ECLI:NL:RBNNE:2019:601

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
19 februari 2019
Zaaknummer
18/730022-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een veroordeelde met twee jaren

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 februari 2019 uitspraak gedaan over de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde. De officier van justitie had verzocht om de TBS met twee jaren te verlengen. De behandeling vond plaats op 29 januari 2019, waarbij de veroordeelde, zijn raadsman mr. K.E. Wielenga, de officier van justitie mr. A.J. Kemkers en een deskundige van FPC Dr. S. van Mesdag aanwezig waren. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder een advies van het behandelteam, in overweging genomen.

De veroordeelde was eerder ter beschikking gesteld voor het plegen van seksuele handelingen met zijn minderjarige kind. De TBS was ingegaan op 26 januari 2017. In het verlengingsadvies werd geconstateerd dat de veroordeelde gediagnostiseerd was met een pedofiele stoornis en dat er nog steeds cognitieve vertekeningen aanwezig waren. Ondanks dat de veroordeelde stappen had gezet in zijn behandeling, was er onvoldoende zicht op zijn seksualiteitsbeleving en was voortgezet toezicht noodzakelijk.

De rechtbank oordeelde dat de algemene veiligheid van personen vereiste dat de termijn van de dwangmaatregel werd verlengd. De rechtbank heeft de TBS met twee jaren verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en het advies van de deskundige. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij mr. J.Y.B. Jansen als voorzitter fungeerde, en is openbaar uitgesproken op 12 februari 2019.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730022-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 12 februari 2019 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende te [verblijfsplaats] , [straatnaam] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 29 januari 2019, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, diens raadsman mr. K.E. Wielenga, de officier van justitie mr. A.J. Kemkers en mevrouw [medewerker] , assistent behandelcoördinator/orthopedagoog, als deskundige namens FPC Dr. S. van Mesdag.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 26 november 2018 van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 17 augustus 2015 heeft de rechtbank veroordeelde ter beschikking gesteld met een bevel tot verpleging van overheidswege voor het plegen van seksuele handelingen, die mede bestonden uit seksueel binnendringen, bij zijn kind dat de leeftijd van 12 jaren nog niet had bereikt en het plegen van ontucht bij zijn minderjarige kind.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 26 januari 2017.
Het advies van de instelling
In het voormeld verlengingsadvies - zoals ter zitting toegelicht door de deskundige - wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven.
Veroordeelde is gediagnostiseerd met een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type en urofilie. Veroordeelde heeft beperkte mentaliserende en zelfreflectieve vermogens, en ten opzichte van het delict is er sprake van cognitieve vertekeningen en vermijdende coping.
Veroordeelde heeft zich ingezet voor zijn behandeling en belangrijke stappen gezet. Zijn probleeminzicht is vergroot en hij ziet in dat alleen hijzelf verantwoordelijk is voor het misbruik van zijn dochter en hij neemt die verantwoordelijkheid ook. Veroordeelde ontkent dat er sprake is van pedofilie. Ondanks het vergrote probleeminzicht lijkt er nog in enige mate sprake van cognitieve vertekeningen, die vooral naar voren komen tijdens de seksuele therapie.
Veroordeelde bevindt zich nu in de fase van langzaam toenemende vrijheden. Verloven verlopen positief; veroordeelde heeft nu ook korte onbegeleide verloven. Op de Transmurale Voorziening (TMV) zijn nog behandel- en resocialisatiedoelen te behalen. Om de behandeling en resocialisatie op verantwoorde wijze verder vorm te geven blijft het juridische kader van de TBS geïndiceerd. Zonder het kader van de TBS met dwangverpleging is de kans op recidive matig. Er is nog onvoldoende zicht op de seksualiteitsbeleving, en ook de kwetsbare coping en persoonlijkheidsorganisatie maken voortgezet toezicht en begeleiding noodzakelijk. Andere kaders kunnen pas overwogen worden wanneer de noodzakelijke mate van begeleiding duidelijk is, veroordeelde langere tijd heeft getoond dat hij zijn terugvalpreventieplan kan naleven bij uitbreiding van vrijheden, en inbedding in de ambulante hulpverlening vorm heeft gekregen. Op dit moment schat de kliniek in dat het resocialisatietraject binnen het transmurale verlof zeker langer dan een jaar zal duren.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
Veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de strafmotivering in het onderliggende vonnis vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van veroordeelde [veroordeelde] met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.Y.B. Jansen, voorzitter, mr. K. Post en mr. C.J. Hoedt, rechters, bijgestaan door mr. E. de Vries-Haitsma, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 februari 2019.
Mr. Hoedt is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.