ECLI:NL:RBNNE:2019:5741
Rechtbank Noord-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ongeoorloofde roodstand en onjuiste aanmaning tot betaling
In deze zaak heeft de eisende partij, ING Bank N.V., de gedaagde partij, wonende te [adres], bij dagvaarding opgeroepen tot betaling van een bedrag van € 500,00, vermeerderd met rente en kosten. De eisende partij heeft de gedaagde partij in gebreke gesteld voor een hoofdsom van € 1.472,36, maar heeft later haar vordering verminderd tot € 884,85, waarvan de gedaagde partij al € 480,00 had voldaan. De kantonrechter heeft op 22 oktober 2019 een tussenvonnis gewezen waarin hij om aanvullende informatie heeft verzocht over de overeenkomst en de vordering.
Tijdens de zitting op 19 november 2019 heeft de eisende partij een akte overgelegd met een specificatie van de vordering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij de gedaagde partij gedurende zes jaar heeft aangemaand voor een te hoog bedrag, wat heeft geleid tot onjuiste informatie over de schuld van de gedaagde partij. Hierdoor kon niet worden uitgesloten dat de gedaagde tijdig had kunnen voldoen aan zijn verplichtingen als hij correct was geïnformeerd.
De kantonrechter heeft de gevorderde rente afgewezen tot de datum van dagvaarding en heeft alleen de resterende hoofdsom van € 404,65 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van vermindering van eis. Tevens is de eisende partij in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken op 3 december 2019 door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.