ECLI:NL:RBNNE:2019:5973

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2019
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
11273139 BU VERZ 24-2017, 11273581 BU VERZ 24-2026
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke sancties bij overtreding van geslotenverklaring voor motorvoertuigen

Op 11 februari 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende twee gelijktijdig behandelde sancties onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, die met vrienden op motoren reed, heeft twee sancties opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, aangeduid met bord C12. De eerste overtreding vond plaats op 18 juni 2023, waarbij de betrokkene en zijn vrienden het bord over het hoofd zagen en na het besef van hun fout onmiddellijk omkeerden. De kantonrechter overwoog dat het passeren van het bord in beginsel voldoende is voor het opleggen van boetes, maar nam in dit geval de omkering van de betrokkene in overweging. De kantonrechter besloot de boete voor de eerste overtreding (zaaknummer 24-2017) op nihil te stellen, waardoor de betrokkene slechts één boete hoeft te voldoen. De tweede overtreding (zaaknummer 24-2026) bleef gehandhaafd met een sanctie van € 119,00. De kantonrechter verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond en wijzigde de beslissing zodanig dat het sanctiebedrag voor de eerste overtreding werd gematigd tot nihil. De zekerheidstelling aan de betrokkene moet worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en bestuursstrafrecht, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummers: 258859618 en 258859594
zaaknummer: 11273139 BU VERZ 24-2017 en 11273581 BU VERZ 24-2026
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 24 januari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (de betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. C.H. de Groot
als griffier : D.W. Veenstra
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. R.A. van der Velde.
Betrokkene heeft tweemaal een sanctie opgelegd gekregen. Vanwege de onderlinge samenhang zijn de zaken tegelijk behandeld op de zitting.
De eerste verweten gedraging (24-2017) is R559 – ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 18 juni 2023, om 10:48 uur, op de Koelenweg te Huis ter Heide, met een motorfiets met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
De tweede verweten gedraging (24-2026) is R559 – ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 18 juni 2023, om 10:48 uur, op de Koelenweg te Huis ter Heide, met een motorfiets met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene betwist de gedraging niet. Hij was met vrienden aan het toeren op de motor en zagen alle drie de geslotenverklaring over het hoofd. Toen ze doorhadden dat ze reden waar dat niet mocht, zijn ze direct omgekeerd. Betrokkene stelt dat als het hen niets interesseerde, zij waren doorgereden. Omdat ze zijn omgekeerd, vraagt betrokkene om coulance. Betrokkene heeft contact opgenomen met de gemeente om beelden op te vragen waarop te zien is dat ze zijn omgekeerd, maar heeft hier geen reactie op gekregen.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De gedragingen kunnen worden vastgesteld, omdat betrokkene deze niet betwist.
De kantonrechter overweegt dat het enkele passeren van het bord C12 in beginsel voldoende is om het opleggen van de boetes te rechtvaardigen. Betrokkene en zijn vrienden hadden beter moeten opletten op de omgeving. De kantonrechter neemt echter van betrokkene aan dat zij zijn omgekeerd en ziet daarin aanleiding om de boete in 24-2017 op nihil te stellen, zodat betrokkene maar één boete hoeft te voldoen.
De kantonrechter:
- inzake 24-2017:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond;
- wijzigt die beslissing in die zin dat het sanctiebedrag wordt gematigd tot nihil;
- bepaalt dat de zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
- inzake 24-2026:
- verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: