ECLI:NL:RBNNE:2019:5743

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 december 2019
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
8209537 CV EXPL 19-10298
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake aanmaningskosten en buitengerechtelijke kosten in consumentenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 31 december 2019 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Ziggo Services B.V. als eisende partij en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 187,00, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagde partij. De zaak draaide voornamelijk om de vraag of de gevorderde aanmaningskosten van € 25,00 rechtmatig waren, gezien de eisen die artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek stelt. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij in strijd met de wet handelde door deze kosten in rekening te brengen, omdat niet was voldaan aan de vereisten van het genoemde artikel. Bovendien bleek uit de ingediende stukken dat de creditfactuur van een latere datum was dan de veertiendagenbrief, waardoor het voor de gedaagde partij onduidelijk was dat de aanmaningskosten op het openstaande bedrag in mindering waren gebracht. De kantonrechter heeft de buitengerechtelijke kosten afgewezen en het gevorderde bedrag van € 147,00, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen. Daarnaast zijn de kosten aan de zijde van de eisende partij begroot op in totaal € 242,18, bestaande uit griffierecht, dagvaardingskosten en salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Verstek
Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
Zaak-/rolnummer: 8209537 CV EXPL 19-10298
verstekvonnis d.d. 31 december 2019
inzake

de besloten vennootschap Ziggo Services B.V.,

gevestigd te en kantoorhoudende te Utrecht,
eisende partij,
gemachtigde: LAVG,
uw kenmerk: [kenmerk],
tegen

[gedaagde],

wonende te [adres],
gedaagde partij, tegen wie verstek is verleend.

Procesverloop

De eisende partij heeft bij dagvaarding, op daarin geformuleerde gronden, gevorderd de gedaagde partij te veroordelen tot betaling van € 187,00 met rente en kosten.

Motivering

Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten ad € 40,00 wordt het volgende overwogen. Uit de onderhavige zaak en andere zaken van de eisende partij blijkt dat zij ook aan haar particuliere klanten € 25,00 aanmaningskosten in rekening pleegt te brengen terwijl niet wordt voldaan aan de vereisten die artikel 6:96 lid 6 BW daaraan stelt. De eisende partij handelt daarmee in strijd met de wet, wat haar kan worden aangerekend.
Naar de kantonrechter begrijpt worden die aanmaningskosten indien de klant niet alsnog tot betaling over gaat, voordat een zogenoemde veertiendagenbrief wordt verzonden in een factuur gecrediteerd. In het onderhavige dossier blijkt echter niet dat dit destijds is gebeurd.
De door de eisende partij overgelegde creditfactuur is van latere datum dan de veertiendagenbrief en in de veertiendagenbrief wordt niet met zoveel woorden vermeld en toegelicht dat eerder in rekening gebrachte aanmaningskosten op het openstaande bedrag in mindering zijn gebracht. Hierdoor was bij ontvangst van die veertiendagenbrief onvoldoende duidelijk dat slechts het maximumbedrag volgens de staffel BIK aan incassokosten verschuldigd was en werd gevorderd. De kantonrechter zal die onduidelijkheid voor rekening van de eisende partij laten en de buitengerechtelijke kosten afwijzen.
Het gevorderde komt de kantonrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor zodat dit kan worden toegewezen als na te melden.

Beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt de gedaagde partij aan de eisende partij te betalen € 147,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 144,99 vanaf 5 november 2019 tot de dag waarop deze is voldaan;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten, tot op heden aan de zijde van de eisende partij begroot op:
€ 121,00 aan griffierecht;
€ 85,18 aan dagvaardingskosten;
€ 36,00 als salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 december 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.