ECLI:NL:RBNNE:2019:4627

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 november 2019
Publicatiedatum
7 november 2019
Zaaknummer
18/820536-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere inbraken in bedrijfsbusjes en opzetheling

Op 7 november 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere inbraken in bedrijfsbusjes en opzetheling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit een personenauto en meerdere bedrijfsauto's, waarbij hij onder andere elektrisch gereedschap heeft weggenomen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 450 dagen, waarvan 372 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft rekening gehouden met het tijdsverloop en de ISD-maatregel die de verdachte momenteel uitzit. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding heeft vastgesteld op €2.318,92, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om zich te houden aan de voorwaarden van de reclassering, waaronder het volgen van een behandeling en het zich onthouden van drugsgebruik.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/820536-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 7 november 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres [straatnaam] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven, te Veenhuizen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
24 oktober 2019.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E. Hullegie, advocaat te Utrecht.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 april 2017, te Delfzijl, althans in de gemeente
Delfzijl, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto,
merk Ford, staande/geparkeerd aan het [straatnaam] , heeft weggenomen een
navigatiesysteem en/of een zonnebril en/of autopapieren en/of een
valbescherming, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot die auto hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen navigatiesysteem en/of zonnebril en/of
autopapieren en/of valbescherming, onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht
door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2017 tot en met 28 oktober 2017,
te Delfzijl, althans in de gemeente Delfzijl, tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan het [straatnaam]
weggenomen een haakse slijper, merk: metabo en/of een
slagmoersleutel, merk: Metabo en/of een accuboormachine, merk: Metabo en/of
een bouwradio, merk: Metabo en/of een doppenset en/of een imbusdoppenset en/of
ene verlengstuk en/of een koffer met hijsogen, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot die auto hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen gereedschappen en/of die radio en/of die
doppenset(s) en/of die koffer onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2017 tot en met 9 november 2017,
te Delfzijl, althans in de gemeente Delfzijl, (een) goed(eren) te weten een
koffer inhoudende hijsogen en sluitingen heeft verworven, voorhanden gehad,
en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die
goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks
periode van 3 november 2017 tot en met 4 november 2017, te Delfzijl, althans
in de gemeente Delfzijl, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen na te noemen goederen, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of
ten dele toebehorende aan na te noemen benadeelden, in elk geval aan een ander
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) in genoemde periode
weggenomen
- uit een kelderbox van een woning aan [straatnaam] een electrische
fiets (merk: Batavus, type: Fuego en/of een fiets merk: Gazelle, type
chamonix en/of een freesmachine en/of een dopsleutelset en/of een
schoonmaakapparaat en/of een tas, toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- uit een kelderbox van een woning aan [straatnaam] een fiets (merk:
BSP, type: Barista, toebehorende aan [slachtoffer 11] en/of
- uit een berging/schuur behorend bij een woning aan [straatnaam] een
zaagmachine (merk: Metabo) en/of een verfspuit en/of een kist, inhoudende
gereedschap en/of een aantal pakken wasmiddel, toebehorende aan [slachtoffer 12] ,
waarbij terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de weg te nemen goederen
onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks periode van 3 november 2017 tot en met 9 november 2017, te
Delfzijl, althans in de gemeente Delfzijl,
een aantal goederen, te weten een electrische fiets (merk: Batavus, type:
Fuego en/of een fiets merk: Gazelle, type Chamonix en/of een freesmachine
en/of een dopsleutelset en/of een schoonmaakapparaat en/of een fiets (merk:
BSP, type: Barista en/of zaagmachine (merk: Metabo) en/of een verfspuit en/of
gereedschap en/of een aantal pakken wasmiddel heeft verworven, voorhanden
gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die
goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op na te noemen data in of omstreeks de periode van 16 juli 2017 tot en
met 30 oktober 2017, te Delfzijl, althans in de gemeente Delfzijl, (telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit bedrijfsauto's
(telkens) heeft weggenomen (telkens) (ondermeer) electrisch gereedschap, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan na te noemen
benadeelden, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
weggenomen
- a) op of omstreeks 16 juli 2017, uit een bedrijfsauto, staande/
geparkeerd aan de [straatnaam] , een (grote) hoeveelheid electrisch
gereedsschap en/of handgereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
- b) in of omstreeks de periode van 16 oktober 2017 tot en met 17
oktober 2017, uit een bedrijfsauto, staande/ geparkeerd aan de [straatnaam] , een
(grote) hoeveelheid electrisch gereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of
- c) in of omstreeks de periode van 20 oktober 2017 tot en met 28
oktober 2017, uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de [straatnaam] , een
Fein Multitool, toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of
- d) in of omstreeks de periode van 24 oktober 2017 tot en met 25
oktober 2017, uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de
[straatnaam] , een multitool en/of een schuurmachine, toebehorende aan [slachtoffer 6]
en/of [slachtoffer 7] en/of
- e) in of omstreeks 27 oktober 2017 tot en met 30 oktober 2017, uit
een bedrijfsauto, staande/ geparkeerd aan de [straatnaam] , tweem althans een,
boormachine(s) (merk: Hitachi) en/of een aantal boren, toebehorende aan [slachtoffer 8]
en/of [benadeelde partij 3] en/of
- f) in of omstreeks de periode van 27 oktober 2017 tot en met 29
oktober 2017, uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de
[straatnaam] , een (grote) hoeveelheid electrisch gereedschap en/of
handgereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of
- g) in of omstreeks de periode van 27 oktober 2017 tot en met 30
oktober 2017, uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de [straatnaam] , een
powerbank en/of een schroevendsraaierset en/of een Bahco en/of een glasmes
en/of een parkeerschijf, toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of [benadeelde partij 4]
,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich (telkens) de toegang tot die
bedrijfsauto's hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen gereedschappen/
goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 16 juli 2017 tot en met 9 november 2017, te
Delfzijl, althans in de gemeente Delfzijl, een grote hoeveelheid electrisch
gereedschap en/of handgereedschap, afkomstig uit meerdere bedrijfsauto's,
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat
gereedschap wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door
misdrijf verkregen goederen betrof.
Ten behoeve van de leesbaarheid heeft de rechtbank de letters a tot en met g ingevoegd na de in feit 4 opgenomen gedachtestreepjes en de opgenomen paginanummers verwijderd.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft onder aanduiding van diverse bewijsmiddelen veroordeling gevorderd voor de onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft overeenkomstig een door haar overgelegde pleitnota betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit is meer specifiek aangevoerd dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is, nu verdachte een geloofwaardig alternatieve lezing geeft voor het aantreffen van zijn bloed in de auto van aangeefster.
Van de feiten onder 2 en 4 dient verdachte in de visie van verdediging te worden vrijgesproken nu er geen directe aanwijzingen zijn dat verdachte de inbraken heeft gepleegd.
Het onder 3 ten laste gelegde feit kan volgens de raadsvrouw niet tot een bewezenverklaring leiden nu er geen bewijs is voor wegnemingshandelingen gepleegd door verdachte. De verklaring van de getuige [getuige 4] moet immers wegens onbetrouwbaarheid daarvan van het bewijs worden uitgesloten, gelet op de rol die [getuige 4] in het geheel heeft gespeeld.
Oordeel van de rechtbank
Feit 3 primair: vrijspraak
De rechtbank acht het onder 3 primair ten laste gelegde feit niet wettig en bewezen. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Uit het dossier volgt dat verdachte korte tijd nadat de diefstallen uit de bergingen waren gepleegd in het bezit was van meerdere uit die bergingen weggenomen goederen. Verdachte verklaart daarover dat hij die goederen door tussenkomst van anderen onder zich heeft gekregen. Ook uit de verklaring van getuige [getuige 4] volgt dat in ieder geval een deel van de gestolen goederen niet bij verdachte thuis, maar bij anderen lag. Nu het dossier geen overige aanwijzingen bevat die verdachte linken aan het wegnemen van de goederen, is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat om tot de conclusie te kunnen komen dat verdachte de goederen uit de bergingen heeft gestolen. Verdachte heeft weliswaar tegenover één van de eigenaren bekend dat hij de diefstallen heeft gepleegd, maar gelet op de omstandigheden waaronder verdachte deze verklaring zou hebben afgelegd, te weten onder dreiging van een vuurwapen, hecht de rechtbank geen waarde aan deze nadien door verdachte betwiste verklaring en laat zij deze buiten beschouwing.

Feit 1

Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 14 april 2017, opgenomen op pagina 97 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018018236 van 14 februari 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik doe aangifte van diefstal uit mijn personenauto. De weggenomen goederen behoren mij geheel in eigendom toe en ik heb niemand toestemming gegeven om mijn goederen weg
te nemen. Op donderdag 13 april 2017 parkeerde ik mijn personenauto op het [straatnaam] te Delfzijl. Ik sloot mijn personenauto slotvast af. Op 14 april 2017 liep mijn man naar de personenauto. Toen hij in mijn personenauto plaatsnam zag hij dat het raam aan de passagierszijde vernield was. Hij zag dat er in en om het voertuig allemaal glas lag. Hij zag dat het handschoenenkastje openstond en dat de goederen, een navigatiesysteem, autopapieren en een zonnebril, welke daarin zaten, weggenomen waren. Verder is de valbeveiliging van mijn man meegenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 15 november 2017, opgenomen op pagina 104 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik woon samen met [getuige 1] . Ik heb begin dit jaar aangifte gedaan van diefstal uit mijn auto. In de ochtenduren, nog voor zeven uur, kwam [getuige 1] binnen en vertelde mij dat er ingebroken was in mijn auto. We hebben de politie gebeld en die is gekomen en later is de sporendienst gekomen. Ik zag namelijk in mijn auto dat er bloed zat op het middenconsole van de auto en ook op de zonneklep. Ik maak de auto regelmatig schoon en in dit geval had ik de zaterdag daarvoor de auto schoongemaakt. Dat doe ik altijd bij de auto wasserette en dan maak ik hem binnen en buiten schoon. Vandaar dat ik kan bevestigen dat dat bloed de dag voor de inbraak niet aanwezig was. Het was echt een vers spoor van bloed dat die nacht moet zijn achtergelaten door degene die de diefstal had gepleegd. Ik had in die auto leren bekleding en dat is makkelijk schoon te vegen. Ik had de auto de dag daarvoor ook gebruikt en zeker weten dat er geen bloed inzat. Ik zou dat dan namelijk direct hebben schoon geveegd.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 november 2017, opgenomen op pagina 110 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Ik ben de vriend van [slachtoffer 1] en wij wonen samen op het adres [straatnaam] te Delfzijl. Rond april 2017 hebben we aangifte gedaan van inbraak in de auto van [slachtoffer 1] . Ik zag toen dat het raampje kapot was en dat er kennelijk was ingebroken in de auto. Uit de auto misten wij een navigatiesysteem en gereedschappen. De gereedschappen lagen verstopt in de kofferbak en de navigatie zat in het handschoenenvakje. Ik zag bloed op het middenconsole, op de zonneklep en toen ik het glas opruimde zag ik ook bloed aan het glas zitten. Ik ben een dag voor de inbraak ook aan het werk geweest en heb toen ook gebruik gemaakt van de auto van [slachtoffer 1] en ik kan u bevestigen dat die bloedsporen er toen niet inzaten. Ik begrijp dat [verdachte] heeft verklaard dat dat bloed in onze auto is gekomen met het
vervoer van een kastje. Ik heb een keer een zwart kastje opgehaald. We hebben toen inderdaad gebruik gemaakt van de auto van [slachtoffer 1] . Het heeft zeker een maand voor de inbraak in de auto plaatsgevonden. U vraagt of hij toen klem heeft gezeten met zijn hand en of dat hij gewond is geraakt. Neen, niet dat ik weet. Na dat vervoer heeft [slachtoffer 1] de auto zeker vier schoongemaakt.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 mei 2017, opgenomen op pagina 460 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van het door mij ontvangen rapport van het Nederlands Forensisch
Instituut te Den Haag, 4 mei 2017, verklaar ik als forensisch onderzoeker dat van de hierna als betrokkene genoemde persoon door het Nederlands Forensisch Instituut een DNA-profiel werd opgenomen in de landelijke DNA-databank. Uit het door het Nederlands Forensisch Instituut ingesteld vergelijkend onderzoek bleek dat de hieronder genoemde sporen zijn geïdentificeerd op het DNA-profiel onder de volgende personalia:
Achternaam : [verdachte]
Voornaam : [verdachte]
Delictinformatie : Diefstal uit/vanuit personenauto
Datum onderzoek : 14 april 2017
Plaats delict : [straatnaam] , Delfzijl
SIN : AAKC8582NL
Spooromschrijving : bloed
Tijdstip veiligstellen : 14 april 2017 te 11.45 uur
Plaats veiligstellen : op de bekleding van de middenconsole
Delictinformatie : Diefstal uit/vanuit personenauto
Datum onderzoek : 14 april 2017
Plaats delict : [straatnaam] , Delfzijl
SIN : AAKC8583NL
Spooromschrijving : bloed
Tijdstip veiligstellen : 14 april 2017 te 11.45 uur
Plaats veiligstellen : op de bekleding van de bijrijdersstoel, rechter bovenhoek, gezien vanaf dashboard
5. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, opgenomen op pagina 462 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Het sporenmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek.
SIN en omschrijving : AAKC8582NL#01, bloed
Beschrijving DNA-profiel : DNA-profiel van een man,
Celmateriaal kan afkomstig zijn van : [verdachte] (opgenomen in DNA databank)
Matchkans : kleiner dan één op de één miljard.
SIN en omschrijving : AAKC8583NL#01, bloed
Beschrijving DNA-profiel : afgeleid DNA-hoofdprofiel van een man,
Celmateriaal kan afkomstig zijn van : [verdachte]
Matchkans : kleiner dan één op de één miljard.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank overweegt dat uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt dat er goederen uit de auto van aangeefster zijn weggenomen en dat de autoruit aan de passagierszijde vernield is. Op diverse plaatsen in het voertuig, met name aan de bijrijderszijde, zijn bloedsporen waargenomen. In twee van de bemonsterde bloedsporen is een DNA-profiel aangetroffen dat overeenkomt met het van verdachte in de DNA-databank opgenomen profiel.
Verdachte ontkent de diefstal uit de auto te hebben gepleegd en geeft een alternatieve verklaring voor het aangetroffen bloedspoor. Hij zou het bloed hebben achtergelaten toen hij zich verwondde aan een kastje dat hij een paar dagen daarvoor met [getuige 1] in de auto van aangeefster zou hebben vervoerd.
De rechtbank acht de door verdachte gegeven verklaring voor het aantreffen van het bloed niet geloofwaardig en is van oordeel dat de bloedsporen als dadersporen dienen te worden aangemerkt. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat [getuige 1] heeft verklaard dat het vervoeren van het kastje langere tijd voor de auto-inbraak heeft plaatsgevonden dan verdachte heeft verklaard en dat verdachte op het moment van de gestelde verwonding hierover niets tegen [getuige 1] heeft gezegd. Verder heeft aangeefster verklaard dat zij de auto elke week schoonmaakt en daarbij niet eerder bloed heeft waargenomen. Ook de dag voor de auto-inbraak heeft zij het bloed niet waargenomen.
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.

Feiten 2 primair en 4 primair

Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
6. De door verdachte ter zitting van 24 oktober 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik verbleef in de periode van april tot en met oktober 2017 veelal bij mijn vriendin [naam 1] , in haar woning aan het [straatnaam] te Delfzijl. In die woning is door de politie een koffer van merk Festool aangetroffen. Ik heb deze koffer in de woning neergelegd. [naam 2] is een vriend van mij. Ik herken de achter het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] (p. 130 e.v.) gevoegde foto. Ik herken ook de achter het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 10] (p. 133 e.v.) gevoegde foto. Ik heb deze foto's gemaakt en heb het daarop waarneembare gereedschap via WhatsApp aan [naam 2] aangeboden. Ik heb ook goederen aan [naam 3] aangeboden. [naam 3] noem ik [naam 3] . [naam 4] noem ik [naam 4] . Bij hen kocht ik drugs.
