Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Procesverloop
Overwegingen
assessment). De test vindt meestal binnen veertien dagen na het verzoek plaats, waarna een verslag volgt.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 6 november 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in verband met de inbeslagname van de hond van verzoekers. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. J. Biemond, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Emmen, die op 13 augustus 2019 had besloten tot inbeslagname van hun hond. Eerder, op 13 september 2019, had de voorzieningenrechter al een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de inbeslagname voldeed aan de toepasselijke criteria en er geen reden was voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter had toen partijen aangespoord om in overleg te treden over de toekomst van de hond.
Bij de zitting op 30 oktober 2019 bleek echter dat partijen niet in staat waren geweest om constructief overleg te voeren. De gemachtigde van verweerder meldde dat er een verzoek was gedaan aan deskundigen van de Universiteit Utrecht om de hond te testen, maar er waren geen relevante ontwikkelingen sinds de eerdere uitspraak. De voorzieningenrechter oordeelde dat het tijdsverloop sinds de eerdere uitspraak onvoldoende reden vormde om een nieuwe voorlopige voorziening te treffen. Daarom werd het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter merkte op dat verweerder niet had voldaan aan de eerdere uitspraak door niet tijdig een testverzoek in te dienen, wat had geleid tot onnodige vertraging. Verweerder werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekers. De voorzieningenrechter benadrukte dat partijen alsnog in overleg moeten treden zodra het testverslag beschikbaar is, en dat dit verslag de basis zal vormen voor verdere besprekingen.