Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Overwegingen
3.Beslissing
S. Zwarts, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2019.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 31 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker, die niet bij naam werd genoemd, en was gericht tegen een kantonrechter die betrokken was bij een andere procedure (zaaknummer 7537746 CV EXPL 19-1307). De verzoeker stelde dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen door bepaalde feiten of omstandigheden. Echter, het wrakingsverzoek voldeed niet aan de minimale vereisten, aangezien de gewraakte rechter niet bij naam was genoemd en het verzoek was gebaseerd op een beslissing die niet door deze rechter was genomen. Hierdoor werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank besloot dat de hoofdprocedure voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden geïnformeerd over deze uitspraak.