ECLI:NL:RBNNE:2019:4201
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tijdelijke crisisopname ex artikel 509jbis Wetboek van Strafvordering
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 12 september 2019 uitspraak gedaan op een vordering van de officier van justitie tot tijdelijke crisisopname van de veroordeelde, op basis van artikel 509jbis van het Wetboek van Strafvordering. De officier van justitie had op 10 september 2019 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de tijdelijke opname zou bevelen, omdat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling hield en er incidenten waren geweest. De behandeling vond plaats op 11 september 2019, waarbij de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en een deskundige van Reclassering Nederland aanwezig waren. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder adviezen van de reclassering, in overweging genomen.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een spoedeisende situatie die een crisisopname rechtvaardigde, aangezien de veroordeelde al in een TBS-kliniek verbleef. De rechtbank concludeerde dat de crisisbeheersing geen rol speelde en dat de vordering van de officier van justitie niet kon worden toegewezen. De rechtbank wees erop dat de veroordeelde niet vooraf op de hoogte was gesteld van de vordering en dat er geen noodzaak was voor een tijdelijke gedwongen opname. De rechtbank benadrukte dat de vordering werd afgewezen omdat er geen sprake was van een plotselinge crisis en dat de behandeling bij de huidige instelling niet was gestart door de houding van de veroordeelde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen, met de overweging dat de omstandigheden niet de tijdelijke opname rechtvaardigden. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting.