ECLI:NL:RBNNE:2019:4574

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
C18/194650 PR RK 19-314
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een niet bij naam genoemde kantonrechter in een civiele procedure

Op 31 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker, die niet bij naam werd genoemd, en was gericht tegen een kantonrechter die betrokken was bij een andere procedure (zaaknummer 7537746 CV EXPL 19-1307). De verzoeker stelde dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen door bepaalde feiten of omstandigheden. Echter, het wrakingsverzoek voldeed niet aan de minimale vereisten, aangezien de gewraakte rechter niet bij naam was genoemd en het verzoek was gebaseerd op een beslissing die niet door deze rechter was genomen. Hierdoor werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank besloot dat de hoofdprocedure voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden geïnformeerd over deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C18/194650 / PR RK 19-314
beslissing van de meervoudige kamer van 31 oktober 2019
op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van
[naam],
wonende te [woonplaats],
verzoeker.

1.Procesverloop

Bij brief van 7 oktober 2019 heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van de rechtdoende rechter in de procedure met nummer 7537746 CV EXPL 19-1307 (aanhangig bij deze rechtbank, afdeling Privaatrecht, locatie Groningen) waarbij verzoeker als partij is betrokken.

2.Overwegingen

2.1.
Ingevolge artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Het wrakingsverzoek is gericht tegen een niet bij name genoemde kantonrechter, op basis van een beslissing die niet door de kantonrechter is genomen.
2.3.
Het wrakingsverzoek voldoet daarmee niet aan de minimale vereisten die aan een dergelijk verzoek zijn te stellen. Het wrakingsverzoek zal daarom kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard en een mondelinge behandeling van dat verzoek kan daarom achterwege blijven.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het verzoek niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 7537746 CV EXPL 19-1307 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
- beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker en aan de gemachtigde van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Medisch Centrum Leeuwarden.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.W. de Jonge, voorzitter, Th.A. Wiersma en
S. Zwarts, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2019.
typ: 123