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een niet ondertekend proces-verbaal van aangifte van 9 november 2017, opgenomen op pagina 486 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
Ik doe aangifte namens [benadeelde partij 1] . Er is in de nacht van 27 oktober naar 28 oktober 2017 ingebroken in mijn bus door een ruit in te tikken en uit de laadbak is gereedschap gestolen. Het is gebeurd op de parkeerplaats aan [straatnaam] te Delfzijl. Op 28 oktober rond 13.00 uur heb ik het ontdekt en de politie ingeschakeld. Het gaat om de volgende gereedschappen: een Metabo flex wepba 17-125 quick, een Metabo slagmoersleutel, een Metabo accuboormachine, een Metabo bouwradio, een doppenset, een inbusdoppenset en een verlengstuk.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 10 november 2017, opgenomen op pagina 491 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
Op donderdag 9 november 2017 zag ik dat het grijze koffertje van Festool ook weg was. In dit koffertje zaten hijs-ogen en 'D-sluitingen'. Het betreft een grijze koffer met groene letters Festool. In het koffertje zit een formulier met daarop een nummer. Aan dit registratienummer kan het magazijn zien dat deze koffer in mijn bus hoort. U laat mij foto's zien, ik kan beamen dat dit de koffer is die uit mijn bus komt. Dit gereedschap en de bus is in eigendom van het bedrijf [benadeelde partij 1] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 november 2017, opgenomen op pagina 207 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 8 november 2017 waren wij ter aanhouding van verdachte in de woning waar verdachte zich zou bevinden. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag onderin een kast een wit/grijze koffer staan met de opdruk Festool. Aan de binnenkant van de koffer zag ik een formulier met de naam van het bedrijf, genaamd: [naam bedrijf] . Ook stond er een nummer bij. Op 9 november 2017 heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , telefonisch contact gehad met het bedrijf [naam bedrijf] . Mij werd medegedeeld dat de omschreven gereedschapskoffer werd geleverd aan het bedrijf [benadeelde partij 1] te Delfzijl. Ik heb telefonisch contact gehad met het bedrijf [benadeelde partij 1] te Delfzijl. Mij werd medegedeeld dat de omschreven koffer met het nummer behoorde bij de bedrijfsbus van de medewerker [naam 5] .
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een niet ondertekend proces-verbaal van getuigenverhoor van 19 januari 2018, opgenomen op pagina 153 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
Ik heb aangifte gedaan van inbraak in mijn bedrijfsbus waarbij meerdere gereedschappen zijn ontvreemd. U stuurt mij nu een foto via de WhatsApp van gereedschappen die op een foto zijn aangetroffen. Ik herken daar mijn Metabo koffer op, althans een soortgelijke koffer. Zo'n koffer is uit mijn bedrijfsbus gestolen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 december 2017, opgenomen op pagina 230 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Getuige [getuige 1] verklaarde dat hij WhatsApp-contacten had gehad met verdachte [verdachte] . Getuige [getuige 1] zond een overzicht van deze WhatsApp-gesprekken naar de mail van mij verbalisant. Onderstaand staat een weergave van deze gesprekken die betrekking hebben op de bouwradio.
[voorletter verdachte:] [verdachte] ( [mobielnummer] )
[voorletter getuige] [getuige 1] ( [mobielnummer] )
29 oktober 2017 02.15 uur:
[voorletter getuige] [slachtoffer 1] vroeg of je de radio verkocht had
[voorletter verdachte:] Nee hij wou niet genoeg betalen
29 oktober 2017 12.38 uur:
[voorletter verdachte:] Hoe is het nou
[voorletter verdachte:] Zal zo effe de radio brengen
[voorletter getuige] Oké
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 15 november 2017, opgenomen op pagina 104 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik had nog geld tegoed van [verdachte] en op een gegeven moment kwam hij aanzetten met draagbare radio met een ketting eraan.
Je kon duidelijk zien dat die radio van een bouwplaats afkwam. Het was een Metabo radio, kleur groen/zwart. Hij had een accuboor om bijvoorbeeld wieldoppen van de auto te draaien.
Dat was ook een Metabo, kleur groen/zwart. Ik kwam die avond thuis en toen zag ik die koffers staan en een van die koffers was besmeurd met cementbeslag. Toen ik die koffer opendeed zag ik dat er een decoupeerzaag inzat en die was schoon. Alles was van Metabo en dat had [verdachte] achter gelaten als onderpand bij [getuige 1] . Dat vertelde [getuige 1] mij.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 november 2017, opgenomen op pagina 110 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Op een gegeven moment kwam [verdachte] weer bij ons om geld te lenen en we hebben toen gezegd dat we het geld zelf hard nodig hadden. Hij had toen een bouwradio bij zich en een soort boormachine en later een decoupeerzaag. Hij vroeg toen aan mij of ik even mee wilde rijden met hem naar een adres zodat hij die radio kon verkopen. Ik ben toen met hem meegereden naar een adres in Delfzijl. Daar heeft hij die radio te koop aangeboden. Vervolgens hebben we die gereedschappen weer mee teruggenomen en [verdachte] heeft ze bij ons laten staan als onderpand omdat ik nog geld tegoed had. Ze hebben daar hooguit twee dagen gestaan en toen kwamen die twee stationwagens. Ik heb gezien dat [verdachte] aan het inladen was in die auto. Ik heb de koffers en de radio aan hem gegeven. Ik heb gezien dat hij die gereedschappen heeft weggelegd in de laadbak en ik zag dat daar veel meer koffers lagen. Ik zag dat dat gereedschapskoffers waren.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 13 augustus 2017, opgenomen op pagina 512 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik doe aangifte van diefstal, gepleegd aan de [straatnaam] te Delfzijl op 16 juli 2017. Ik ben eigenaar van een bestelauto. Ter plaatse gekomen zag ik dat het linker ruitje aan de achterzijde van het voertuig er was uitgehaald. Vervolgens heeft men diverse goederen uit de bestelauto weggenomen. Deze goederen zijn vooral gereedschappen. Na controle bleken onder meer de navolgende goederen te zijn weggenomen uit de bestelauto: een bovenfrees, een decoupeerzaag, een cirkelzaagmachine, een afkortzaag, een Quick-Change 6KT Bim Gatz.set, een wandslangenbox, twee kracht-, zijsnij-, afstriptangen, een
boor-/schroefmachine, een accessoire schroef-boorset, een bitset 32-delig, een afstandmeter, een rotatielaser digitaal, vlechtdraad voor vlechtmachines, een bouwlamp, een gehoorkap, twee vlechtmachines, een afbreekmes-set, een kracht- snijtang, een afstriptang, een landmeter en een schuimpistool.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 17 januari 2018, opgenomen op pagina 130 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik heb aangifte gedaan van inbraak in mijn bedrijfsauto welke geparkeerd stond op de [straatnaam] te Delfzijl. Uit mijn bedrijfsauto is een groot aantal gereedschappen weggenomen. U toont mij een foto met gereedschappen. Ik herken voor de volle honderd procent een deel van mijn gereedschappen. Er zijn ook kenmerkende dingen te zien op de foto waardoor ik ook kan aantonen dat dit een deel van mijn gereedschap is wat is gestolen. Het rode doosje in de koffer rechts bovenaan hoort niet bij die koffer. Die heb ik er zelf in gedaan en bewaard. Ik herken een Makita bittenset en mijn beitelset waar de 32 mm beitel mist.