In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, hebben eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], een vordering ingesteld tegen notaris [de notaris] en het notariskantoor [het notariskantoor] wegens een beroepsfout. De eisers hebben op 6 mei 2009 een pand gekocht dat deel uitmaakt van een beschermd stads- of dorpsgezicht. De notaris heeft op 19 juni 2009 overdrachtsbelasting van € 27.600,00 aangifte gedaan en betaald, maar heeft de eisers niet tijdig gewezen op de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen deze belasting. De eisers stellen dat zij recht hadden op een vrijstelling van overdrachtsbelasting op basis van de Monumentenwet 1988, maar de notaris heeft hen hierover niet correct geïnformeerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de notaris een beroepsfout heeft gemaakt door de eisers niet te wijzen op de termijn voor bezwaar. Echter, de rechtbank oordeelt dat de eisers geen schade hebben geleden, omdat niet aannemelijk is dat het hof in een eventueel beroep zou hebben beslist dat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd was. De rechtbank concludeert dat de vrijstelling van toepassing is op monumenten, maar niet op panden die enkel deel uitmaken van een beschermd stads- of dorpsgezicht. De rechtbank wijst de vorderingen van de eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten.