, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 150,- aan materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. P.H.M. Smeets en mr. W. Geelhoed, rechters, bijgestaan door mr. A.M.J. Flach, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 februari 2019.
Mr. O.J. Bosker en mr. W. Geelhoed zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.