ECLI:NL:RBNNE:2019:5548

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 juli 2019
Publicatiedatum
16 januari 2020
Zaaknummer
164493
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling van de geboorteakte met dubbele achternaam in het kader van het naamrecht

In deze zaak heeft verzoekster op 4 februari 2019 een verzoekschrift ingediend om haar geboorteakte aan te vullen met een dubbele (Spaanse) achternaam, die zij deelt met haar broer. De zaak is behandeld op 14 mei 2019, waarbij verzoekster en haar advocaat aanwezig waren, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) van de gemeente Leeuwarden. Verzoekster, geboren uit een Spaanse moeder en een Nederlandse vader, heeft de Nederlandse nationaliteit en is op haar geboorteakte geregistreerd met de achternaam van haar vader. Haar broer, geboren in Spanje, heeft echter een dubbele achternaam gekregen, wat leidt tot een discrepantie in de geslachtsnamen binnen het gezin.

De ABS heeft het verzoek afgewezen, stellende dat de inschrijving van verzoekster op juiste gronden is gedaan volgens de toen geldende wet- en regelgeving. De rechtbank heeft echter overwogen dat het huidige naamrecht streeft naar eenheid van naam binnen een gezin en dat verzoekster voldoende belang heeft bij de aanpassing van haar naam in de registers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ABS ten tijde van de inschrijving van de geboorteakte van verzoekster correct heeft gehandeld, maar dat er nu een noodzaak is om de akte aan te vullen om de discrepantie te verhelpen.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de ABS gelast wordt om de geboorteakte van verzoekster aan te vullen, zodat deze ook de dubbele achternaam van verzoekster vermeldt. Dit besluit is genomen met inachtneming van de belangen van verzoekster en de noodzaak om haar identiteit te waarborgen in zowel Nederland als Spanje. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen, maar heeft de ABS expliciet gelast om de akte aan te vullen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/164493 / FA RK 18-1477
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 24 juli 2019
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen verzoekster,
advocaat mr. F. Hofstra, kantoorhoudende te Leeuwarden,
en
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leeuwarden,
hierna ook te noemen de ABS.

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoekster heeft op 4 februari 2019 een verzoekschrift met bijlagen ingediend.
1.2.
De zaak is behandeld ter zitting van 14 mei 2019. Verschenen zijn:
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] , ABS, vergezeld van haar collega de [naam] .

2.De feiten

2.1.
Verzoekster is op [geboortedatum] geboren te [geboorteplaats] . Zij heeft een Spaanse moeder, mevrouw [X] , en een Nederlandse vader, de heer [Y] . Verzoekster heeft de Nederlandse nationaliteit. Op verzoeksters geboorteakte staat zij vermeld als [geslachtsnaam Y] .
2.2.
De (enige) broer van verzoekster is geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Spanje). Hij heeft naar Spaans recht de geslachtsnaam " [geslachtsnaam Y-X] " gekregen en hij is onder deze geslachtsnaam ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand in Spanje en Nederland.

3.De standpunten

Het standpunt van verzoekster
3.1.
Het verzoek strekt ertoe om de geboorteakte van verzoekster aan te vullen dan wel te wijzigen en te verbeteren zodat daarin als geslachtsnaam van verzoekster
[geslachtsnaam Y-X]staat vermeld. Verzoekster stelt belang te hebben bij deze aanpassing. Zij wijst erop dat, in strijd met de geldende Nederlandse wet- en regelgeving, thans twee kinderen uit dezelfde ouders van het gezin [geslachtsnaam Y-X] niet dezelfde geslachtsnaam voeren. Verder stemt de vermelding op de Nederlandse geboorteakte niet overeen met de vermelding in het Registro Civil, de Spaanse registers van de burgerlijke stand, en het Spaanse familieboekje (“Libro de familia”); hierin staat zij met de achternaam [geslachtsnaam Y-X] vermeld.
Het standpunt van de ABS
3.2.
De ABS meent dat de rechtbank het verzoek moet afwijzen. Daartoe voert de ABS aan dat ten tijde van de geboorte van verzoekster het toen geldende naamrecht is toegepast bij het opmaken van de geboorteakte. Een in Nederland geboren kind kreeg de geslachtsnaam van de vader in geval het kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders kwam te staan. Onder het huidige recht zouden ouders een naamkeuze hebben, én zou verzoekster onder de dubbele geslachtsnaam van de broer zijn ingeschreven vanwege het huidige naamrecht dat als uitgangspunt hanteert dat opvolgende kinderen van dezelfde ouders in één gezin dezelfde geslachtsnaam krijgen. Dit betekent echter nog niet dat destijds een fout is gemaakt bij het opmaken van de geboorteakte. Van een kennelijke misslag is volgens de ABS dan ook geen sprake. Dat de broer van verzoekster in Nederland kennelijk ook onder [geslachtsnaam Y-X] in de registers staat, is volgens de ABS juist een kennelijke misslag. Als het verzoek wordt toegewezen vreest de ABS voor precedentwerking.

