ECLI:NL:RBNNE:2019:4237
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot hennepteelt en -bezit
Op 14 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het opzettelijk telen van hennepplanten en het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid hennep. De tenlastelegging omvatte onder andere het telen van 42 hennepplanten en het aanwezig hebben van ongeveer 660 gram hennep in de periode van 9 mei 2016 tot en met 20 juni 2016 in Veendam. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.P.E.M. Pover. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R. Janssens. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een derde tenlastelegging, omdat er onvoldoende bewijs was voor grootschalige bedrijfsmatige teelt van hennep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan de eerste twee tenlasteleggingen, aangezien hij deze feiten duidelijk had bekend. De rechtbank heeft een taakstraf van 150 uren opgelegd, zonder voorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met het tijdsverloop tussen de ontdekking van de feiten en de uitspraak. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen toegepast, waaronder de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.