Op 8 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het telen van hennep en diefstal van stroom. De verdachte, geboren in 1987, werd bijgestaan door advocaat mr. A.M. Veld, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. N. Tromp. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk telen van hennepplanten in de periode van 1 november 2017 tot en met 13 december 2017, en het wegnemen van stroom die toebehoorde aan een energiemaatschappij. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de aanwezigheid van een hennepkwekerij, gebaseerd op meldingen van Meld Misdaad Anoniem en metingen die door de politie waren uitgevoerd. De verdediging voerde aan dat het binnentreden van de politie niet rechtmatig was, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De verdachte bekende de feiten en de rechtbank achtte deze wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank legde een werkstraf van 100 uren op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. Daarnaast verklaarde de rechtbank de benadeelde partij, de energiemaatschappij, niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte de schade al had vergoed. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 22c, 22d, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.