ECLI:NL:RBNNE:2019:4226
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zedenzaak met minderjarigen na tegenstrijdige verklaringen
Op 14 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met twee minderjarige slachtoffers. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 18/094549-19, volgde op een terechtzitting die plaatsvond op 30 september 2019. De verdachte, geboren in 1964, was aanwezig en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Schlepers. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld.
De tenlastelegging betrof ontuchtige handelingen met de slachtoffers, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud waren. De officier van justitie vorderde vrijspraak, en de verdediging steunde dit verzoek. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen beoordeeld en constateerde dat er op meerdere essentiële punten tegenstrijdigheden bestonden. De rechtbank merkte op dat de verklaringen over de volgorde van gebeurtenissen en de details van de aanrandingen niet consistent waren.
Bovendien was de rechtbank van mening dat de samenvattingen van de studioverhoren in het dossier onvoldoende bewijswaarde hadden, omdat er geen uitgewerkte versies van deze verhoren beschikbaar waren. Gezien het gebrek aan overtuigend bewijs heeft de rechtbank geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.