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 18 oktober 2017, opgenomen op pagina 548 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik doe aangifte van gekwalificeerde diefstal gepleegd tussen 16 oktober 2017 om 18.00 uur en 17 oktober 2017 om 9.00 uur aan de [straatnaam] te Delfzijl. Op 16 oktober 2017 parkeerde ik mijn bestelbus op de [straatnaam] te Delfzijl. Ik heb mijn bus op slot gedraaid door middel van de sleutel. Op 17 oktober 2017 omstreeks 07.45 uur liep ik langs mijn bestelbus. Ik heb twee deuren aan de achterkant van mijn bestelbus. Ik zag dat er één deur open stond. Ik liep naar de rechterzijkant van mijn bestelbus. Ik zag dat deze deur ook open stond. Toen ik in de bus keek, zag ik dat er spullen misten. Ik zag dat de volgende goederen waren weggenomen: een inval cirkelzaag, een decoupeerzaag, een accuflex, een accuboormachine-set, een bovenfrees, een compressor, een ratelset, een luchthamer, een luchtslang haspel en een schaafmachine. Ik zag op 17 oktober 2017 dat het slot bij mijn achterdeuren krom stond en dat er krassen om het slot heen zaten. Voorts is weggenomen een slijpmachine, merk Milwaukee.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van 18 januari 2018, opgenomen op pagina 143 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik heb op 18 oktober 2017 aangifte gedaan van inbraak in mijn bedrijfsbus, welke geparkeerd stond aan de [straatnaam] te Delfzijl. Uit mijn auto zijn meerdere gereedschappen gestolen die ik heb opgegeven bij mijn aangifte. U toont mij een foto met daarop een Milwaukee slijpmachine. Dat is mijn slijpmachine, zonder twijfel. Ik herken hem direct want hij is rood-zwart en deze machines komen niet veel voor.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van 23 januari 2018, opgenomen op pagina 156 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
U toont mij een foto met daarop meerdere gereedschappen. Ik herken op de foto de Festool machines en een schaaf die bij de inbraak uit mijn bus zijn weggenomen.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 25 oktober 2017, opgenomen op pagina 577 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 6] :
Ik doe aangifte van inbraak, gepleegd te [straatnaam] , Delfzijl, tussen 24 oktober 2017 om 16.45 uur en 25 oktober 2017 om 7.10 uur. Op 24 oktober 2017 parkeerde ik deze bedrijfsauto op de parkeerplaats. Ik heb de bedrijfsauto slotvast en schadevrij afgesloten. Op 25 oktober 2017, omstreeks 07.10 uur, kwam ik terug bij de bedrijfsauto om naar mijn werk te gaan. Ik zag dat het slot uit de achterdeur was verwijderd en hierdoor een gat in de deur was ontstaan. Ik zag tevens dat er schade rechts naast het gat zat. Deze schade leek op een afdruk van een breekijzer. Vervolgens probeerde ik de deur te openen. Ik voelde dat dit lukte en de deur dus van het slot was. Ik zag vervolgens dat de multitool en de schuurmachine uit de laadruimte waren weggenomen.
20. Een schriftelijk bescheid, te weten een niet ondertekend proces-verbaal van verhoor aangever van 8 februari 2018, opgenomen op pagina 159 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 6] :
Er zijn uit mijn auto meerdere gereedschappen gestolen die ik heb opgegeven. U heeft mij via WhatsApp foto's gestuurd van gereedschappen van Bosch. Deze gereedschappen had ik nog niet opgegeven in mijn aangifte, maar ik herken de multitool heel duidelijk als de mijne.
Die gereedschappen zijn gestolen uit mijn auto die nacht, dat kan ik bevestigen.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 2 november 2017, opgenomen op pagina 606 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 9] :
Ik doe aangifte van diefstal gepleegd aan de [straatnaam] te Delfzijl, tussen 27 oktober 2017 16.30 uur en 29 oktober 2017 te 15.00 uur. Ik ben eigenaar van [benadeelde partij 5] . Afgelopen weekeinde is er ingebroken in één van mijn bedrijfsauto's. De bedrijfsauto betrof een witte Nissan Primaster. Op 29 oktober 2017 werd mijn werknemer [naam 6] erop geattendeerd dat een zijraam van zijn auto stuk was. Hierna zag hij dat een raampje van de rechterportier stuk was waarop hij mij heeft geïnformeerd. Zowel uit de cabine als uit de laadruimte zijn veel materialen en gereedschappen weggenomen. Van alle weggenomen goederen is door mij een lijst gemaakt welke bij de aangifte is gevoegd.
Bijlage goederen: weggenomen is een grote hoeveelheid elektrisch gereedschap en handgereedschap.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van 18 januari 2018, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 9] :
Ik heb aangifte gedaan van inbraak in mijn bedrijfsbus, welke geparkeerd stond aan de [straatnaam] te Delfzijl. Uit deze bedrijfsauto is voor 4300 euro aan gereedschappen gestolen, een groot aantal dus. U toont mij een foto met gereedschappen. Ja, dat zijn van mij gestolen gereedschappen. In ieder geval alles wat links op de foto staat. Geen twijfel, dat zijn mijn gereedschappen.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte opgemaakt op 16 november 2017, opgenomen op pagina 633 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 10] :
Ik doe aangifte van diefstal door middel van braak uit een bedrijfsauto van [benadeelde partij 4] , gepleegd aan de [straatnaam] te Delfzijl, tussen 27 oktober 2017 om 14.40 uur en 30 oktober 2017 om 7.00 uur. Op 27 oktober 2017 parkeerde ik de bedrijfsauto in een parkeervak ter hoogte van [straatnaam] 6 en 8 te Delfzijl. Ik sloot de auto af middels de sloten. In de auto lagen goederen van mijzelf en van mijn werkgever [benadeelde partij 4] . Op 30 oktober 2017 wilde ik aan het werk gaan. Toen ik bij de bedrijfsauto kwam, zag ik dat aan de linkerzijde het kleine ruitje bij het portier kapot was. Ik zag zowel op straat als in de auto glasscherven liggen. Toen ik voorin de auto keek, zag ik dat er goederen weg waren. Dit zijn de volgende goederen: een powerbank, een Wera kraftform plus lasertip torx schroevendraaierset, een 9-delige inbussleutelset, een Engelse sleutel (Bahco), een stanley glasmes/schraper 40mm en een parkeerschijf. Ik deed de achterdeur van de auto open en zag dat daar ook goederen weg waren. Dit waren bedrijfsgoederen van [benadeelde partij 4] .
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangever van 18 januari 2018, opgenomen op pagina 133 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 10] :
Ik heb aangifte gedaan van inbraak in mijn bedrijfsauto welke geparkeerd stond aan de [straatnaam] in Delfzijl. Uit deze bedrijfsauto zijn meerdere gereedschappen gestolen. U toont mij een foto met gereedschappen (opmerking verbalisant: foto als bijlage bij dit verhoor gevoegd.) Ik herken op deze foto mijn Kärcher schrob-zuigmachine (rechts op de foto), althans hij is soortgelijk.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangever van 18 januari 2018, opgenomen op pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 10] :
Ik heb aangifte gedaan van inbraak in mijn bedrijfsauto, welke geparkeerd stond aan de [straatnaam] in Delfzijl. Uit deze bedrijfsauto zijn meerdere gereedschappen gestolen.
U toont mij een foto met schroevendraaiers welk merk bij mij gestolen waren. Een torx schroevendraaier set met een aantal kastdeursloten en een kleine Engelse
sleutel (bahco) in plastic opbergdoosje. Ik herken deze schroevendraaiers als de schroevendraaiers die bij mij gestolen zijn uit de bedrijf bus en zeker aan de specifieke sortering zoals ik zojuist beschreef.
26. De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan ter terechtzitting van 24 oktober 2019, inhoudende:
Achter het proces-verbaal van verhoor van [naam 5] (p. 153 e.v.) en het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 10] (p. 133 e.v.) is dezelfde foto gevoegd. Dit betreft een foto waarop het door verdachte gebruikte telefoonnummer zichtbaar is met een datum van 29 oktober 2017. Deze foto bevindt zich ook achter het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] (p. 180 e.v.). Hierop zijn onder meer meerdere opgestapelde (gereedschaps)koffers zichtbaar en rechts op de foto is een groot zwart apparaat (met gele accenten) te zien. Dezelfde foto bevindt zich achter het proces-verbaal van bevindingen over het WhatsApp-verkeer tussen [naam 2] en verdachte (p. 240 e.v. en p. 372 e.v.). Hierop is een datum en tijdstip zichtbaar dat duidt op verzending vanaf het door verdachte gebruikte telefoonnummer naar het telefoonnummer van [naam 2] op 29 oktober 2017 om 4.44 uur.