4.De beoordeling van het verzoek

4.1.
Op grond van artikel 1:24, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank.
4.2.
De rechtbank overweegt dat de ABS ten tijde van de inschrijving van de geboorteakte van verzoekster op juiste gronden en volgens de toen geldende wet- en regelgeving verzoekster heeft ingeschreven met de [geslachtsnaam X] . Van een kennelijke misslag of verschrijving is dan ook geen sprake. De vraag die vervolgens voorligt is of er sprake is van een akte die onvolledig is en die dient te worden aangevuld. Ter beantwoording van die vraag overweegt de rechtbank als volgt.
4.3.
Het Nederlandse recht biedt in beginsel niet de mogelijkheid om te kiezen voor een dubbele geslachtsnaam, bestaande uit een combinatie van de geslachtsnamen van beide ouders. Een uitzondering hierop zou in verzoeksters geval wellicht mogelijk zijn geweest op basis van het op 9 juni 2004 in werking getreden artikel 3a van het Besluit Geslachtsnaamwijziging. In dit artikel is onder lid 1, onder a, bepaald dat op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger de geslachtsnaam van een minderjarig kind wordt gewijzigd in dezelfde geslachtsnaam als die van de overige tot hetzelfde gezin behorende minderjarige kinderen van dezelfde ouders, indien als gevolg van de toepassing van regels van internationaal privaatrecht verschil in geslachtsnaam tussen de kinderen is ontstaan. Verzoeksters wettelijk vertegenwoordigers hebben tijdens haar minderjarigheid geen beroep op deze bepaling gedaan. Voor verzoekster zelf, inmiddels meerderjarig, staat geen weg open om tot geslachtsnaamwijziging te geraken. Dit is aan verzoekster desgevraagd bevestigd door “Justis” die namens de Koning verzoeken tot geslachtsnaamwijziging in behandeling neemt. De rechtbank onderkent dat het voeren van de naam van openbare orde is en dat niet lichtvaardig mag worden besloten om geslachtsnamen in brondocumenten als een geboorteakte aan te vullen of te verbeteren. In het onderhavige geval acht de rechtbank een dergelijke aanvulling echter geoorloofd en noodzakelijk en zij overweegt daartoe het volgende.
4.4.
Dat verzoekster niet dezelfde naam heeft als haar broer is niet in overeenstemming met een van de uitgangspunten van het thans geldende naamrecht dat streeft naar eenheid van naam in eenzelfde gezin (zie artikel 5, achtste lid BW).
Verzoekster heeft daarbij naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij een vermelding in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand van haar in Spanje naar daar geldend recht en gebruik gehanteerde [geslachtsnaam Y-X] . Zo heeft verzoekster verklaard zich nog nauw verbonden te voelen met haar Spaanse familie en vrienden en nog regelmatig in Spanje te verblijven. Als zij in Spanje alleen de [geslachtsnaam X] voert, roept dat vragen op: men beschouwt haar naar daar geldend gebruik en recht met alleen de [geslachtsnaam X] als zus van haar vader. Daarnaast heeft zij erop gewezen dat justitie op Curaçao, waar zij enkele jaren geleden met haar broer op vakantie was, veel vragen stelde over de verwantschap met haar broer, omdat zij verschillende achternamen voeren in hun officiële documenten.
Als verzoekster niet met een officieel document kan aantonen dat [verzoekster met geslachtsnaam Y] dezelfde persoon is als degene die in Spaanse documenten bekend is onder de naam [verzoekster met geslachtsnaam Y-X] levert dat bovendien een risico op dat zij nodeloos wordt belemmerd in haar vrije verkeer binnen Europa, in het bijzonder tussen Nederland en Spanje. Een aanvulling van haar geboorteakte in die zin dat verzoekster naast de [geslachtsnaam X] ” de [geslachtsnaam Y-X] voert zal dit risico op eenvoudige wijze kunnen beperken. De vrees van de ABS voor precedentwerking acht de rechtbank onvoldoende om aan de genoemde belangen van verzoekster voorbij te gaan.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank de ABS zal gelasten om de akte van geboorte van verzoekster aan te vullen zodat daaruit kenbaar is dat verzoekster naast de [geslachtsnaam X] de [geslachtsnaam Y-X] voert.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de ABS tot aanvulling van [de akte] , voorkomend in het register van geboorten van de [gemeente] , over te gaan in die zin dat uit deze akte kenbaar is dat verzoekster naast de [geslachtsnaam X] de [geslachtsnaam Y-X] voert;
5.2
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven te Leeuwarden door mr. M.F.G.H. Beckers, lid van de kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 24 juli 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat. worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
fn: 441