Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
verzoeker,
gemachtigde: mr. L.J. van Pelt, in persoon verschenen,
verweerder,
gemachtigde: mr. E. Sportel,
1.de publiekrechtelijke rechtspersoon STAATSBOSBEHEER,gevestigd te Driebergen-Rijsenburg,gemachtigde: mr. H. van den Burg,
. [B],
wonende te [woonplaats] ,
verschenen in persoon.
1.De procedure
- het ontwerpbesluit voor het ruilplan voor de herverkaveling Nieuw-Schoonebeek (hierna: het blok)
- de zienswijze van [A] van 26 juli 2018
- het verzoekschrift van 25 maart 2019, ingekomen op 26 maart 2019
- het verweerschrift van de commissie, ingekomen op 10 juli 2019
- de e-mails van 19 en 21 juni 2019 met een voorstel van de commissie aan [A]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 24 juni 2019
- de akkoordverklaring, getekend op 9 en 15 juli 2019
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordelingKwaliteit grond4.1. De rechtbank stelt vast dat [A] in zijn beroepschrift geen bezwaren heeft geuit over de toedeling an sich. Hij gaat immers alleen dan niet akkoord met de toedeling als de betreffende kavelaanvaardingswerken niet worden vergoed. De commissie heeft zich dan ook op het standpunt kunnen stellen dat dit geen te honoreren bezwaar tegen het ruilplan betreft maar dat dit via kavelaanvaarding dan wel via de lijst geldelijke regelingen moet worden opgelost. Bovendien is over de kavelaanvaardingswerken overeenstemming bereikt tussen de commissie met [A] over de kavelaanvaarding voor de kavel Koelveen. De conclusie is dan ook dat het beroep tegen het ruilplan ongegrond is.
5.De beslissing
- het zuidelijk deel van de nieuwe percelen Schoonebeek X306, 425, 1073, 1031 en 1075 wordt toegedeeld aan de provincie Drenthe
- het resterende/noordelijk deel van de bovengenoemde percelen (en X 302) vervallen als dienen/heersend erf in recht van weg nummer 116
- het nieuwe perceel Schoonebeek X 1133 (17.33.98 ha met een waarde van € 744.000,00 wordt toegedeeld aan [A] (R10265353);
5.3. veroordeelt de commissie in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op € 297,00 aan griffierecht en € 1.086,00 aan salaris gemachtigde.