ECLI:NL:RBNNE:2019:4236
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot hennepteelt
Op 14 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De zaak betreft de aanwezigheid van hennepplanten in de woning van de verdachte in Veendam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 9 mei 2016 tot en met 20 juni 2016 opzettelijk 42 hennepplanten heeft gehad. De verdachte heeft bekend dat zij betrokken was bij de hennepteelt, maar ontkende kennis te hebben van de aanwezigheid van gedroogde henneptoppen in haar woning. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de andere tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was.
De officier van justitie had een taakstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank heeft besloten om enkel een onvoorwaardelijke taakstraf van 40 uren op te leggen. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met het feit dat de verdachte geen strafblad heeft en dat er een aanzienlijke tijd is verstreken sinds de ontdekking van de hennepteelt. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, maar heeft de overige tenlasteleggingen verworpen. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechters.