ECLI:NL:RBNNE:2019:452
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule in het bestuursrecht bij studiefinanciering
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die studiefinanciering ontving, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres was ingeschreven op het BRP-adres van haar vader en ontving een uitwonendenbeurs. De minister heeft echter haar studiefinanciering per mei 2016 verlaagd naar een beurs voor thuiswonenden, omdat eiseres op hetzelfde adres als haar vader stond ingeschreven. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en stelde dat de minister de hardheidsclausule in de Wet studiefinanciering 2000 had moeten toepassen, gezien de specifieke omstandigheden van haar woonsituatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres en haar vader op hetzelfde adres stonden ingeschreven, maar dat dit niet betekent dat eiseres geen recht had op de uitwonendenbeurs. De rechtbank oordeelde dat de minister de hardheidsclausule had moeten toepassen, omdat de situatie van eiseres niet verwijtbaar was en de toepassing van de wet in dit geval zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.280,--.