Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs ten aanzien van feiten 1 en 2
[verdachte] sloeg [slachtoffer 1] met zijn vuisten op zijn gezicht en hoofd. De eerste klap met de vuist raakte het hoofd van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] viel van zijn stoel op de grond. [slachtoffer 1] lag op zijn rug en [verdachte] zat op [slachtoffer 1] en bleef met zijn vuisten op zijn hoofd en gezicht slaan.
Het enige geluid wat ik heb gehoord en heb onthouden is het getik van [slachtoffer 1] zijn hoofd op de vloer. Ik zag een diepe snijwond in de arm van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 2] is ook gewond.
Beoordeling van het bewijs ten aanzien van feit 3
bijde woning heeft opgehouden. Hiermee heeft hij het huisverbod overtreden.
Beoordeling van het bewijs ten aanzien van feiten 4, 5 en 6
Beoordeling van het bewijs ten aanzien van feit 7
Beoordeling van het bewijs ten aanzien van feit 8
Beoordeling van het bewijs ten aanzien van feiten 9 en 10
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
primairpoging tot zware mishandeling;
subsidiairmishandeling;
subsidiairmishandeling;
primairpoging tot doodslag;
subsidiairmishandeling.
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Benadeelde partijen
1. [slachtoffer 3] , tot een bedrag van € 30,- ter zake van materiële schade en € 750,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 4] , tot een bedrag van € 1.239,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Standpunt van de officier van justitie
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar.
[slachtoffer 3]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 375,- (zegge: driehonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
[slachtoffer 4]in de vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 6]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 260,- (zegge: tweehonderdzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2019.