ECLI:NL:RBNNE:2019:4070
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte voor wapenbezit na onvoldoende bewijs van bewustzijn en beschikking
Op 1 oktober 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1990, die beschuldigd werd van wapenbezit. De zaak kwam voort uit een schietincident op 17 december 2014 in Groningen, waarbij een vuurwapen van categorie III, een Crevena Zastava M99, was aangetroffen. De officier van justitie vorderde veroordeling op basis van verklaringen van de verdachte, tactische informatie van de politie, WhatsApp-gesprekken en DNA-onderzoek. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging.
De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Voor een bewezenverklaring is vereist dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen en daarover kon beschikken. Hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte het wapen op enig moment in zijn handen had, was er onvoldoende bewijs dat hij zich op of omstreeks de tenlastegelegde datum bewust was van het wapen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij het wapen voorhanden had op de datum van de tenlastelegging.
Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastelegging. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. R. Baluah, en de rechters mr. M.B.W. Venema en mr. S. Zwarts, met mr. K.E. van Rhijn als griffier.