ECLI:NL:RBNNE:2019:5316
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in een hennep-onderzoek
Op 19 december 2019 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende ontnemingsvorderingen in het kader van een groot hennep-onderzoek. In totaal zijn er zes ontnemingsvorderingen toegewezen en één afgewezen. De zaak betreft een veroordeelde, geboren in 1966, die betrokken was bij de teelt van hennep in twee verschillende bedrijfspanden. De officier van justitie had een vordering ingediend tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij het bedrag werd geschat op € 1.254.314,--. Tijdens de zitting op 29 oktober 2019 hebben de officieren van justitie, mr. C.V. van Overbeeke en mr. G. Wilbrink, de vordering gematigd tot € 951.778,--. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door het ter beschikking stellen van zijn panden voor de hennepteelt. De rechtbank heeft de opbrengsten van de hennepkwekerijen geschat op basis van het aantal oogsten en het waterverbruik. Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 50.000,--, dat de veroordeelde aan de staat moet betalen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.