ECLI:NL:RBNNE:2019:4573

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 oktober 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
C18/194401 PR RK 19-296
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een niet bij naam genoemde rechter in een civiele procedure

Op 17 september 2019 heeft de verzoekende partij, vertegenwoordigd door mr. drs. R. de Nekker, een verzoek tot wraking ingediend tegen een niet bij naam genoemde kantonrechter in een lopende procedure met nummer 7741544 BU 19-522, die aanhangig is bij de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen. Het verzoek is ingediend op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet voldoet aan de minimale vereisten. Het verzoek is gericht tegen een kantonrechter die niet bij naam is genoemd en bovendien is het verzoek gebaseerd op een beslissing die niet door deze kantonrechter is genomen. Hierdoor is het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten dat een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege kan blijven.

In de beslissing van 24 oktober 2019 heeft de rechtbank verklaard dat het verzoek niet-ontvankelijk is en dat de procedure in de hoofdzaak (zaaknummer 7741544 BU 19-522) zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft tevens bevolen dat deze beslissing onverwijld moet worden medegedeeld aan de gemachtigde van de verzoekende partij en aan de gemachtigde van het CVOM.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C18/194401 PR RK 19-296
beslissing van de meervoudige kamer van 24 oktober 2019
op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van
[naam],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
gemachtigde mr. drs. R. de Nekker te Heerenveen ([adres]).

1.Procesverloop

Bij brief van 17 september 2019 is namens verzoekende partij een verzoek ingediend tot wraking van de kantonrechter in de procedure met nummer 7741544 BU 19-522 (aanhangig bij deze rechtbank, locatie Groningen) waarbij verzoekende partij als partij is betrokken.

2.Overwegingen

2.1.
Ingevolge artikel 8:15 Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Het wrakingsverzoek is gericht tegen een niet bij name genoemde kantonrechter, op basis van een beslissing die niet door de kantonrechter is genomen.
2.3.
Het wrakingsverzoek voldoet daarmee niet aan de minimale vereisten die aan een dergelijk verzoek zijn te stellen. Het wrakingsverzoek zal daarom kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard en een mondelinge behandeling van dat verzoek kan daarom achterwege blijven.

3.Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het verzoek niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 7741544 BU 19-522) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
  • beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de (gemachtigde van) verzoekende partij en aan de (gemachtigde van) het CVOM.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.W. de Jonge, voorzitter, Th.A. Wiersma en S. Zwarts, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2019.
typ: 692