Op 10 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1996, die werd beschuldigd van het telen van hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon met een tip over een hennepkwekerij in Meppel. De politie had op 19 april 2017 het pand van de verdachte betreden, waar zij 870 hennepplanten aantroffen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.B. Pieters, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.
De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het telen van hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat het binnentreden van de politie rechtmatig was, omdat er voldoende aanwijzingen waren voor de aanwezigheid van een hennepkwekerij. De verdachte werd vrijgesproken van een vierde feit, namelijk de heling van een bromfiets, omdat niet bewezen kon worden dat de bromfiets die bij hem was aangetroffen, de gestolen bromfiets was.
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de feiten 1, 2 en 3, en legde een taakstraf van 200 uren op, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn van de strafvervolging, wat leidde tot een vermindering van de straf. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij voor de geleden schade door de diefstal van elektriciteit.