Achter het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] (p. 130 e.v.) is een foto gevoegd. Op deze foto zijn meerdere geopende gereedschapskoffers zichtbaar. Ook is hierop een voet te zien. Deze foto bevindt zich eveneens achter het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] (p. 180 e.v.).
Dezelfde foto bevindt zich achter het proces-verbaal van bevindingen over het WhatsApp-verkeer tussen [naam 2] en verdachte (p. 278 e.v.). Hierop is een datum en tijdstip zichtbaar dat duidt op verzending vanaf het door verdachte gebruikte telefoonnummer naar het telefoonnummer van [naam 2] op 16 juli 2017 om 11.41 uur.
Achter het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 6] (p. 159 e.v.) zijn twee foto's gevoegd. Op deze foto's zijn gereedschappen van het merk Bosch zichtbaar. Dezelfde foto's bevinden zich achter het proces-verbaal van bevindingen over WhatsApp-verkeer tussen [naam 3] en verdachte (p. 413 e.v.). Blijkens het overzicht van de WhatsApp-gesprekken zijn deze foto’s verstuurd op 25 oktober 2017 rond 09:16 uur.
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 februari 2018, opgenomen op pagina 21 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 januari 2018 werd aangehouden: [naam 3] , wonende te Delfzijl. In de auto van [naam 3] werden meerdere gereedschappen aangetroffen. Bij verbalisant is bekend dat [naam 3] op straat " [naam 3] " wordt genoemd en als dealer werd aangewezen van verdachte [verdachte] . De in de auto van [naam 3] aangetroffen gereedschappen werden getoond aan diverse aangevers. Op donderdag 18 januari 2018 herkende aangever: [slachtoffer 10] een set schroevendraaiers die uit zijn bedrijfsauto waren ontvreemd. Op 18 januari 2018 herkende aangever [slachtoffer 5] een slijpmachine, merk Milwaukee, kleur rood, welke uit zijn bedrijfsauto was gestolen. De in de auto van verdachte [naam 3] aangetroffen gereedschappen werden inbeslaggenomen.
28. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 16 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Verdachte [naam 3] . Datum van inbeslagname 13 februari 2018.
Object: slijpmachine, Merk/type: Milwaukee. Kleur: rood.
Object: schroevendraaiers. Een plastic kist met set schroevendraaiers. Merk/type: Wera.
29. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2018, opgenomen op pagina 278 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Verdachte [naam 2] toonde de WhatsApp gesprekken die hadden plaatsgevonden tussen hem en verdachte [verdachte] . De uitgelezen en vast gelegde WhatsApp gesprekken werden gevoerd van en naar de mobiele telefoon van verdachte [naam 2] met een ontvanger aangeduid met de naam [naam 1] . Ambtshalve is bekend dat dit telefoonnummer in gebruik is bij de vriendin van verdachte [verdachte] , genaamd [naam 1] . Verdachte [naam 2] verklaarde bij het uitlezen dat de onder weergegeven gesprekken met [naam 1] , feitelijk waren gevoerd met verdachte [verdachte] . De navolgende gesprekken werden door mij uitgelezen en vastgelegd:
[naam 2]
[voorletter verdachte:] [verdachte]
16 juli 2017, 11.41 uur:
[voorletter verdachte:] (Foto met gereedschappen) zie bijgevoegd fotoblad.
Blijkens onderzoek in het politiesysteem deed [slachtoffer 4] aangifte van inbraak in zijn bedrijfsbus op 16 juli 2017 tussen 04.00 uur en 09.30 uur. De gereedschappen hebben overeenkomsten met de bij deze inbraak weggenomen gereedschappen.
19 juli 2017, 23.51 uur:
[naam 2] Wat gebeurt
[naam 2] Zit je in de aow
[voorletter verdachte:] Ga niet voor 125 heen en terug gek (20 juli 2017, 00.02 uur)
[voorletter verdachte:] Kost 60 diesel heen en terug gek
[naam 2] Moet je meer stelen (…) (09.15 uur)
30. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2018, opgenomen op pagina 240 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bevindingen WhatsApp-gesprekken [naam 2] en [verdachte] . De gesprekken werden gevoerd van en naar de mobiele telefoon van verdachte [naam 2] met het telefoonnummer + [mobielnummer] . Ambtshalve is bekend dat dit telefoonnummer in gebruik is van verdachte [verdachte] . Verbalisant herkent verdachte [verdachte] ook van de profielfoto. De navolgende gesprekken werden door mij uitgelezen en vastgelegd.
[naam 2]
[voorletter verdachte:] [verdachte]
29 oktober 2017, 03.22 uur:
[voorletter verdachte:] he moet je Zwolle morgen
[voorletter verdachte:] Dan kun je gelijk langs mij loaded
[naam 2] Ok
[naam 2] Maar ophalen bij jou is ver man
[naam 2] Zorg dat het genoeg is rij ik wel heen en weer
29 oktober 2017, 04.44 uur:
[voorletter verdachte:] Moet je zwolle
[voorletter verdachte:] (foto gereedschappen)
[voorletter verdachte:] Meah
[voorletter verdachte:] Betalen
[voorletter verdachte:] haal me auto maandag mwah
[naam 2] Goed bezig (05.51 uur)
[naam 2] Ben in Rotterdam
[naam 2] bel je vanmiddag kijken we wel Ff
31. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 januari 2018, opgenomen op pagina 174 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 2] :
Ik heb in het Noorden alleen maar een vriend wonen en die heet [verdachte] . Ik ken hem uit Den Haag en ik ken hem al wel vijftien jaar. Ik heb hem ( [verdachte] ) voor het laatst gezien een paar maanden geleden. Dat zal in september of oktober geweest zijn. Ik was toen in Delfzijl.
32. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 januari 2018, opgenomen op pagina 177 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 2] :
Ik ben een keer naar Delfzijl gegaan op verzoek van [verdachte] ( [verdachte] ). Ik werd gebeld door hem en hij zei dat hij wat leuks had en vroeg of ik naar hem toe kon komen. Ik had nog geld tegoed van hem en hij zei dat hij wat leuks had. Ik weet mij nog te herinneren dat er twee jongelui bij waren. Dat waren twee Nederlandse mensen. Ik weet dat [verdachte] iets van zes of zeven koffers heeft ingeladen in mijn auto. Hij had gereedschappen meegenomen. Ik ben met die goederen naar huis gereden na mijn bezoek.
[straatnaam] . Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 17 januari 2018, opgenomen op pagina 180 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] :
Mijn vriend [verdachte] is laatst aangehouden voor inbraken. Ik woon hier sinds januari 2017. [verdachte] kwam regelmatig bij mij. Op een gegeven moment lag ik op bed en toen ik beneden kwam zag ik spullen in huis liggen. Ik zag een stapel kisten staan. Dat waren meerdere kisten op elkaar. [verdachte] leeft meestal in de nacht. Toen ik de volgende ochtend wakker werd, waren de kisten weg. U toont mij twee foto's met gereedschappen. Die foto's zijn in mijn huis genomen, dat herken ik zeker. De ene foto met de kisten herken ik als mijn keuken. De tweede foto is in de kamer genomen bij de achterkamer. Van de stapel kisten op foto l herken ik een gedeelte. De stapelkist wit is de kist die ik zag staan toen ik uit bed kwam om te plassen, waarover ik heb verklaard. Overigens herken ik de tenen van [verdachte] .
34. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 10 januari 2018, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
Ik woon sinds februari 2017 op het adres [straatnaam] te Delfzijl. Rond de zomervakantie leerde ik een buurman verderop kennen en dat betrof [verdachte] en zijn vriendin [naam 1] . Op een gegeven moment gaf hij te kennen dat hij inbrak in met name bedrijfsbusjes en dat hij gereedschappen stal. Hij heeft mij verteld hoe hij inbrak en dat was onder andere met een valse sleutel, een loper. Ik heb die loper wel een keer vluchtig gezien. Hij deed het voor hoe je die voorzichtig in een portier slot deed en dan voorzichtig "klik, klik, klik". Het was werk wat voorzichtig moest gebeuren en hij verklaarde dat hij ook op een andere en snellere manier die sloten opende. Hij vertelde een keer opgewonden dat hij een grote klapper had gemaakt. Ik begreep dat hij weer gereedschappen had gestolen uit een bedrijfsbusje. [verdachte] sprak wel openlijk met mij over zijn inbraken en vandaar dat ik weet dat hij bij meerdere bedrijfsbusjes had ingebroken in de zomerperiode van 2017.
35. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 10 januari 2018, opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 3] :
Ik ben de vriendin van [getuige 2] . In de zomermaanden heb ik [verdachte] en [naam 1] ook leren kennen. Ik weet dat [verdachte] in die tijd meerdere bedrijfsbusjes heeft open gebroken. Dat weet ik omdat hij daar gewoon over vertelde tegen mijn vriendin. Ik was meestal bezig met andere werkzaamheden en huishoudelijke werkzaamheden. Ik heb dus niet vaak bij de gesprekken gezeten maar kreeg het wel mee. Een gesprek is mij wel helder bij gebleven en dat was het gesprek waar hij de loper liet zien waarmee hij bedrijf busjes open brak. Hij liet die loper aan ons zien en dat was een lang ding.
36. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 januari 2018, opgenomen op pagina 190 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
U toont mij een foto van een jongen en vraagt mij of ik die ken (opmerking verbalisant: foto van [verdachte] ). Dat is [verdachte] en die ken ik wel.
37. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 januari 2018, opgenomen op pagina 194 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
Ik begrijp dat er gesprekken uit mijn telefoon komen over handel die [verdachte] mij aanbood.
Er is een keer een fiets weggehaald die heeft buiten gestaan bij mij. Het kan wel kloppen dat [verdachte] dus met fietsen aankwam en deze aanbood. Hij had een vaste heler en die kocht alles op. Het is ook zo dat [verdachte] gereedschap bij mij bracht. Als ik wat nodig had dan bracht hij dat bij mij. Hij nam het ook vaak direct weer mee want hij kon het omzetten in geld. Zo is dus dat gestolen gereedschap bij mij gekomen.
38. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 januari 2018, opgenomen op pagina 410 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Verdachte [naam 3] werd op dinsdag 30 januari 2018 twee keer gehoord. Verdachte verklaarde tegenover mij, verbalisant, over relevante zaken, maar maakte nadrukkelijk bezwaar tegen opname van deze opmerkingen in zijn verklaring. Deze verklaringen staan onderstaand kort zakelijk weergegeven:
“Hebben jullie de grote heler al, ik ben de grote niet. Jullie moeten [naam 2] hebben uit Zoetermeer met zijn vader. Zij halen alle gestolen goederen op en verkopen dat op de markt. [naam 2] heeft ook meegeholpen met inbreken samen met [verdachte] .”
“ [verdachte] heeft op grote schaal ingebroken, want hij heeft zelf hier lopen schreeuwen, dat hij heel Appingedam, Farmsum, [straatnaam] en Delfzijl heeft opengebroken.”
39. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 februari 2018, opgenomen op pagina 413 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door mij werd een onderzoek gedaan naar de WhatsApp-gesprekken tussen verdachte [verdachte] ( [mobielnummer] ) en verdachte [naam 3] .
[voorletter verdachte:] [verdachte]
[naam 2] [naam 3]
25 oktober 2017, 09.16 uur
[voorletter verdachte:] Jo
[voorletter verdachte:] Wakker
[voorletter verdachte:] Ik heb een multi
[voorletter verdachte:] Een slijptol zaag en schuurmachine ineen
[naam 2] Accu's
[naam 2] Op accu
[voorletter verdachte:] Nee Multie
[voorletter verdachte:] Stekken
[naam 2] Nee laat maar
[naam 2] Maak foto
[naam 2] Ff kijken
[naam 2] Maar weet het al nee
[voorletter verdachte:] (foto Bosch machines)
[voorletter verdachte:] (foto Bosch slijpmachine)
[voorletter verdachte:] Mooie hoor met bon alles
[naam 2] Neem ff mee dan
[voorletter verdachte:] Oké
29 oktober 2017, 00.59 uur
[voorletter verdachte:] Bel me als je thuis bent
[voorletter verdachte:] Ben loaded (03.46 uur)
[voorletter verdachte:] Niet normaal
[voorletter verdachte:] Zeker 1000 euro
[voorletter verdachte:] Ok ga pitten tot vanmiddag
Blijkens onderzoek in het politiesysteem deed [slachtoffer 9] aangifte van inbraak in zijn bedrijfsbus tussen 27 oktober 2017 16.30 uur en 29 oktober 2017 om 15.00 uur. Uit de bedrijfsauto werd een grote hoeveelheid gereedschappen weggenomen. Blijkens onderzoek in het politiesysteem deed [slachtoffer 10] aangifte van inbraak in zijn bedrijfsbus tussen 27 oktober 2017 te 14.40 uur en 30 oktober 2017 om 07.00 uur. Uit de bedrijfsauto werd een grote hoeveelheid gereedschappen weggenomen.
40. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, betreffende een aanvullend proces-verbaal van 19 september 2018 van Politie Noord-Nederland met nummer 2017095676 van 19 september 2018, inhoudend als relaas van verbalisant:
Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar handel in drugs waarbij [naam 4] als verdachte is aangemerkt. Zijn mobiele telefoon is inbeslaggenomen en uitgelezen door mij, verbalisant. Blijkens onderzoek in het politiesysteem is het telefoonnummer [mobielnummer] gekoppeld aan [verdachte] .
In de opgeslagen gesprekken staat het navolgende geregistreerd.
[voorletter naam 4] [naam 4] – [mobielnummer]
[voorletter verdachte:] NN – [mobielnummer]
20-10-2017, 01.58 uur
[voorletter verdachte:] 20 en 5 groente
[voorletter naam 4] Heb je wel money
[voorletter verdachte:] Gereedschap mooie
28-10-2017, 02.08 uur
[voorletter verdachte:] ik heb gedore en facom
Bewijsoverwegingen
Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt - kort samengevat - dat in de betreffende periode meerdere inbraken uit in Delfzijl geparkeerde bedrijfsbusjes zijn gepleegd, waarbij voornamelijk gereedschappen zijn weggenomen. Ook volgt hieruit dat verdachte in het bezit is geweest van grote hoeveelheden gereedschappen en deze korte tijd nadat er een inbraak in een bedrijfsbusje had plaatsgevonden in ruil voor drugs of geld heeft aangeboden aan [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] . Diverse aangevers hebben verklaard dat zij het gereedschap dat te zien is op foto's, die op verschillende manieren zijn terug te voeren naar verdachte, herkennen als (soortgelijk aan) het gereedschap dat uit hun bedrijfsbusje is weggenomen. Bovendien heeft verdachte tegenover zijn buurvrouw en een vriendin van haar verklaard dat hij zich meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan het wegnemen van goederen uit bedrijfsbusjes. Ook uit de inhoud en strekking van de hierboven opgenomen WhatsApp-gesprekken leidt de rechtbank af dat verdachte de goederen door middel van diefstal heeft verkregen.
Gelet op het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem in feit 2 primair en in feit 4 primair onder a, b, d, f en g ten laste gelegde diefstallen uit bedrijfsbusjes heeft begaan.
Hoewel uit de in het dossier opgenomen WhatsApp-gespreken lijkt te volgen dat [naam 2] ook een rol heeft gehad bij inbraken, acht de rechtbank onvoldoende bewijs aanwezig om te komen tot een bewezenverklaring van het medeplegen van de ten laste gelegde inbraken.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de hem onder feit 4 primair onder c en e ten laste gelegde diefstallen. Anders dan bij de feiten die de rechtbank wel bewezen acht, ontbreekt bij deze feiten een specifieke herkenning door aangevers van op de foto waargenomen gereedschap of een specifieke verklaring van een getuige over de weggenomen goederen. De rechtbank acht daarom onvoldoende wettig bewijs aanwezig om te komen tot een bewezenverklaring van deze feiten.

Feit 3 subsidiair

Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
41. De door verdachte ter zitting van 24 oktober 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb tegen een man die aangaf dat zijn goederen gestolen waren, gezegd dat ik ervoor zou zorgen dat hij zijn goederen terug zou krijgen. Een aantal goederen bevond zich in mijn woning te Delfzijl. Ik heb ook een aantal goederen bij andere personen opgehaald. De mannen die de goederen hebben opgehaald, hebben onder meer een fiets, een hogedrukspuit en een verfspuit opgehaald.
42. Een schriftelijk bescheid, te weten een niet ondertekend proces-verbaal van aangifte van 6 november 2017, opgenomen op pagina 497 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik doe mede namens benadeelde [slachtoffer 3] aangifte van gekwalificeerde diefstal uit onze kelderbox, gepleegd te [straatnaam] te Delfzijl, tussen vrijdag 3 november 2017 en 4 november 2017. Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
Bijlage goederen:
- Elektrische fiets, merk/type Batavus Fuego;
- Fiets, merk/type Gazelle Chamonix;
- Schoonmaakapparaat.
43. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 januari 2018, opgenomen op pagina 128 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik heb in november aangifte gedaan van inbraak in mijn kelderbox en ik heb inmiddels
wat goederen terug. Ik zal u vertellen hoe dat gegaan is. Op een nacht omstreeks 24.00 uur werd ik gebeld door mijn buurman. Hij vertelde mij toen dat hij spullen terug had gevonden en dat hij mijn fiets ook had terug gevonden. Bij hem was namelijk in dezelfde tijd ook ingebroken in zijn schuur. Ik ging na het werk naar huis en ik zag dat mijn buurman [getuige 4] er stond samen met een buurman verderop, genaamd [naam 7] . Ik ben toen in de auto gestapt van [getuige 4] en we zijn met ons drieën naar een woning gereden. Daar heeft die jongen een fiets gebracht. Hij heeft mijn fiets overhandigd aan [getuige 4] . De fiets die ik die dag terug kreeg was onze elektrische fiets. Ik was ook een hogedrukreiniger kwijt en die heb ik terug gekregen van [getuige 4] . Hij vertelde mij dat hij die nacht dat hij mij gebeld had, die hogedrukreiniger had teruggehaald voor mij bij de man.
44. Een schriftelijk bescheid, te weten een niet ondertekend proces-verbaal van aangifte van 4 november 2017, opgenomen op pagina 508 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 12] :
Zij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident,
dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict, tussen woensdag l november
2017 te 08:00 uur en zaterdag 4 november 2017 te 16:00 uur:
Ik woon samen met mijn man in de woning, [straatnaam] te Delfzijl. Dit betreft een appartement in een flat. Bij dit appartement hoort een berging of schuurtje. Tussen 1 november 2017 8.00 uur en 4 november 2017 16.00 uur heeft men ingebroken in dit schuurtje. Vanuit de schuur heeft men verschillende soorten gereedschap gestolen en wasmiddel.
Bijlage goederen:
- zaagmachine, merk Metabo
- een verfspuit
- een kist, inhoudende gereedschap.
45. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2018, opgenomen op pagina 237 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Blijkens onderzoek in het politiesysteem BVH van de politie Noord Nederland kon blijken dat tussen l november 2017 en 4 november 2017 aangifte was gedaan van inbraken in kelderboxen bij drie flatwoningen aan de [straatnaam] te Delfzijl, zijnde de adressen:
[straatnaam] , [straatnaam] en [straatnaam] . Op 11 januari 2018 hoorde ik als getuige: [getuige 4] , wonende [straatnaam] te Delfzijl. [getuige 4] verklaarde: Ik heb in november 2017 aangifte gedaan van inbraak in de kelderbox bij mijn adres [straatnaam] te Delfzijl. Er was bij meerdere flatbewoners aan de [straatnaam] ingebroken in kelderboxen, waarbij fietsen en andere goederen werden ontvreemd. Ik ben zelf op onderzoek uit gegaan en heb een vriend van mij gevraagd om eens te informeren. Binnen drie dagen hoorde ik van die vriend over een jongen uit Delfzijl met de bijnaam "Hagenees". Ik kende die jongen niet en begreep dat hij niet uit Delfzijl kwam. Mijn vriend had geïnformeerd en had met mensen gesproken waar die "Hagenees" de gestolen goederen te koop had aangeboden in ruil voor geld of drugs. Mijn vriend belde mij een of twee dagen later en zei dat hij de Hagenees had gevonden en hij vroeg mij om naar winkelcentrum De Wending te komen. Ik ben daar vervolgens in de auto heen gereden en trof daar mijn vriend aan en die "Hagenees". De Hagenees zei dat hij kon regelen dat ik mijn gestolen goederen terug zou krijgen, maar dat er ook dingen bij anderen lagen. Ik ben met die Hagenees naar zijn huis gereden en dat was aan de [straatnaam] te Delfzijl. Daar woonde hij. Ik ben mee geweest naar binnen en binnen bij een kast lagen allemaal spullen, waaronder ook mijn spullen, die gestolen waren uit mijn kelderbox. Ik heb mijn spullen er vervolgens uitgezocht en gepakt. De volgende dag heb ik mijn verfspuit teruggekregen. Ik heb bijna al mijn spullen terug gekregen, behalve wat schoonmaakmiddelen. Ik heb bij die spullen in zijn huis ook wat spullen teruggevonden die bij de buren waren gestolen, een portiek verderop. Dat waren spullen en een fiets. Ik heb die spullen en die fiets ook meegenomen en die heb ik weer terugbezorgd bij de buren.
Bewijsoverwegingen
Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt dat verdachte korte tijd nadat de diefstallen uit bergingen waren gepleegd meerdere uit deze bergingen gestolen goederen voorhanden heeft gehad en dat hij wist waar een aantal van de overige uit deze bergingen gestolen goederen was. Gelet hierop en gelet op de omstandigheden waaronder de goederen zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat deze goederen van diefstal afkomstig waren.
De rechtbank acht de onder 3 subsidiair ten laste gelegde opzetheling dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2 primair, 3 subsidiair en 4 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op of omstreeks 14 april 2017 te Delfzijl met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto, merk Ford, staande/geparkeerd aan het [straatnaam] , heeft weggenomen een navigatiesysteem en een zonnebril en autopapieren toebehorende aan [slachtoffer 1]
en een valbescherming, toebehorende aan een ander dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot die auto heeft verschaft en die/dat weg te nemen navigatiesysteem en zonnebril en autopapieren en valbescherming, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2. primair:
hij in de periode van 27 oktober 2017 tot en met 28 oktober 2017 te Delfzijl met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan [straatnaam] heeft weggenomen een haakse slijper, merk: Metabo en een
slagmoersleutel, merk: Metabo en een accuboormachine, merk: Metabo en een bouwradio, merk: Metabo en een doppenset en een imbusdoppenset en een verlengstuk en een koffer met hijsogen, toebehorende aan [benadeelde partij 1] , waarbij verdachte zich de toegang tot die auto heeft
verschaft en die weg te nemen gereedschappen en radio en doppensets en koffer onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
3. subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 3 november 2017 tot en met 9 november 2017 te Delfzijl, een aantal goederen, te weten een elektrische fiets (merk: Batavus, type: Fuego) en een schoonmaakapparaat en een zaagmachine (merk: Metabo) en gereedschap voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
4. primair:
hij op na te noemen data in de periode van 16 juli 2017 tot en met 30 oktober 2017 te Delfzijl telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit bedrijfsauto's heeft weggenomen onder meer elektrisch gereedschap, geheel of ten dele toebehorende aan na te noemen benadeelden, immers heeft verdachte weggenomen
- a) op 16 juli 2017 uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de [straatnaam] , een grote hoeveelheid elektrisch gereedschap en handgereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 4] en
- b) in de periode van 16 oktober 2017 tot en met 17 oktober 2017 uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de [straatnaam] , een grote hoeveelheid elektrisch gereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 5] en
- d) in de periode van 24 oktober 2017 tot en met 25 oktober 2017 uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan het [straatnaam] , een multitool en een schuurmachine, toebehorende aan [slachtoffer 6] en
- f) in de periode van 27 oktober 2017 tot en met 29 oktober 2017 uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de [straatnaam] , een grote hoeveelheid elektrisch gereedschap en handgereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 9] en
- g) in de periode van 27 oktober 2017 tot en met 30 oktober 2017 uit een bedrijfsauto, staande/geparkeerd aan de [straatnaam] , een powerbank en een schroevendsraaierset en een bahco en een glasmes en een parkeerschijf, toebehorende aan [slachtoffer 10] of [benadeelde partij 4] ,
waarbij verdachte zich telkens de toegang tot die bedrijfsauto's heeft verschaft en dat/die weg te nemen gereedschap/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2. Primair: Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
3. Subsidiair: Opzetheling;
4. Primair: Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 450 dagen, waarvan 373 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf dienen de in het reclasseringsadvies van 14 februari 2019 geadviseerde bijzondere voorwaarden, waaronder het volgen van een klinische behandeling te worden verbonden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft in geval van veroordeling voor de hem ten laste gelegde inbraken bepleit dat, gelet op de ISD-maatregel die verdachte op dit moment uitzit, aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. Een eventueel op te leggen gevangenisstraf dient daarom te worden beperkt tot de duur van de door hem ondergane voorlopige hechtenis. Als bijzondere voorwaarden dienen enkel de ambulante behandeling, schuldhulpverlening en het drugsverbod te worden opgelegd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de adviezen van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich in een tijdsbestek van enkele maanden schuldig gemaakt aan meerdere inbraken in bedrijfsbusjes, waarbij hij veel gereedschap heeft buitgemaakt. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan een inbraak in de auto van zijn buurvrouw en aan opzetheling van meerdere van diefstal uit bergingen afkomstige goederen. Verdachte heeft deze feiten gepleegd om in zijn drugsgebruik te kunnen voorzien. Door zich schuldig te maken aan deze strafbare feiten heeft verdachte niet alleen te kennen gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen, maar heeft hij ook de eigenaren van de goederen overlast en schade bezorgd.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, veelvuldig onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Voor enig vergelijk heeft de rechtbank gekeken naar de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid zijn neerslag heeft gevonden. Als uitgangspunt voor een diefstal uit een auto wordt, indien sprake is van veelvuldige recidive, een gevangenisstraf van 2 maanden onvoorwaardelijk gehanteerd, hetgeen neerkomt op een gevangenisstraf van 14 maanden onvoorwaardelijk voor de 7 bewezenverklaarde autoinbraken.
In het reclasseringsadvies van 14 februari 2019 staat vermeld dat verdachte een ISD-maatregel uitzit en in het kader daarvan een klinische behandeling zal ondergaan. Inmiddels is gebleken dat verdachte zich niet aan de voorwaarden van deze behandeling heeft gehouden en dat de behandeling daarom voortijdig gestaakt is. Verdachte verblijft nu weer in een penitentiaire inrichting, waar hij het restant van de duur van de ISD-maatregel zal moeten uitzitten. Er bestaan nog steeds zorgen over het drugsgebruik van verdachte. Alhoewel verdachte heeft aangegeven gemotiveerd te zijn om tot blijvende gedragsverandering te komen, heeft hij dit tot op heden nog niet in de praktijk (kunnen) laten zien.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst en de hoeveelheid feiten en de documentatie van verdachte, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats is. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met het feit dat sprake is van aanzienlijk tijdsverloop en dat verdachte op dit moment een ISD-maatregel uitzit. Om verdachte na het uitzitten van deze maatregel enig perspectief voor de toekomst te bieden en hem de kans te geven gedragsverandering te laten zien, zal de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, waarbij zij de onvoorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf zal beperken tot de duur van de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijk op te leggen gedeelte, zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, met uitzondering van de klinische behandeling, verbinden.

Benadeelde partij

[slachtoffer 9]heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding met betrekking tot het onder feit 4 primair onder f ten laste gelegde. Gevorderd wordt een bedrag van € 5.632,40 ter vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast wordt een bedrag van € 137,50 aan proceskosten gevorderd.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade die ziet op de autoruiten, de accu en de verlofuren voor vergoeding in aanmerking komt. Ten aanzien van de schade met betrekking tot het weggenomen gereedschap, kan de waarde niet goed worden vastgesteld, aangezien niet bekend is hoe oud het gereedschap was toen het weggenomen werd. Deze schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.000,--. Verder komen de proceskosten voor vergoeding in aanmerking. De rest van de vordering dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft in geval van veroordeling voor dit feit de vordering gedeeltelijk betwist. Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat alleen de schade aan het voertuig en de proceskosten voor vergoeding in aanmerking komen. De schade bestaande uit verlies van uren is onvoldoende onderbouwd. Dit geldt ook voor de schade die bestaat uit het verlies van het weggenomen gereedschap, nu niet bekend is hoe oud het gereedschap ten tijde van de diefstal was. Aangezien het nader uitzoeken hiervan een onevenredige belasting van het strafproces oplevert, dient de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering te worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
Schade aan de auto
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden die ziet op de schade aan de auto (€ 211,45 en € 164,44) en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. Dit gedeelte van de vordering is bovendien niet door verdachte betwist, en zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank uitgaat van het schadebedrag exclusief btw, te weten een bedrag van € 183,02 en een bedrag van € 135,90, beide te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade.
Verlies uren werknemer en werkgever
Hoewel voldoende aannemelijk is dat de benadeelde partij dergelijke schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom in zoverre niet-ontvankelijk verklaren. Dit gedeelte van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gestolen gereedschap
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij dergelijke schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. Uitgangspunt voor de omvang van de geleden schade is de economische waarde van de gestolen gereedschappen op het moment van de diefstal. Bij het bepalen van deze economische waarde moet onder meer rekening worden gehouden met waardevermindering door afschrijving van de weggenomen goederen en het feit dat de benadeelde partij btw op aanschaf van goederen kan verrekenen. Nu onduidelijk is hoe oud de gereedschappen op het moment van de inbraak waren, begroot de rechtbank, gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek, de hoogte van de schade op € 2.000,--. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, en voor het overige deel (€ 3.256,40) niet-ontvankelijk verklaren.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen voor een bedrag van € 2.318,92, te vermeerderen met de wettelijke rente, om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Proceskosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op € 137,50, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 primair, 3 subsidiair en 4 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 450 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 372 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich uiterlijk 14 dagen na zijn invrijheidstelling meldt bij de reclassering Verslavingszorg Noord Nederland te Assen, op het adres Overcingellaan 19 en zich blijft melden op afspraken met de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Mocht de veroordeelde gedurende de proeftijd buiten Drenthe verblijven dan dient hij zich bij de verslavingsreclassering in de regio waarin hij verblijft te melden;
2. dat de veroordeelde zich onder ambulante behandeling zal stellen van een zorgverlener, te bepalen door de reclassering zo lang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde dient zich hierbij te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. dat de veroordeelde - indien geïndiceerd door de reclassering - verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde dient zich te houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4. dat de veroordeelde zich zal onthouden van het gebruik van harddrugs en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan controle op dit verbod. De controle gebeurt door middel van speekseltesten, blaastesten of urineonderzoek;
5. dat de veroordeelde meewerkt aan de aanvraag voor bewindvoering en het aflossen van zijn schulden. De veroordeelde geeft de reclassering en een eventuele behandelende instelling inzicht in zijn financiën en schulden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Ten aanzien van 18/820536-17, feit 4 primair, onder g:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 9]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
2.318,92 (zegge: tweeduizend driehonderdachttien euro en tweeënnegentig cent), te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 oktober 2017.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op € 137,50.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 9]te betalen een bedrag van
2.318,92 (zegge: tweeduizend driehonderdachttien euro en tweeënnegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2017, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 33 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, mr. H.J. Schuth en
mr. R.R. van der Heide, rechters, bijgestaan door mr. E.A.B. de Jong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 november 2019.
Mr. De Jong is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.